1.7. Hofpartij

Samenvatting 1751-1795

Johann August von Meijerfeldt jr is net als zijn vader lid van de Hofpartij en daarmee voorstander van een sterk koningsgezag. Daartoe doet hij twee keer mee aan een coup d’état. De eerste keer betreft de staatsgreep van 1756 ten gunste van koning Adolf Frederik. Omdat deze mislukt treedt hij in buitenlandse dienst en keert schoorvoetend terug voor de oorlog in Pommeren. Na de vrede trouwt hij met Louise Sparre. Hij neemt deel in een tweede staatsgreep ten gunste van koning Gustaaf III, die wel succesvol is. Louise behoort tot de drie gratiën aan het Hof. Zijn familieleven  vindt op grote voet plaats. Een derde staatsgreep genaamd het Anjala-verbond weet hij te verijdelen. Daarna leidt hij de grensoorlog in Finland tegen de Russen. Als veldmaarschalk vindt hij het onnodig een eedformulier te tekenen, neemt verongelijkt afscheid en verliest beide zoons.

Achtergronden

Het huis Wittelsbach levert de koningen van Zweden totdat Ulrike Eleanora en Frederik I van Hessen-Kassel kinderloos sterven. Na mislukte pogingen komt eindelijk in 1751 het huis Holstein-Gottorp op de troon met Adolf Frederik. Oorzaak is een alliantie met Rusland en Pruisen en onderlinge huwelijken. Koningin is Lovisa Ulrika, de zus van Frederik de Grote van Pruisen. In 1771 volgt hun zoon Gustaaf III hen op en in 1792 diens zoon Gustaaf IV Adolf. Pas in 1818 bestijgt het huidige koningshuis Bernadotte de Zweedse troon.

Op het Europese oorlogstoneel voeren Groot-Brittannië en Frankrijk een koloniale strijd in Amerika, Afrika en Azië. De zeeslag bij Minorca op 20 mei 1756 leidt tot een heuse wereldoorlog, omdat zich ten opzichte van de Vrede van Aken van 1748 een renversement des alliances voordoet. Keizerin Maria Theresia hoopt Silezië terug te krijgen door naast Saksen-Polen ook met tsarina Elisabeth een bondgenootschap te sluiten. De Engelse koning George II van Hannover denkt het machtsevenwicht te moeten herstellen door een akkoord met Pruisen, aan wie Brunswijk door huwelijken gekoppeld is. Frankrijk wordt daardoor in de armen van de tsarina en keizerin gedreven. Eén grootmacht blijft neutraal: de Republiek. Daar is een hertog van Brunswijk (Lodewijk Ernst 1718-1788) kapitein-generaal, zolang prins Willem V van Oranje minderjarig is. Zweden laat zich tot twee keer toe door Frankrijk overhalen zijn grenzen uit de tijd van Karel XII te heroveren, beide keren leidend tot een bevestiging van de status quo na enkele zomerveldtochten, de eerste keer keer in Pommeren (1757-1762) en de andere keer in Finland (1788-1790). 

De macht in de Zweedse politiek schommelt tussen de koning en de Rijksdag. Sinds Karel XII slaat de balans ten gunste van de laatste door. Binnen de Rijksdag zijn er drie partijen: de vreedzame Mutsenpartij, de  oorlogszuchtige Hoedenpartij en de absolutistische Hofpartij. De middelste partij is al een tijdje aan de macht, ondanks de smadelijke nederlaag tegen Rusland in de jaren veertig en de vele doden en schulden uit de vruchteloze Pommerse Oorlog. In 1765 lukt het de Mutsen de vredeskoers te hervatten door de banden met de Fransen losser en met de Russen steviger te maken. Hervormingen resulteren in een sluitende begroting en een vrijere pers. In 1772 verschuift de macht naar de koning en de Hofpartij door een staatsgreep, die een einde aan het partijsysteem maakt. Na verloop van tijd wil Gustaaf III steun houden en kiest met druk van Frankrijk voor oorlog aan in Finland tegen zijn nicht tsarina Catharina de Grote. 

Terug   ***   Verder