Oudste zoon Evert werkt in de brouwerij onder patroon Willem Hovij, een neef van de eigenaren Van Vollenhoven. Deze gedraagt zich niet zomaar als werkgever, maar meer als vader van zijn werknemers. Hij vraagt van hen en zichzelf een christelijke levenswijze, wat bij Evert niet aan dovenmansoren is gericht. In 1874 treedt hij op de brouwerij toe tot de vereniging voor al het personeel (patroon, bazen en werklieden). Hij neemt wekelijks deel aan besprekingen over de bijbel, zending en algemene, vaderlandse en kerkgeschiedenis. Op zondagen en christelijke feestdagen wordt niet gewerkt met behoud van loon en extra loon voor degenen die soms moeten doorwerken.
Evert neemt zitting in het bestuur van het christelijke Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium (vaderlijk erfdeel). Dit was op 3 januari 1876 opgericht, onder andere omdat de socialistische en liberale vakbonden de zondagsrust niet heiligden en patronen uitsloot. Na een pleidooi van metselaar Klaas Kater op 25 november 1874 stelt Hovij fondsen in voor 65-jarigen, weduwen en wezen en arbeidsongeschikten. Lidmaatschap is verplicht met inhouding van twee procent loon en verdubbeling vanwege de werkgever. In de Czaar Peterstraat worden 62 arbeiderswoningen en een koffiehuis gebouwd.
In 1878 neemt Evert ook zitting in het voorlopig comité voor een Volkspetitionnement, om financiering voor christelijke scholen te bewerkstelligen. Wat was er gebeurd? Bij de verkiezingen een jaar eerder waren maar 108.000 Nederlanders stemgerechtigd, die een nipte meerderheid aan de liberalen gaven. Deze loodsten een nieuwe Lager Onderwijswet voor een betere kwaliteit en financiering door Tweede en Eerste Kamer. Scholen krijgen overheidsgeld zo zover openbaar en bijzondere scholen moeten 70% schoolgeld bij de ouders heffen. Christelijke families als de Von Meijenfeldts worden hard getroffen: zij hebben niet voldoende inkomen om te mogen stemmen, maar veel kinderen waarvoor zij ook nog een hoog schoolgeld moeten betalen. Alle Amsterdamse christelijke scholen worden lid van de ‘stuiversvereniging’ en het ledental groeit snel naar 2200, rechtspersoonlijkheid wordt verkregen dankzij koninklijke goedkeuring van de statuten, een bestuur met inbegrip van Evert wordt gevormd en een periodiek ‘Neêrlands hope’ wordt verspreid.
Medio 1878 richt Willem Hovij met zijn vrouw een Smeekschrift tot koning Willem III voor gelijkstelling van de School met den Bijbel. Zij roepen hem op de nieuwe Schoolwet niet te contrasigneren. Niet minder dan 470.000 protestanten en katholieken zetten hun handtekening onder het smeekschrift. Onder de eerste ondertekenaars bevinden zich Jan van der Tas en Cato von Meijenfeldt. Verderop staan Carl en Nel en de kinderen Evert, Carl, Frits en Jan. Hendrik is nog te jong. De Schoolstrijd wordt uiteindelijk gewonnen, zij het vele jaren later.
Medio 1878 realiseert De Gekroonde Valk op de Hoogte Kadijk 65-73 een magazijn met bovenwoning, ontworpen door architect Salm en na de vergunning gebouwd.
Stadsarchief Amsterdam, Bouw- en Woningtoezicht, Beeldbank 5221BT901382