2.5.7. Cacao

Nu definitief duidelijk is dat de stamboom Von Meijenfeldt zich niet zal splitsen in twee takken Kennedij en Diederich, richt de vizier zich op de vijf zonen van Carl. Maar het is dochter Catharina Margaretha die als eerste een huwelijk aangaat. Op 18-jarige leeftijd trouwt zij met koopman Jan van der Tas. De ondertrouw is op 15 oktober 1874 en het huwelijk vindt in Amsterdam plaats op 29 oktober. Vanwege haar minderjarigheid staat op de trouwakte de handtekening van Carl voor zijn instemming als vader. Oom Pieter Kreber van tante Cornelia Hendrica Diederich treedt op als haar getuige.

Cato von Meijenfeldt

Jan van der Tas

Jan van der Tas is in 1848 geboren in Wateringen, onder Den Haag. Zijn ouders Leendert van der Tas (1824-1885) en Johanna Beekenkamp (1822-1863) hebben daar een banketbakkerij. Zijn moeder was eerder gehuwd met broodbakker Nicolaas van der Vlugt (1822-1863).

Laatstgenoemde broodbakker wordt soms in de familie verward met oom Aart de Vlugt van tante Anna Sophia Diederich. Eén van hun kinderen Evert de Vlugt krijgt een zoon Willem, die  burgemeester van Amsterdam wordt gedurende maar liefst 20 jaar. Deze is streng gereformeerd, bezoekt wel in 1928 de Olympische Spelen in zijn stad op een zondag, krijgt ontslag in 1941 vanwege de Februaristaking tegen de Jodenvervolging door de Duitsers en is de naamgever van de naoorlogse uitvalsweg en het latere station in Slotermeer.

Jan van der Tas was twee jaar voor de bruiloft naar Amsterdam gekomen. Op 24-jarige leeftijd had hij de kruidenierswinkel “De hand naar Leiden” aan de Leidschestraat bij het Koningsplein gekocht. De zaak groeit uit tot vijf bedienden dankzij succes met cacao, waarvoor hij op tentoonstellingen wordt bekroond. Hij heeft een grossierderij en huurt een pakhuis aan de Korte Leidschedwarsstraat.

De hand van Leiden, Koningsplein


Koloniale waren, comestibles, chocolade
foto: C.J. Hofker, 1917

Jan van der Tas is ook lidmaat van de Christelijk Gereformeerde kerk en een jaar voor zijn huwelijk diaken. Hij organiseert maatschappelijk werk voor zijn geloofsgenoten, zoals zorg voor wezen en weduwen, hulp aan de armen en verpleging van zieken, krankzinnigen, blinden en doofstommen. Dertig jaar lang zal Jan bestuurslid van het Weeshuis en van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis zijn. Hij richt samen met anderen het suppletiefonds voor Christelijke Verzorging van behoeftige krankzinnigen op. Op die manier komt hij bekend te staan als “Vader Van der Tas”. (2)

Na de bruiloft ziet de toekomst er voor Cato heel anders uit. Binnen een jaar krijgt zij haar eerste kind en Carl zijn eerste kleinkind. Het is een zoon met de voornamen Leendert Carl, vernoemd naar beide grootvaders. Tot bijna het eind van de eeuw zal Cato voortdurend zwanger zijn en twaalf kinderen baren.

Terug   ***   Verder

1. De Spiegel, Weekillustratie voor het Christelijk Gezin, 27 juni 1908, blz. 308.