2.2.2. Rede van Texel

Johan August pakt na de aanmonstering snel zijn boeltje bij elkaar, want hij moet zich dezelfde dag nog aan boord melden. Hij begeeft zich naar Kattenburg, waar zijn schip op ’s Lands Dok ligt.

’s Lands Dok, Werf en Zeemagazijn op Kattenburg
Johann Wilhelm Winther 1730

Het fregat de Erfprins van Brunswijk is twee jaar eerder gebouwd op het achterliggend ’s Lands Werf. In het naastliggende ’s Lands Zeemagazijn liggen de zeilen, vlaggen, scheepsuitrusting, watervoorraden en in het bijzonder kanonnen, ammunitie en buskruit. Na de tewaterlating van het fregat was het magazijn zomer 1791 volledig uitgebrand. Gelukkig zijn de zwart geblakerde buitenmuren net op tijd wit bepleisterd en de binnenkant hersteld en gevuld. Sinds 1973 is hier het Scheepvaartmuseum gevestigd

Eenmaal aan boord zoekt Johan August zijn slaapplaats op in de achtersteven en laat daar zijn spullen achter. Zelf moet hij een deken, kussen en bultzaken meeslepen of ter plaatse kopen. Bij de schrijver kan hij eventueel wel een psalmboekje en een hangmat krijgen. Johan August laat daarna het geschut aan boord brengen en schipper Gerrit van der Riet de tuigage. Omdat het schip door de ondiepe Zuiderzee moet mag het maar half belast worden en is alleen de rompbemanning aan boord. Na twee weken geeft kapitein Hartsinck op 13 juni 1793 opdracht het anker te lichten. Het schip vaart de haven uit, het IJ op en met behendigheid langs Pampus. Na een week komt in de Bocht van Durgerdam een andere loods aan boord om veilig door de vaargeulen van de Zuiderzee te laveren. Al na een dag bestelt Hartsinck vanuit de Kuil van Marken extra balansmateriaal.

Op 16 juli arriveren ze in het Nieuwe Diep, de recent gecreëerde vaargeul met ankerplaats voor de admiraliteit, waar het Nieuwe Werk in aanbouw is tot werfcomplex en uiteindelijk zal uitmonden in de marinehaven van Den Helder. Timmerlieden komen aan boord om te kijken naar de dekken, die niet bepaald waterdicht blijken te zijn. Zij oordelen dat breeuwen (naden opvullen met harpluis ofwel afgedankt geteerd touw) zeer noodzakelijk is. In Amsterdam gaat het College na enig delibereren akkoord met financiering.

Nadat de timmerlieden klaar zijn steekt het schip de vaargeul over en gaat op 23 juli voor anker op de Rede van Texel. Met een sloep is fort De Schans op het eiland goed te bereiken. In het dorp Oudeschild bivakkeren tientallen zeelieden en loodsen in de herbergen. Na aanvulling van de manschappen en voorraden komt een controleur aan boord om de monsterrol van de schrijver goed te keuren. Hij neemt missives van Hartsinck mee terug, waaronder een verzoek op instigatie van Johan August om het kaliber van de vier vierponds kanonnen te mogen vervangen. In Amsterdam geeft de equipagemeester mondeling positief advies en ook de advocaat-fiscaal is akkoord. Het College stemt in, zolang een eventuele uitvaart maar niet op de komst van de kanonnen wacht. (1)

Dit voorbehoud is goed te begrijpen in de militaire context. Nog maar vier maanden eerder was de Franse invasie in de Republiek vastgelopen bij de grote rivieren. Hartsinck had daaraan bijgedragen voor het dorp Hardinxveld, als commandant van een Scheveningse pink met 12 man en twee 12-ponders. Nadat de Fransen zich moeten terugtrekken door de Zuidelijke Nederlanden tot achter hun landsgrens zijn ze nog niet verslagen. Daarom krijgt Hartsinck vrijwel parallel aan de reactie van het Amsterdamse College opdracht van luitenant-admiraal Van Kinsbergen om de Noordzee op te varen om binnenkomende handelsschepen te beschermen. Dit krijgt de naam Project Esquader om te kruissen op de O.I. retourschepen. De fregatten Erfprins van Brunswijk en Eensgezindheid en de kotter Snelheid doen mee. (2) 

Bevoorraad met voedsel en water en aangevuld met  bemanning vaart Hartsinck op 31 juli de Noordzee op. Hij kruist tussen de Doggersbank en de Noorse havenstad Bergen, jagend op Franse kapers, hetgeen hij zonder incidenten klaart. Na drie weken is hij 900 kilometer ten noorden van Texel als hij het anker laat zakken in de haven van Lerwick op Hitland (Shetland). Johan August lost saluutschoten als groet voor de wal en voor de Eensgezindheid en Snelheid, die op 25 augustus binnenvaren. Samen gaan zij kruisen en elkaar seinen als zij vreemde schepen zien. Meestal zijn het geen vijandelijke maar Engelse of Amerikaanse. Begin september krijgt Hartsinck een aanschrijving van prins Willem V om medio oktober konvooi te gaan geven aan een uitvarende vloot naar West-Indië, maar eerst moeten de drie schepen thuiskomen. Op 17 september verlaten zij het gebied en geven gelijk konvooi aan een groepje handelsschepen. Op 22 september ligt de Erfprins van Brunswijk opnieuw op de Rede van Texel.

Johan August ontvangt op 1 oktober een tweede voorschot van 24,4 gulden, want hij moet aan wal om de vier kanonnen te wisselen. Intussen wisselen nog wat manschappen. De benoeming van konstabel-majoor Frederik Bon uit Keulen voor 32 gulden per maand zal Johan August minder enthousiast maken. Nu moet zal hij het achterdeel van het fregat moeten ontruimen, waar hij met bediening goed te eten krijgt, in een eigen ruimte goed slaapt en dankzij hygiëne en een latrine gezond blijft. Gelukkig voor hem komt het zover niet, want Bon blijkt op het moment suprême niet scheep te gaan.

Timmerlieden breeuwen de Erfprins van Brunswijk opnieuw gedurende maar liefst twee weken. Zij ontdekken houtworm. Nadat de equipagemeester in Amsterdam wat van het hout gevuld met diertjes laat zien, besluit het College een grondige inspectie en reparatie uit te voeren. Proviand voor tien maanden gaat aan boord. Het College volgt Hartsincks voorstel een aanvulling jenever toe te voegen.

Terug   ***   Verder

1. Resolutiën Admiraliteit van Amsterdam, Nationaal Archief  1.01.46, Inv 1506, 26 juli 1793 en 30 juli 1793.
2.
J.D. Hoeufft, “
Beschryvinge van het gebeurde ten tyde van den inval der Franschen in ons land, benevens de middelen van defensie, aangewend door den ridder J.H. van Kinsbergen, vice-admiraal van Holland en West-Friesland, commandeerende alle scheepen en gewapende vaartuigen op dien tyd”, Amsterdam 1794, deel 2, pag. 391.