3.3.5. DNA-profiel

Het Meijerfeldtse familiegraf is na de restauratie door de pastor in een kerkdienst opnieuw ingewijd op 24 juni 2023. Alles in het graf is netjes geordend, mede ten behoeve van de Dag des Oordeels. De metalen voorwerpen zijn blijvend uit het graf omhoog gehaald om verder te restaureren en tentoon te stellen. Vier botten zijn willekeurig gekozen voor het opstellen van een DNA-profiel.

Vooraf was aan Verilabs in Gouda gevraagd richtlijnen mee te geven. Na intern beraad werd aangegeven zelf geen botten van 223 tot 335 jaar oud goed te kunnen onderzoeken. Aanbevolen werd contact op te nemen met het Max-Planck-Institut für Evolutionäre Anthropologie in Berlijn of het Johann-Friedrich-Blumenbach-Institut für Zoologie und Anthropologie in Göttingen. De laatste gaf aan mogelijkheden te zien en vroeg om foto’s van de botten en een rechte stamboom.

M/V-stamboom in rechte lijn
De geel gearceerden liggen in het familiegraf
De verbinding van III naar IV vraagt om onderzoek

De laborante van het Göttingen-Instituut constateerde dat de oude botten op de foto in een behoorlijke staat lijken en dat de vaderlijke of mannelijke lijn in de stamboom in elk geval op papier ononderbroken is. Op grond daarvan achtte zij een onderzoek haalbaar en gaf een kostenschatting in twee fasen. Nadat familieleden voldoende bereidheid toonden mee te financieren is de opdracht gegeven. Conform nauwkeurige instructies zijn de vier botten verpakt en naar Göttingen verzonden.

De vier botten uit het familiegraf

De laborante heeft in de eerste fase van het onderzoek vastgesteld dat twee van de vier botten mannelijk chromosoom bevatten: een halswervel en een middenvoetsbeentje. Een ander bot is afkomstig van een vrouw en het laatste was te slecht voor DNA afname. 

Hierdoor kon zij verdergaan met de tweede fase van het onderzoek, inhoudende een vergelijking van het DNA uit de twee botten met die van het profiel van de “ich” (= Hugo). Diens vaderlijke haplogroep was tien jaar eerder door 23andMe in Zuid-Californië op I-M253 bepaald, maar dat was voor haar een te algemeen voorouderonderzoek. Daarom had zij gevraagd nieuw wangslijm mee te sturen. Het wangslijm van oudere Nederlandse familieleden achtte zij minder bruikbaar, omdat die een generatie verder verwijderd staan. 

De laborante stelde DNA-profielen op van de twee botten en het wangslijm met behulp van Y-chromosaal (mannelijk/vaderlijk) onderzoek. Haar conclusie luidt: “Alle 17 onderzochte locaties op het Y-chromosoom komen overeen. Ik heb het Y-profiel in een database ingevoerd en daar geen hits gevonden. Dit kan een indicatie zijn dat uw persoonlijke profiel zeer zeldzaam is. De match tussen uw DNA en het DNA uit de botten is dus waarschijnlijk geen toeval, maar duidt eerder op een vaderlijke afstamming.

Vervolgens heeft zij het profiel gebruikt om de oorsprong van de mannelijke familielijn te onderkennen. De Y-chromosoom komt uit de zogenaamde Y-haplogroep I1, die tegenwoordig hoofdzakelijk in Scandinavië verbreid is.

Terug   ***   Verder