De drie oudste zoons van Carl trouwen in de jaren tachtig kort na elkaar. Hier volgen de bruiden, hun familie en de woningen die zij gaan betrekken. De vele kinderen uit elk van die huwelijken krijgen voor de overzichtelijkheid pas later behandeling.
Op 24 november gaat Carl Frederik nog eerder dan Evert in ondertrouw op het stadhuis van Amsterdam en bij de Christelijk Gereformeerde kerk, waar Gispen dominee Van der Sluijs opvolgde. Hij trouwt op 8 december 1881 met Margré de Haas.
|
|
Margaretha is in Amsterdam op 7 augustus 1856 geboren als jongste dochter van de inmiddels overleden koopman Willem de Haas en de nog levende Aaltje Prins. De familie de Haas is afkomstig uit de aangrenzende dorpen Sloten en Sloterdijk en kerkelijk nauw met de familie Von Meijenfeldt verbonden. Na het huwelijk verlaat Carl Frederik zijn ouderlijk huis op Kattenburg en trekt in bij zijn bruid en schoonmoeder aan de Vondelkade 155, tegenwoordig het begindeel van de Overtoom bij de Vondelkerk. (1)
Zodra Evert naar Dordrecht is verhuisd vraagt zijn verloofde Jo hem ten huwelijk “omdat zij geen zin had op het schrikkeljaar te wachten”. Met oom Hendrik reist hij naar Rotterdam en gaat in ondertrouw. Als tweede en derde getuige arriveren zwager Jan van der Tas en broer Carl Frederik uit Amsterdam. De bruiloft is op 13 juli 1882. Na afloop reist Jo met Evert mee naar Dordrecht om een eigen woning te betrekken aan het Beverwijcksplein . (2)
|
|
Tenslotte gaat ook Frits in ondertrouw. Hij vervoegt zich op 29 mei 1884 op het stadhuis met de tien jaar jongere Engeltje de Koe. Zij is in Amsterdam op 20 augustus 1863 geboren, op vierjarige leeftijd haar jonge moeder Elisabeth Kok kwijtgeraakt en door haar stiefmoeder Catharina Elisabeth Engels opgevoed. Ruim een maand voor de ondertrouw verliest zij ook haar vader Hijlke Roelof de Koe. De trouwerij is in Amsterdam op 12 juni 1884.
|
|
De vader van Engeltje gaat in vaderlijke lijn terug op zeeman Luijtje de Koe, Hylke Luytjens uit 1760, Luyjten Roelofs uit 1730 en Roelof Cornelis de Koe uit 1698. Diens vader Cornelis Jelles uit 1667 nam de naam De Koe over van zijn vrouw Bauck de Koe Nauta. Het bruidspaar betrekt een nieuwbouwwoning aan de Commelinstraat 34 in de Amsterdamse Dapperbuurt.
Op 31 januari 1885 sterft de oudere halfzus van Carl, Wilhelmina Augusta van Meijerfeldt. Zij is 83 jaar oud, acht jaar weduwe en woont de laatste vier jaar aan de Spuistraat 53 met haar enig overgebleven kind Arendt van Paddenburg, die haar vier jaar ongehuwd overleeft. Zodoende heeft zij geen nakomelingen, noch met de naam Van Meijerfeldt, noch met bloedbanden. Met haar zoon sterft deze tak Van Paddenburg eveneens uit.
In Dordrecht vieren Hendrik en Naatje op 2 juli 1885 hun 40-jarige huwelijksfeest met advertenties in de dagbladen. De meeste familie komt uit Amsterdam. Voor Evert is het om de hoek. Hij is druk met de brouwerij en akkefietjes daar om heen. Zo had hij zich een jaar eerder op 21 juli 1884 bij de burgemeester van Dordrecht beklaagd over verregaande brutale handelingen, gepleegd door de agent van politie eerste klasse A. den Boer. Deze had onder een of ander voorwendsel een glas bier gevraagd bij de tapinstallatie van de brouwerij. (1)
De Nederlands Hervormde Kerk gaat in Amsterdam in de orthodoxe richting, doordat dominee Abraham Kuyper een meerderheid in de Kerkenraad heeft verkregen. Landelijk is de meerderheid vrijzinnig en schorst in 1886 de orthodoxe leden in Amsterdam. Kuyper acht dat niet rechtmatig. Kater forceert voor hem de toegang tot de Nieuwe Kerk aan de Dam (bekend als Paneelzagerij) en maakt van binnenuit de deur open. Kuyper krijgt de ledenadministratie en de geldkas echter niet te pakken. Daarom maakt hij zich tijdelijk los van de hiërarchische Synode en gaat in lokale dolerende (klagende) groepen door totdat de Hervormden op het rechte pad zijn. Hij gebruikt voor die plaatselijke groepen de oude naam van de moederkerk: Nederduits Gereformeerde Kerk. De moederkerk volgt niet, zodat naast de Afscheiding nog de Doleantie ontstaat. Kuyper had al de krant De Standaard, de Vrije Universiteit en de Anti-Revolutionaire Partij en wil nu ook een eerste eigen kerkgebouw. Willem Hovij financiert zoals altijd alles. Aan de Keizersgracht verrijst een nieuwe kerk, iets verderop van die van de Christelijk Gereformeerden. Al snel beginnen tussen hen de fusiegesprekken.
Bouwtekening van de Keizersgrachtkerk uit 1886,
een jaar later gebouw voor f 45.845
1. Stadsarchief Dordrecht, archief 6, invent. 3498, doos 2, envelop 1.