2.2.8. Verpleging

Naast eigen kerken, eigen scholen en eigen vakbonden is de familie Von Meijenfeldt betrokken bij het op gereformeerde grondslag opzetten van verpleging. Het gaat daarbij om zieken, om krankzinnigen – zoals zij dan nog heten – om oude mannen en vrouwen en om wezen. De weinige verpleging die er is wordt door freules opgezet. Schoorvoetend trekt de overheid zich deze zorg aan, maar biedt in nieuwe wetgeving vooral ruimte aan particulier initiatief. De familie Von Meijenfeldt is op drie manieren bij de verpleging betrokken: het organiseren, het toedienen en het ondergaan.

Wat betreft het organiseren gaat het om bestuursfunctie in door de overheid goedgekeurde gereformeerde verenigingen. Dominees, hoogleraren en patronen zijn meestal voorzitter. Het werk bestaat uit het verwerven van gebouwen, aantrekken van personeel en innen van donaties en contributies. In het bestuur van “Het Suppletie-Fonds ter Christelijke Verpleging van Arme en Hulpbehoeven Krankzinnigen” is Frits 2e secretaris en correspondent, Jan van der Tas penningmeester en Carl Frederik lid. In het bestuur van de “Gereformeerde Ziekenverpleging” is ….. boekhouder.

Anna, de dochter van Hendrik en Naatje, gaat in 1866 werken in het Stedelijk Krankzinnigengesticht aan de Hoogstraat in Rotterdam. Zij is daar geen verpleegkundige maar naaister. Eén van haar werkstukken hangt aan de muur in het FamilieMuseum. Evert heeft twee dochters die een opleiding tot verpleegkundige volgen en daar ook een baan in vinden: Nel en Anna. Beiden worden echter na verloop van tijd zelf ziek; de ene kwijnt weg door het overlijden van haar vader en de tweede staat bloot aan te veel straling door kankeronderzoek in de kliniek van De Hoedt.

Leden van de familie hebben zelf ook zorg nodig. In de tweede generatie is Nellie volgens haar broer Hendrik “van haar verstand beroofd”. (1) Zij krijgt mantelzorg van haar gezin en als haar broer Jan in 1878 overlijdt gaat zij naar het bovengenoemde Stedelijk Krankzinnigengesticht in Rotterdam. Carl’s zoon Jan zou een geestelijke achterstand hebben, maar toch woont hij een tijdje zelfstandig en brengt het tot hoofd van een onderafdeling bij de Drinkwater Maatschappij.

Meerenberg te Bloemendaal

Nel von Meijenfeldt, de verpleegkundige die door de dood van haar vader Evert in 1905 wegkwijnt, komt eerst terecht in het Provinciaal Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen Meer en Berg (verbasterd tot Meerenberg) te Bloemendaal bij Haarlem. Dankzij de ruimte die de Krankzinnigenwet van 1884 biedt is de ‘Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland’ opgericht. Deze vereniging komt in actie en weet Nel te plaatsen in het in 1909 opgeleverde Psychiatrisch Ziekenhuis Vredelust in Bergen op Zoom. Vanuit haar ouderlijk huis in Dordrecht wordt zij begin februari 1911 ingeschreven, maar overlijdt daar twee maanden later op 23-jarige leeftijd.

Terug   ***   Verder

1. Brief van Hendrik aan Carl van 19 november 1888 in Familiearchief, Documenten Familie, N.3, nr. 52.