3.6. Migranten

Naast de stamvader reizen naamgenoten vanuit het buitenland Nederland binnen. Het gaat om edellieden en zeelieden, om terugkeerders en blijvers en om eenlingen en familieopbouwers.

1682 komt de 20-jarige Carl Friedrich von Meijerfeldt sr uit Riga naar de Zuidelijke Nederlanden, vecht in Franse dienst en keert na de veldtocht tegen de stad Luxemburg in 1684 naar huis terug. In 1690 komt hij nog een keer, maar dan aan geallieerde zijde in de Slag bij Fleurus… lees verder. Voor zover bekend laat hij geen vrouw en kinderen achter.
1693 reist zijn jongere broer Johann August von Meijerfeldt sr op 29-jarige leeftijd van Riga naar de Republiek. Koning-stadhouder Willem III stelt hem aan als kapitein van een Zweedse compagnie. Hij vecht aan het front in de Zuidelijke Nederlanden, keert acht maanden terug om verse troepen te werven en marcheert na een volgend verblijf en de vrede in 1697 als majoor van Maastricht af naar Bremen… lees verder. Voor zover bekend laat hij evenmin vrouw en kinderen achter.
1706 komt de 19-jarige Rudolf Anthony von Salis-Mayenfeld met zijn broer Johann Baptist uit Mayenfeld naar de Republiek. In zijn regiment Zwitsers, gelegerd in Breda, neemt hij onder Marlborough deel aan het tegenhouden van de Zonnekoning in de Zuidelijke Nederlanden, net als de Zweedse edellieden eerder. Hij keert niet naar Zwitserland terug, trouwt een adellijke Nederlandse vrouw en bouwt een groot gezin op, net als zijn broer. Zijn gelijknamige kleinzoon wordt na Napoleon bij de Nederlandse adel ingelijfd en verhoogd tot baron. Met het overlijden van diens 17de en laatste kind in 1900 sterft de naam Mayenfeld in Nederland uit… lees verder.
1713 komt de 30-jarige Otto Meijerfelt met zijn broer Andries uit de havenstad Karlskrona naar Amsterdam en wordt kustvaarder. Hij krijgt kinderen en kleinkinderen, maar met zijn overlijden in 1768 sterft de naam toch uit… lees verder.
1745 vindt in Amsterdam de bruiloft plaats van de 26-jarige zijdekoopman Jan Rudolph Meijer uit Bazel, die zich met gezin en vermogen in Baarn vestigt. Hij heeft dezelfde overgrootvader als Wilhelm Ludwig Meijer, die in 1757 de Hessische adelstand met de naam von Meijerfeld* vraagt en krijgt… lees verder. De laatste heeft in zijn tweede huwelijk een zoon, die in 1793 vaandrig wordt in het Pruisische leger met de naam von Meijenfeldt, wiens kleinzoon naar Amerika emigreert, waar de naam Meyenfeldt pas in het jaar 2006 uitsterft… lees verder.
* Mogelijk gekopieerd van zijn Zweedse strijdmakker in de Slag bij Lafelt:

1747 raakt de 22-jarige Johann August von Meijerfeldt jr uit Stralsund – uiteindelijk de laatste Zweedse graaf – na een winter in Amsterdam en Den Haag in de Slag bij Lafelt in Franse gevangenschap. Na enkele dagen komt hij vrij, omdat hij zich bekendmaakt als adjudant-generaal van Waldeck, de legerbevelhebber van de Republiek... lees verder.
1750 is Cornelis Meijerfelt bootsman op het schip de Post van Curaçao onder kapitein Frederik de Wit. Het schip ligt een half jaar voor de Rede van Texel, vaart op 4 december de Noordzee op naar Curaçao en keert in 1752 terug. Hij getuigt in Amsterdam voor de scheepskok in diens conflict met de kapitein. (1)
1754 komt de 22-jarige Maria Catharina Meijerveldt uit Detmold via Nunspeet naar Harderwijk als dienstmeid bij burgemeester. Zij woont aan de Herengracht in Amsterdam als zij in 1758 in de Westerkerk in ondertrouw gaat met kleermaker Jan Heymens en in Elspeet bij de schoonvader trouwt. Het gezin met veel kinderen en kleinkinderen strijkt in Harderwijk neer… lees verder.
1756 krijgt Anna Catharina Meijerveld in Den Haag een dochter bij Johannes Knol. (2)
1772 of eerder arriveert de 36-jarige Georg Richard Meijerfeldt uit Stralsund in Amsterdam, maakt daar een vrouw zwanger en monstert vlak na de doop van zijn zoon in het Maagdenhuis aan als soldaat op een VOC-schip naar Batavia. Hij is nog maar net op het Kanaal als hij op 10 mei 1773 overlijdt… lees verder.
1783 laat Elizabeth Meijervelt haar dochter bij Arie Hoveling in Utrecht rooms-katholiek dopen. (3)
1787 is de 41-jarige Carl Albrecht von Meijernfeldt luitenant bij de huzaren in de Pruisische veldtocht in Holland en wordt ingekwartierd in Nijmegen. Hij is burgemeesterszoon in Damgarten en op jonge leeftijd huzaar in Zweedse dienst… lees verder.
1807 trouwt de 19-jarige Carl Wilhelm Meijerfeldt in het formeel nog bij Zweden horende stad Wismar. Hij reist niet naar Nederland, maar Hollandse troepen komen naar die stad en vooral Stralsund, waar hij geboren is als natuurlijke zoon van Stückjunker August School. Hij wordt de stamvader van een grote familie Meyerfeldt in Hamburg… lees verder.
1807 wonen de 52-jarige Johann Caspar Meijerfeldt, zijn vrouw en twee zoons uit Simrishamn in de vestiging Stralsund, die belegerd en ingenomen  wordt  door een half Hollands leger, dat aanvankelijk onder commando stond van koning Lodewijk Napoleon en in kamp Zeist de Pyramide van Austerlitz had gebouwd. Vader en zoons staan op de Zweedse militaire rol in een afwijkende spelling Meijenfeldtlees verder.

Terug   ***   Verder

1. Cornelis legt met vier andere zeelieden van boord op 10 september 1752 voor een Amsterdamse notaris op verzoek van kok Claas Pietersz een getuigenis af. De kok kon na 14 dagen varen door een ongeluk aan boord zijn rechterhand niet meer gebruiken, mede door het verband dat de chirurgijn aanbracht. De kapitein maakte hem enkele dagen later matroos en verving hem voor een ander, de neef van de opperstuurman. Zij getuigen dat de kok zich in de eerste zes maanden plus 14 dagen ordentelijk gedroeg, zijn vak zeer wel verstond, niemand over zijn eten klaagde en tijdens het ongeluk nuchter en werkende was. Op verzoek van de kapitein spreken de opperstuurman en vier anderen aan boord bij een andere notaris vier dagen later over die getuigenis zeer veel verwondering uit, omdat de kok papperige gort en verbrande of bedorven witte erwten voorschotelde en omdat uitgerekend Cornelis de grootste klager was. Stadsarchief Amsterdam, 5057 Notariële Archieven, Inv 12584, no. 268 en Inv 12810, no. 583
2. Stadsarchief Rotterdam, 999-09 DTB Overlijden, Inv 1841, fol 98v.
3. Utrechts Archief, 711 DTB Dopen RK Abstede en Tollesteeg, Inv 48, fol 173.