2.6.6. Einde eeuw

In de laatste tien jaar van die eeuw overlijden de laatste Von Meijenfeldts van de tweede generatie. Op 9 januari 1889 sterft Hendrik Johan von Meijenfeldt op 78-jarige leeftijd, thuis aan de Kromhout 61 in Dordrecht. Zijn weduwe Naatje blijft er wonen en leeft door tot in de volgende eeuw.

De Burgerlijke Pensioenwet en Weduwenwet voor de Ambtenaren wordt in 1890 ingevoerd. Carl krijgt na twaalf jaar droogstand in 1892 een bedrag van 100 gulden ineens aan ingehouden pensioengelden en vervolgens 85 gulden per jaar uitbetaald. 

Evert is in 1891 boekhouder in het bestuur van de door Hovij opgerichte “Gereformeerde Ziekenverpleging”.

De Afscheiding en Doleantie fuseren in 1892 tot de Gereformeerde Kerken van Nederland. In Amsterdam duurt het nog tot 1897 voordat het een feit is. De Von Meijenfeldts gaan elke zondag twee maal naar de kerk en door de week ook zo nu en dan. Dominee N.A. de Gaay Fortman is nu de voorganger.


Carl von Meijenfeldt
L.R. Werner, Nieuwendijk, Amsterdam

Nel Diederich
L.R. Werner, Nieuwendijk, Amsterdam

Het 50-jarig huwelijksfeest van Carl en Nel vindt in 1895 plaats. Een half jaar later overlijdt Nel op 72-jarige leeftijd.

Onder de ogen van Frits gaat het financieel steeds moeilijker met de waterleiding van Amsterdam. Omdat alleen de rijke bewoners zich een aansluiting op het waternet kunnen veroorloven en de druk en kwaliteit niet altijd gegarandeerd is, komt de gemeente in actie. Zij onderhandelt eerst zonder resultaat met het bedrijf voor verbetering, waarna in 1896 geen andere optie overblijft dan het op te kopen  en de naam Gemeentewaterleidingen Amsterdam te geven. Frits en Jan behouden hun baan. Naast zijn werk blijft Frits actief in de kerk en treedt eind 1898 toe tot het bestuur van de nieuwe “Vereeniging voor Gereformeerde Scholen in de gemeente Amsterdam” voor lager en uitgebreid lager onderwijs (ULO). Gestart wordt met twee scholen op de Marnixstraat 285 en de Plantage Doklaan 2, waar de vierde generatie Von Meijenfeldt les krijgt.

Jongste zoon Hendrik wordt in 1895 aangenomen bij de Nederlandsche Bank. Bij de afdeling Bewaarneming is hij belast met de Tweede Administratie Verzilvering, Recapitulatie Binnenlandse Coupons, Collationeering van nieuw-ingeboekte posten in de Hoofden- en Loting-Boeken, Controle Dag- en Weekbladen, Alphabetisch Register, Jaarlijkse Knipperij. Hij ontmoet Anna Pieternella Augustijn, die met haar broer Govert in Amsterdam woont. Zij komt uit Bergen op Zoom, waar zij 25 december 1867 is geboren. Haar ouders zijn Govert Johannes Augustijn (1836-) en Maria van Dijke (1839-). Vader Augustijn stamt van een oud Bergsch geslacht, dat sinds 1758 de pottenbakkerij “De Kat” in eigendom heeft. Anna vraagt in 1896 aan haar ouders toestemming om zich met Hendrik te verloven en ontvangt het volgende antwoord van haar vader:

Dat uw brief ons verwondering en verbazing bewekte behoef ik u niet te schrijven, het was over twaalven voor wij naar bed gingen en uw moeder heeft den nacht niet veel geslapen“. Nadat hij informatie heeft ingewonnen concludeert hij: “dan kunnen en mogen wij deze zaak niet tegenwerken, maar geven uw van ganscher harte volkomen toestemming tot uw Engagement“. Hij wijst haar nog op de bezwaren van haar moeder, op de korte tijd dat zij Hendrik nog maar kent en op de mogelijkheid nog terug te treden, maar hij laat de beslissing uiteindelijk aan zijn dochter. Ook is hij bevreesd dat zij met een stijve Hollander komt aanzetten: “als ik denk aan een beambte aan de Nedl. Bank, dan stel ik mij een Heer voor, die bang is om zijn handschoentjes uit te doen, afgemeten in zijn spreken”.

Anna en Hendrik zetten door. Haar aanstaande schoonfamilie zendt haar hartelijke felicitatiebrieven met de verloving en verjaardagen, ook haar meer dan dan 80-jarige aanstaande schoonvader Carl. Hendrik reist af naar Bergen op Zoom om daar op 15 juni 1898 met Anna in het huwelijk te treden. Getuige aan de kant van de bruidegom is zijn oudste broer Evert uit Dordrecht plus zijn zwager Jan van der Tas. Getuigen van de bruid zijn haar broers Pieter en Govert. Eenmaal terug in Amsterdam betrekt het echtpaar een woning aan de 1e Helmerstraat 87.

Net voor de eeuwwisseling in 1899 overlijdt vader Carl op 83-jarige leeftijd in Amsterdam. Op begraafplaats “Te Vraag” vindt de teraardebestelling plaats.

Terug   ***   Verder