De derde generatie van de familie Von Meijenfeldt wordt vooral gevormd door de zoons en schoonzoon van Carl. Het zijn allemaal mannenbroeders, een term ontleend aan de Statenvertaling van de bijbel. De mannen zijn broeders voor de gereformeerde zaak en de vrouwen hebben andere taken. De mannen hebben functies in de besturen van de kerk, het onderwijs, de vakbond en de zorg.
De kinderen van Carl zijn in de eerste plaats echter kostverdiener:
-
- Oudste zoon Evert Diederich gaat werken bij de grootste bierbrouwerij van Amsterdam, Van Vollenhoven & Co. Hij zal daar de rest van zijn leven blijven werken. Hij begint in het magazijn aan de overkant van zijn ouderlijk huis aan de Hoogte Kadijk. Traditioneel worden daar Princesse Bieren, Stout en Ale geproduceerd. De brouwerij heeft meer werknemers dan concurrent Heineken, dat met pils (aangeduid als Beierse bieren) wel aan een inhaalslag bezig is.
- Tweede zoon Carl Frederik gaat in de horlogerie, eerst als handelaar, later als winkelier.
- Derde zoon Frederik Hendrik werkt bij de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij. Dit is een particuliere bedrijf, dat dankzij de inspanningen van genie-officier Vaillant, de landsavocaat en schrijver Jacob van Lennep en enkele Engelse geldschieters tot stand is gekomen. In de duinen gezuiverd drinkwater komt via een pompsysteem aan bij de Haarlemmerpoort, vanwaar het is aangesloten op een in de stad aangelegd leidingsysteem.
- Catharina Margaretha trouwt met Jan van der Tas. Die leidt sinds 1872 “De Hand naar Leiden”, waar hij eigenaar is van een over de grens bekende grote winkel en leverancier van cacao en veel prijzen in de wacht sleept. Na zijn dood zet Cato de zaak achter de schermen voort.
- Johan August gaat net als zijn broer bij de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappijdaar werken.
- Jongste zoon Hendrik Diederich komt uiteindelijk bij de Nederlandsche Bank te werken.
Niet in deze volgorde maar chronologisch gaat het verhaal hier verder.