3.3.2. Kerkhistorie

De St. Andreaskerk dateert uit 1350. Aanvankelijk is het de particuliere kapel van de familie Buggenhagen. In 1498 krijgt Degener Bug­genhagen jr (na een reis met de Pommerse hertog Bogislav X naar het Heilige Land, Rome en Venetië) toestemming van de Schwerinse bisschop Konrad om er een echte pastorale kerk van te maken en krijgt het de naam van de heilige apostel Andreas. De in omvang toegenomen bevolking rond de slottoren had hierom verzocht in verband met de gevaarlijke tocht door bet dichte bos naar de kerk van Dorow. Van deze kerk worden de heilige stukken en het zijaltaar gebruikt en waarschijnlijk vindt er ook wel een verbouwing van de kapel zelf plaats. In 1534 wordt het land evangelisch en raakt de kerk in verval.

1698 altaarstuk en kerktoren 

Nadat graaf Johann August von Meijerfeldt sr het landgoed Nehringen van de Zweedse koning Karel XII toegewezen heeft gekregen, laat hij de periode 1722-1726 de kerk geheel renoveren. 

Onderaan het altaar zijn de wapenschilden van de graaf en gravin te vinden met daartussen de inscriptie: ‘Deze kerk werd in 1721 herbouwd door Zijne Excellentie, de Rijksraad en Gouverneur-Generaal, graaf Johann August von Meijerfeldt, in naam van God.’

De kerkboeken vermelden dat hij vroomheid en fortuin in zich verenigt. Aan de voorzijde wordt een zeshoekig koor aangebouwd met nieuwe ingang, waarop altaar, sacristie, kansel en patroonsloge staan en waarboven het doopfont hangt. Voor de vloer worden stenen uit Götland aangevoerd.

Dem Drey einiger Gott zu Ehren, welcher dieses Sein Haus ferner beschützen wollen, hat nach letzteren Krieg der Hern Reichsrath und General-Gouverneur Graf JOHANN AUGUST MEIJERFELDT diese Kirche Anno 1722 zu repariren amfangen und Anno 1726 mit Aufsetzung des Thurm=Knopfs solches reparation endigen lassen. [Kirchebuch Glewitz 1726]

De patroon en zijn familie kunnen de loge via de nieuwe ingang bijna ongezien bereiken. De meest opvallende afbeelding is het enorme houten wapen bovenop. Na de restauratie werd de houtworm en houtrot hieruit verdreven en de verf hersteld, maar volgens de laatste inzichten werden ontbrekende stukken niet aangevuld. De kosten alleen daarvan bedroegen € 28.500.


Gravenwapen (1726)
Wapen, helmversiering, lofwerk Riddarhuset
Plaats: Patronatsloge
Foto: Lester von Meijenfeldt (2022)

Gravenwapen (1726)
Wapen, gravenkroon Riddarhuset
Plaats: Altaar rechts
Tekst: Excell. Graff Johan August Meijerfeldts Wapen
Foto: Lester von Meijenfeldt (2022)

Ook de kerken en pastorieën van de andere dorpen krijgen een opknapbeurt, eveneens met de stenen uit Götland. In 1744 en 1745 laat de dan oude graaf de hele kerktoren opnieuw vierkant opbouwen met veldsteen met een granieten hardstenen basis. Een plaatselijke meestertimmerman uit Greifswald verzorgt het koperen dak en de open lantaarn, waarin de laatmiddeleeuwse bronzen bel terugkeert met geheel nieuwe uurwerken. Tenslotte een knop met een nieuwe haan. Op een koperen plaat op de kerktoren staat:

Hier­nebst haben zur Ehre der Allerhöchsten und Zierde dieser Kirchen Des Hochgebornen Herrn Reichraths Generals und General=Gouverneurs Graf JOHANN AUGUST MEIJ­ERFELDT Hochgräfl. Excellenz diesen Thurm Anno 1745 neu aufrichten und denselben mit einem neuen Knopf und Hahn zieren lassen.

In 1787 voegt zijn zoon Carl Friedrich jr er nog een trappentoren met halve spiraalgevel aan toe. (3) In 1790 pleegt andere zoon Johann August jr tenslotte nog enkele verbeteringen.

In 1868 wordt het vervallen barokke orgel vervangen door een F.A. Mehmel Dorfkirchorgel. In 1994 is dat orgel gerestaureerd door Sauer uit Frankfurt/Oder.

Na de Tweede Wereldoorlog is de kerk in zodanig slechte staat, dat de deuren gesloten worden. Verontwaardiging over het besluit om de kerk in 1984 te slopen leidt tot een jarenlange restauratie door koster en metselaar Klaus-Jürgen Bergemann en veel vrijwilligers. Ondanks het communisme in Oost-Duitsland lukt het hem stiekeme Amerikaanse (Chambersburg) steun te krijgen. In 1992 opent bondsminister Angela Merkel de prachtig gerestaureerde St. Andreas Kirche. De koster krijgt het Bundesverdienstkreuze. (1)

Terug   ***   Verder

1. K. & H.-D. Bergemann, “Die Rettung der Pfarrkirche St. Andreas in Nehringen”, in: H.T. Porada & W. Schmidt, “Kirchliches Leben zwischen Trebel und Strelasund”, Kiel 2019, pag. 327-334.