Naast de begraafboeken van de pastor kan ook het familiegraf zelf ook fysiek aanwijzingen behelzen over de identiteit van degenen die in het familiegraf liggen.
Het familiegraf is in 1722-1726 aangelegd in opdracht van graaf Johann August von Meijerfeldt, als onderdeel van de algehele verbouwing van de St. Andreaskerk. Het graf ligt onder de gehele vloer van het aangebouwde 5,10 meter diepe zeshoekige koor. Dwars onder de eerste rij kerkbanken is in de 10,90 brede muur de ingang naar het grafgewelf van de eerste eigenaren Buggenhagen dicht gemetseld. Vanaf daar loopt een stenen trap naar het 1,85 meter diepe gewelf. De trap is afgesloten met een 3 ton zware afdeksteen. De grafkisten liggen aan de noordelijke kant onder de sacristie en kansel; de ruimte onder de loge is leeg.
Op zowel de afdeksteen als op de zuidelijke muur beneden staan lauriertakken met een strik onderaan. Daar staan de volgende teksten:
Afdekplaat | Grafmuur |
Mensch bedenck deine Stirblichkeit Halt dich bereit Bereue deine Sünde Zu rechte Zeit da mit du nicht Verschertzt die Sehligkeit |
Herr Christ Wann du dir Todten wirst an jenem Tag erweisen So thu auch deine Hand Zu meinem Grab auβ strecken Laβ hören deine Stimm und meinen Leib weck auf und führ ihn schön verklärt zum auβerwählten Hauf Vers 8, gezang “O Gott, du frommer Gott” uit “Devoti musica cordis” van Johann Heermann uit 1630 |
Na de inzegening van het graf in 1726 is de afdeksteen er nog enkele keren af gehaald om familieleden bij te zetten, voor het laatst in het jaar 1800. Kort daarop hebben Napoleontische soldaten het graf geplunderd. Medio 2023 is de steen er nog een keer afgegaan voor restauratie. Vanwege verzakkingen rondom de afdeksteen besloot de pastor daartoe dankzij een bijdrage van € 9.000 van de Deutsche Stiftung Denkmalschutzen. Een wetenschappelijke inventaris van de inhoud is gemaakt. Na de opening werd pas zichtbaar welke schade was aangericht door de plunderingen en door het vuil en water dat via de twee ontluchtingsgaten was binnengedrongen. De doodskisten lagen volledig door elkaar, het grootste deel was verrot, de muren waren deels uitgespoeld, er lag menselijk en dierlijk afval en de botten lagen over de grond verspreid. (1)
Toestand 22 juni 2023 Toestand 26 juni 2023 |
Uit de inventarisatie blijkt dat zeven personen in het familiegraf zijn bijgezet: drie vrouwen, drie mannen en een onzekere. Twee kisten zijn rijk versierd met het Meijerfeldtse familiewapen, de overige zien er eenvoudig uit. Metalen plakkaten met inscripties en andere materialen zijn aangetroffen en naar boven gebracht. Op grond hiervan concluderen de onderzoekers dat hier in elk geval liggen: Johann August sr en Brita Barnekow en hun kinderen Ulrica Margaretha en Johann August jr. De andere drie geven aanleiding voor verder onderzoek.
DIE HOCHWOLGEBO[HRNE] FRAV ANNA VON LÖWENSTERN DES SEEL HOCHWOHLGEBOHRN H[ERNN] LANDRATH CLAVS WILHELM HASTFER [GE]SESSEN AVFF PEVKERN IN LIEFL[AND] NACHGELASSENE FRAV WITTWE DA SELBST GEBOHREN ANNO 1640 DEN 11 DECBR IN STRALSVND GESTORBEN DEN 9 JAN 1723 IHRES ALTERS 82 JAHR 6 MONAT[H]
Löwenstern-Inschriftentafel, Bericht Ströbl, afb. 32
Op een aangetroffen plakkaat staat een tot nog toe onbekende Anna von Löwenstern (1640-1723), weduwe van landraad Claus Wilhelm von Hastfer op het landgoed Poikern (Āstere) in Lijfland. Uit adelsboeken blijkt dat zij de dochter is van Diederich Rigemann geadeld von Löwenstern (1611-1656) en Anna Wulff (1615-1658). De laatste is zus van Catharina Wulff, de moeder van Johann August von Meijerfeldt sr. Zij is hoogstwaarschijnlijk bij de Russische inname van Riga in 1710 samen met haar nicht Anna Christina von Hastfer geh. von Meijerfeldt overgestoken naar Stockholm en later Stralsund. Daardoor lijkt het buiten twijfel dat één van de zeven lichamen van haar is. (2)
Buntmetall-Wappentafel
Bericht Ströbl, afb. 35
Het adellijke alliantiewapen Meijerfeldt-Hastfer (heraldisch links resp. rechts) wijst in combinatie met de nog overblijvende schedel van een man van middelbare leeftijd op de aanwezigheid van Carl Friedrich von Meijerfeldt sr. Eén van de opdrachten van zijn broer na de Slag bij Poltava in 1709 was het uitwisselen van de doden. Zijn lichaam zou moeten zijn verscheept en tijdig in het nieuw aangelegde familiegraf zijn aangekomen.
1. R. u. A. Ströbl, “Gruft derer von Meyerfeldt”, St. Andreaskirche Nehringen, Bericht Forschungsstelle Gruft, Lübeck juli 2023.
2. A. von Transehe-Roseneck, “Die ritterlichen Livlandfährer des 13. Jahrhunderts”, Würzburg 1960, noemt Anna Christina von Hastfer – ten onrechte – de dochter van Claus Wilhelm von Hastfer en Anna von Löwenstern, bovendien met een twee jaar te laat overlijdensjaar van de vader en geboortejaar van de moeder .