1.2.6. Wapenschild

De beschrijving van het wapenschild in de schildbrief luidt als volgt:

Transcriptie Vertaling
En skild fördeelt i twenne fäldt, dett úndersta hwitt med een fästning úthi aff tree Bastioner, wallerne öfwer alt gröna med en lijten watnegraff rúndt omkring. dett öfwersta fältet blått med en úthsträckt hwijt arm hafwan­des en skära úthi handen, ofwan på skölden en öpen tornerhielm med twänne wärior korswijs med guldene fäster. Löffwärcket aff blåhwijt och grön förga, únder hwar andra förmängde och med små gúldstrijmor úthzijrade, aldeles som wapnet står här hoos affmåhlat. Een schild verdeeld in twee velden, het onderste wit met een vesting waaraan drie bastions, de wallen overal groen met een smalle watergang rond daaromheen. Het boven­ste veld blauw met een uitgestrekte witte arm houdende een sikkel in de hand, boven op het schild een open toernooihelm met twee zwaarden ge­kruist met gouden handvest. Het lofwerk van blauw-witte en groene kleur, waaronder verscheidene en met smalle goudlijnen versierselen, zoals het wapen hier staat op de schilde­ring.

Dit wapen is een uitbreiding van de zilveren sikkel in een azuren veld in het Lijflandse wapenschild. Extra is dat een zilveren arm de sikkel vasthoudt. De vesting in de onderste helft van het wapenschild is identiek aan het wapen van Andreas’ beschermheer Wrangel, over wiens landgoederen hij dan inspecteur is. Het kan ook op bet slotheerschap van zijn voorvaders duiden en zijn eigen ingenieurschap. Een vierzijdige vesting staat bovendien symbool voor het Christelijke kruis. De toernooihelm en gekruiste de­gens slaan op de militaire activiteiten in de eerste helft van zijn loopbaan.

Andreas wordt vergund het wapenschild te voeren in adellijke en ridderlijke zaken. Hieronder worden verstaan samenkomsten, veldslagen, bestormingen, toernooien, ringsteken en andere vermakelijke en ernstige aangelegenheden.

Het netschrift van de schildbrief met de tekening van het wapen is nog niet gevonden. Gelukkig is er ook een schildering van het wapen gemaakt bij de introductie in 1675 in het Ridderhuis aan de Riddarhusettorget 10 in Stockholm. Het kan daar tot op de dag van vandaag een uur op elke werkdag worden bewonderd in de Ridderzaal, de rechtertrap naar beneden, aan de linkerwand.

IMG_0375Foto: K.-H. Stiernspetz
Fotoafdruk en -scan: FamilieArchief

Hier en daar wijkt de schilder af van de wapenbrief en pleegt enkele aanvullingen. In het bovenveld komt de gestrekte arm van links, is geharnast en de sikkel is getand. In het onderveld heeft de vesting een vierde bastion gekregen, staan op alle vier schietende kanonnen, zijn de wallen niet groen (sinopel) en is het veld goud in plaats van zilver. De open toernooihelm is van binnen keel (rood) met een azuur-sinopele band er boven.

Bovenaan het schild staat MEIJERFELT en onderaan N.°. Er staat geen volgnummer achter. Dat luidde bij de introductie 841, maar is ergens rond 1850 doorgeschoven naar nummer 864. Dat blijkt uit de administratie van het Ridderhuis. Misschien is het nummer expres open gelaten of is de goudverf van het getal van de schildplaat afgebladderd.

Het wapenschild wordt daarna in diverse wapenboeken afgebeeld, meestal in iets versimpelde vorm, soms afwijkend en vaak zwart-wit. De arm met sikkel wordt bijvoorbeeld meestal omgedraaid. Misschien hebben de auteurs van die wapenboeken naar het  stempel gekeken (dat moet altijd spiegelbeeldig zijn om het correct in het lak af te drukken) of naar het latere gravenwapen (daarin staan arm en sikkel gespiegeld).

De schildbrief vermeldt tussen de open toernooihelm en de helmversiering van twee zwaarden niets. De Ridderhuisafbeelding voegt op die plaats een blauw-groene wrong toe. Dat is een rol van twee ineengedraaide repen stof, gevuld met haar of wol, aangebracht om vijandelijke slagen te breken. De meeste wapenboeken nemen de wrong over, behalve de Baltische, die er een adelskroon voor in de plaats zetten.

Adelskroon

IMG_0376Historisch Archief Estland (1) Kiellberg 1734 (2)
Cedercrona 1746 (3) Carlskiöld 1764 (4)
Klingspor & Stiernstedt 1865 (5) Klingspor 1890 (6)
Elgenstierna 1930 (7) Müller 1931 (8)

Terug   ***   Verder

1. Andreas von Meijerfelt, Rahvusarhivis  säilitatavate pitserite kujutised, f. 3742, n. 1, s. 142.
2. E. Kiellberg, “Sweriges Rikets Ridderskaps och Adels Wapnebok”, Stockholm 1734, pag. 145.
3. D.G. Cedercrona, “Sweriges Rikes Ridderskaps och Adels Wapen-Bok”, Stockholm 1746, pag. 94.
4. P. Carlskiöld, “Svea Rikes Ridderskaps och Adels Wapen-bok i Koppar-Stick”, Stockholm 1764, pag. 29.
5. C.A. Klingspor, A.W. Stiernstedt, “Sveriges ridderskaps och adels wapenbok”, Stockholm 1865, deel 2, pag. 97.
6. C.A. Klingspor, “Sveriges Ridderskaps och Adels Vapenbok”, Stockholm 1886, pag. 59 en pag. 22.
7. G. Elgenstierna, “Den introducerade svenska Adelns ättertavlor”, Stockholm 1930, deel V, pag. 226.
8. M. Müller, “Beitrag zur Baltischen Wappenkunde”, Riga 1931, Bu. 120.