2.5.1. Evert Diederich

Evert Diederich von Meijenfeldt is op 16 april 1849 om 10:00 uur aan de Groenendaal 12 in Rotterdam geboren. Hij is de oudste zoon van Carl von Meijenfeldt (1815-1899) en Nel Diederich. De 34-jarige Carl doet de volgende dag aangifte bij de gemeente en neemt als getuigen mee winkelbediende Cornelis Adrianus van Rijn en zijn collega-scheepmaker Gerrit Gerritsen. (1)

De verklaring voor zijn twee voornamen is dat de vader van Nel de voornaam Evert en de achternaam Diederich draagt. Op zijn beurt was deze Evert ook vernoemd naar moeder’s vader, namelijk Evert König uit Lienen in het Duitse graafschap Tecklenburg. De naam Evert is geen blijvertje in de familie Von Meijenfeldt. Hij geeft geen van zijn kinderen die naam. Alleen zijn jongere broer Frits noemt één van zijn zonen ook Evert Diederich.

Als onderdeel van de Afscheiding wordt in 1869 de Christelijke Jongelingen Vereniging “Door Liefde Bloeijende” van de Christelijk- Gereformeerde Kerk opgericht en treedt Evert toe tot het bestuur als secretaris. Ds. Wielenga heeft hem hiervoor gevraagd. 

Evert gaat aan de Hoogte Kadijk werken in het magazijn van de bierbrouwerij en azijnmakerij Van Vollenhoven & Co, geleid door neef van die familie, Willem Hovij. Na enige tijd klimt Evert op tot magazijnmeester. Naast de traditionele Princesse Bieren, de Stout en Ale wordt een tweede fabriek neergezet voor de moderne pilsener. De brouwerij groeit uit tot de grootste van Nederland en laat Heineken achter zich. 

Evert gaat mee in het kielzog van Willem Hovij, één van de eerste sociaal voelende ondernemers en leider van de “paneelzagerij” in de Nieuwe Kerk, die de Doleantie onder Abraham Kuijper inluidt. Hij financiert stichting van de Vrije Universiteit, de politieke partij ARP en vanaf 1876 het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium. Dit verbond is een protestantse afsplitsing van de algemene bond, gericht op zondagsheiliging, samenwerking met patroons en tegen stakingen, vrouwenkiesrecht, prostitutie en sociale wetgeving. Evert neemt in het bestuur zitting en bepleit op de tweede jaarvergadering met succes om Hovij een deelneming te sturen met de brand in de brouwerij op 25 april 1882. Zijn jongere broer Frits wordt in die vergadering gekozen in de Raad van Bestuur om een Pensioenfonds op te zetten. Vijf jaar later wordt diens voorstel aangenomen om alle lokale begrafenisfondsen tot één samen te voegen.

Evert verhuist 4 april 1882 naar Dordrecht. Hij gaat daar wonen bij oom Hendrik en tante Naatje Kennedij. De neemt de leiding over van de bierbrouwerij aan de Varkensmarkt in die stad. Van Vollenhoven & Co heeft van E.F. van Vloten “De Oranjeboom” gekocht, niet te verwarren met de Rotterdams-Bredase naamgenoot. Het totale concern wordt een Naamloze Vennootschap onder de naam “De Gekroonde Valk voorheen Van Vollenhove & Co”. Naast de in Dordrecht geproduceerde bieren worden de eigen Amsterdamse bieren toegevoegd.

Viltje voor het lagerbier van
Van Vollenhoven’s brouwerij
Gekroonde valk als symbool voor Van Vollenhoven’s bieren op pand no. 28 aan de Varkensmarkt

Evert beklaagt zich op 21 juli 1884 bij de burgemeester van Dordrecht over verregaande brutale handelingen, gepleegd door de agent van politie 1e klasse A. den Boer. Hij had onder een of ander voorwendsel een glas bier gevraagd. (2) 

Op 13 juli 1882 trouwt Evert in Rotterdam met Johanna Elisabeth (Jo) van Leusden, geboren in Klundert op 8 december 1854 als dochter van timmerman Michiel van Leusden (1815-1885) en Johanna Geertruij Grootenboer (1822-1907). Zij kennen elkaar al langere tijd, want hun kleindochters herinneren zich het verhaal dat Jo Evert zelf ten huwelijk vraagt, “omdat zij geen zin had op het schrikkeljaar te wachten”. Getuigen bij het huwelijk zijn oom Hendrik, zwager Jan van der Tas en broer Carl Frederik. Na het huwelijk betrekt het echtpaar een eigen woning aan het Beverwijksplein in Dordrecht. 

Evert von Meijenfeldt

Jo van Leusden

Daar worden hun kinderen Carl (1883), Jan (1884), Nel (1887), Anna (1890) en To (1892) geboren. Vijf jaar later – Jo is dan 43 jaar oud – komt er nog een tweeling: Frieda komt levenloos ter wereld, terwijl Maria al na negen maanden overlijdt.

Evert verhuist met zijn gezin naar de (Godfried Schalken) Singel 52 rood. Dochter Nel ontvangt een opleiding tot verpleegster, maar krijgt steeds meer psychische problemen. De sinds 1884 opgerichte “Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders in Nederland” ontvangt haar op het landgoed Bloemendaal in Loosduinen, Den Haag. Evert treedt toe tot het bestuur van de vereniging. 

Rond de eeuwwisseling komt een einde aan Evert’s directeurschap van de bierbrouwerij. Daar zijn twee redenen voor. De brouwerij krijgt het moeilijk. De heldere pils met witte schuimkraag uit Beieren is de grote concurrent van het troebele lauwe bier. Wegens een overschot op de Nederlandse markt wordt de Dordtse vestiging in 1904 gesloten. Ten tweede gaat het met de gezondheid van Evert zodanig bergafwaarts, dat hij na een lang en pijnlijk ziekbed op 13 juni 1905 op 56-jarige leeftijd overlijdt.

Zoon Jan is op 16-jarige leeftijd al naar Amsterdam vertrokken. Hij woont vanaf 1900 in de Quellijnstraat bij de zus van zijn moeder Petro­nella van Leusden, die met banketbakker Johann Wil­helm Westerhoff getrouwd is, een genaturaliseerde Duitser uit Isselburg. Zijn oma van moederskant Johanna Geertruij Grootenboer woont er ook, net als dochter Louise Gesina Wester­hoff. Zij trouw­t later met Roe­lof von Meijen­feldt uit de tak De Koe.

Weduwe Jo van Leusden heeft geen pensioen en moet zelf in haar inkomen voorzien. Dankzij het sociale hart van Hovij kan Jo een kruidenierszaak beginnen. Zoon Jan komt terug uit Amsterdam en assisteert haar daarbij.

De Wilhelminakerk op de Bleekersdijk in Dordrecht (1918).
Aangrenzend daarachter de kruidenierszaak op nr. 39.

Het gezin bezoekt de Wilhelminakerk. Het is een op Abraham Kuijper geïnspireerde koepelkerk. Jan is  ouderling en broer Carl collectant. Als de laatste eens een zware steen van zijn nichtjes in de zak krijgt, legt hij deze kalm bij de kansel met de woorden: “Dit is een steen des aanstoots”.

Johanna Elisabeth (Jo) van Leusden

In 1916 woont Jo met zoon Carl op de Emmastraat 16rood. Dat jaar gaan Carl en Jan naar Amsterdam, waar zij in een achtereenvolgend aantal woningen samenwonen. Op 22 januari 1922 voegen Jo en To zich bij hen in de Bilderdijkkade 31.

Na Hendrik en Naatje en Evert en Jo komt een derde generatie Von Meijenfeldts in Dordrecht wonen. Hijlke Roelof is de 26-jarige zoon van Evert’s jongere broer Frits die in 1917 vanuit Amsterdam verhuist. Het is geen toeval, want hij trouwt een jaar later met een dochter van Nel van Leus­den, de 11 jaar jongere zus van Jo van Leusden.

Jo van Leusden keert in 1924 terug naar Dordrecht en woont aan de Dubbeldweg 191, het huis naast dat van het gezin van Hijlke Roelof en verhuist daarna naar de Van Egmondestraat 4 in Voorburg, waar haar zoon Carl inmiddels woont. Op 31 december 1937 overlijdt zij op 84-jarige leeftijd, nadat zij 32 jaar weduwe is geweest.

Ook De Gekroonde Valk v/h Van Vollenhoven heeft niet het eeuwige leven. In 1949 wordt de brouwerij in Amsterdam overgenomen door Heineken-Amstel en kort daarna gesloten.

Terug   ***   Verder

1. Stadsarchief Rotterdam, 999-01 Burgerlijke Stand, geboorteakten 1849B, folio b024, nr. 1067.
2. Stadsarchief Dordrecht, archief 6, invent. 3498, doos 2, envelop 1.