Heinrich (Hinrik, Henric) Meijer is de zoon van Wolmar Meijer en Agnes von Tiesenhausen.
Heinrich is in 1560 officier in de ruiterij van de Duitse Orde in Lijfland. Deze loopt op zijn laatste benen als gevolg van de Reformatie en de Lijflandse Oorlog. Tsaar Iwan IV de Verschrikkelijke verovert grote delen van Lijfland. Landmeester Gotthard Kettler zoekt in 1561 bescherming bij Sigismund II August, koning van Polen en grootvorst van Litouwen. De stad Riga volgt hem, maar de stad Reval kiest voor koning Erik XIV van Zweden. Voor het eerst arriveren enkele Zweedse schepen en manschappen onder admiraal Klas Horn bij Reval. De Estlandse Ridderschappen willen hun band met Reval handhaven en zweren begin juni 1561 de eed van trouw aan de Zweedse koning. Kettler heft op 5 maart 1562 de Lijflandse tak van de Duitse Orde op door zijn ambtskleed af te leggen. Hij wordt hertog van Koerland en Semgallen in Poolse dienst.
Laatste Meester van de Lijflandse Orde
en eerste Hertog van Koerland
Gotthard Kettler (1517-1587)
Hoewel het geslacht Meijer drie generaties lang de Duitse Orde dient, treedt Heinrich niet in Pools-Litouwse dienst. Hij volgt de Estlandse ridders en treedt in Zweedse dienst als ritmeester van het adellijke cavaleriecorps van Lijfland. (1)
In datzelfde jaar al treedt Heinrich in het huwelijk met Magdalena von Wrangel uit een Estlands riddergeslacht. Haar vader komt van het landgoed Ellistfer (Elistvere bij Dorpat). Zijn voornaam kent twee varianten: landraad Wolmar (2) en Christoph (-1543). (3) Haar oudere broer Hans († vóór 1589) is gehuwd met Anna Bolswing (* Stockholm 1550).
Wapenschild von Wrangel
De moeder van de bruid is Magdalena von Taube uit het huis Fier. De familienaam wordt vóór 1500 niet te onderscheiden ook geschreven als Tuve en betekent “duif”. Het geslacht komt uit het Westfaalse Paderborn en is als Ordevazal met de Kruistochten in Lijfland terecht gekomen, waar het sterk opbloeit. Dankzij verhoging in de Poolse, Zweedse en Finse adelstand zijn er veel gegevens over te vinden. De hier relevante tak Fier – waar eens het slot Fierenhof (Tsooru) ten zuiden van Dorpat stond – stamt af van Andreas von Taube uit Dorpat, overleden in 1460, en diens zoon Heinrich von Taube, in 1516 eigenaar van Fier.
Heinrich Meijer en Magdalena von Wrangel krijgen een zoon. Zij heven hem de naam van hun grootvader aan vaders- en moederszijde: Wolmar.
Heinrich vecht door als ritmeester in de Lijflandse adelscavalerie totdat in 1581 aan de oorlog met de Russen een einde komt dankzij de oprukkende Zweden en Polen. De door interne verzwakkingen geplaagde Iwan IV moet accepteren dat hij zijn avontuur moet bekopen zonder enige haven of gebied aan de Oostzee.
Tegelijk met zijn militaire verrichtingen is Heinrich Meijer landrechter, welke bevoegdheid met de komst van de Zweden niet is ingetrokken.
1. Brief van Gerard von Meijenfeldt (Nk.22) van 13 augustus 1984: “Mij is altijd óók doorgegeven dat die Zweedse voorouders van ons uit Estland kwamen, waar ze de naam Meyer hadden. Dit drukte tevens uit de positie van deze Estlander, een horige boer, die er voor zorgen moest dat hij het leengeld van al de horige boeren verzamelde en dit dan naar de leenheer bracht.” [CH-038]
2. A.A. von Stiernman, “Sveacia Illustris. Slägttaflor öfver de på Svenska Riddarhuset until år …. introducerade ätter i alfabetisk ordning”, Uppsala Universitätsbibliotek, Handskrifter, X 18 del M-O, Mejerfelt.
3. H. von Baensch, “Geschichte der Familie von Wrangel, vom Jahre 1250 bis auf die Gegenwart, nach Urkunden und Tagebüchern bearbeitet”, Berlin und Dresden 1878, deel I, pag. 130. In tegenstelling tot Stiernman vermeldt Baensch gedetailleerde stamtafels en bronnen. Christoph is zoon van Hans, wiens broer landraad Wolmar was.