2. DE NEDERLANDSE FAMILIE

PROLOOG

Voor degenen die zich lieten meeslepen door het avontuur­lijke leven van de Zweedse graven von Meijerfeldt zal de afsluiting van het eerste deel wel wat ab­rupt zijn geko­men. Nadat de laatste graaf in 1800 sterft ontdoet zijn weduwe zich in korte tijd van alle Pommerse bezittingen om haar levensavond nog 15 jaar in grootse staat in Stockholm en op omliggende landgoederen te vieren. Een halve eeuw later vindt in Finland de ontzegeling plaats van alle resterende papieren en blijkt de Weense erfenis onbereikbaar.

Bij lezers zal de vraag blijven han­gen wat de Neder­landse familie met dat hele verhaal te maken kan hebben. Die lezers zullen geduld moeten hebben. Even ab­rupt als de laatste Zweedse graaf sterft vestigt de stamvader van die Nederlandse familie zich in Amsterdam. Dat gebeurt in hetzelfde jaar 1800, onder dezelfde naam Johan August von Meijenfeldt en afkomstig uit dezelfde stad Stralsund. De veldslagen, hofintriges en erfgeschillen gaan echter plaatsmaken voor het harde bestaan van de burgerij. Na nog tien jaar als commandant van het geschut op oorlogsschepen gaat de stamvader aan wal in de Rotterdamse haven om een groot gezin op te bouwen.

Natuurlijk is de lezer niet op een dwaal­spoor ge­bracht. Het Zweedse deel was niet geschreven als de overeenkomsten in naam, tijd en plaats met het Nederlandse deel toeval of fantasie waren geweest. Meer over­tuigende relaties zijn te leggen. De speurtocht naar de afkomst van de Nederlandse stamvader volgt later in een apart verhaal

Terug   ***   Verder