Frederik Hendrik (Frits) von Meijenfeldt neemt na het vertrek van oudere broer Evert naar Dordrecht enkele taken maatschappelijke taken van hem in Amsterdam over. Daarbij komen zijn financiële vaardigheden goed van pas. De vakbond Patrimonium kiest hem op de tweede landelijke jaarvergadering eind april 1882 aan het Rapenburg in Leiden in het bestuur. In die functie is hij de architect van het Pensioenfonds van de vakbond. Bovendien neemt hij zitting in een comité tot steun aan de boerenzaak in de Transvaal.
In navolging van zijn twee broers gaat ook Frits in ondertrouw. Op 29 mei 1884 vervoegt hij zich met de tien jaar jongere Engeltje de Koe op het gemeentehuis.
|
|
Engeltje is in Amsterdam op 20 augustus 1863 geboren en op vierjarige leeftijd haar jonge moeder Elisabeth Kok kwijtgeraakt. Haar stiefmoeder Catharina Elisabeth Engels voedt haar op. Ruim een maand voor de ondertrouw verliest zij ook haar vader Hijlke Roelof de Koe. Hij was zoon van zeeman Luijtje de Koe uit Woudsend en Engeltje Meinershagen uit Amsterdam. De vaderlijke lijn De Koe loopt terug via Hylke Luytjens uit 1760, Luyjten Roelofs uit 1730 naar Roelof Cornelis de Koe uit 1698. Diens vader Cornelis Jelles uit 1667 was getrouwd met Bauck de Koe Nauta en hij nam van haar de naam De Koe over.
De trouwerij van Frits en Engeltje is op 12 juni 1884. Zij betrekken een nieuwbouwwoning aan de Commelinstraat 34 in de Amsterdamse Dapperbuurt. Daar wordt op 30 maart 1885 het eerste kind geboren: een meisje met de voornamen van grootmoeder Petronella Wilhelmina.
Twee maanden eerder op 31 januari 1885 sterft Wilhelmina Augusta van Meijerfeldt, het eerste kind van de stamvader. Zij is 83 jaar oud, acht jaar weduwe en woont de laatste vier jaar aan de Spuistraat 53 met haar enig overgebleven kind A.C.F. van Paddenburg, die daar nog vier jaar ongehuwd leeft tot diens dood. Zodoende heeft zij geen overlevende nakomelingen, noch met de naam Van Meijerfeldt, noch met bloedbanden. Met haar zoon sterft deze tak Van Paddenburg eveneens uit.
In Dordrecht vieren Hendrik en Naatje op 2 juli 1885 hun 40-jarige huwelijksfeest met advertenties in de dagbladen. Carl en Nel en bijna alle andere Von Meijenfeldts zijn present. Voor Evert en Jo is de reis niet ver. Hij is druk met de brouwerij en akkefietjes daar om heen. Zo had hij zich een jaar eerder op 21 juli 1884 bij de burgemeester van Dordrecht beklaagd over verregaande brutale handelingen, gepleegd door de agent van politie 1e klasse A. den Boer. Deze had onder een of ander voorwendsel een glas bier gevraagd bij de tapinstallatie van de brouwerij. (1)
Carl heeft zich losgemaakt van de Lutheranen en zich aangesloten bij de Gereformeerden. Dat heeft hij individueel gedaan en niet groepsgewijs, zoals in de Afscheiding. Daarom werken hij en zijn zonen net zo goed samen met orthodoxen, die de Hervormde Kerk van binnenuit van vrijzinnigheid willen afhouden en op het rechte spoor proberen terug te brengen. Zo iemand is Hovij met zijn vakbeweging en schoolstrijd. De eerste dagen van 1886 ontstaat alsnog een intern conflict en forceren Hovij en Kater de toegang tot de Nieuwe Kerk aan de Dam, bekend geworden als de “Paneelzagerij”. Zij verschaffen Abraham Kuyper en de zijnen alsnog toegang tot de archieven en geldkas van de Hervormde Kerk, maar die machtsgreep mislukt. Wat te doen? Een tweede landelijke afscheiding of tijdelijk in plaatselijke dolerende (klagende) groepen samenkomen los van de hiërarchische Synode totdat de Hervormden zo ver zijn. Kuyper pleit al jaren voor het laatste. Hij gebruikt voor die plaatselijke groepen de oude naam van de moederkerk: Nederduits Gereformeerde Kerk. Omdat de moederkerk niet volgt en er toch landelijke structuren ontstaan, is er in feite toch sprake van een tweede afscheiding. Hovij financierde al zijn krant De Standaard, de Vrije Universiteit en de Anti-Revolutionaire Partij. Nu steekt hij geld in de bouw van een nieuw kerkgebouw aan de Keizersgracht, niet ver van die van de Christelijk Gereformeerde. Al snel beginnen de fusiegesprekken.
Bouwtekening van de Keizersgrachtkerk uit 1886
1. Stadsarchief Dordrecht, archief 6, invent. 3498, doos 2, envelop 1.