De alcoholproductie door Evert levert hem geen kritiek op van de mannenbroeders: Bij den chocoladeketel en de water- en melkkaraf kweekt ge geen geslacht van kloeke calvinisten. Zij zijn zelfs opgelucht dat hun uitbundige jeneverconsumptie met bier een gezond alternatief krijgt ten opzichte van het niet drinkbare grachtenwater.
Tante Nellie brengt in Rotterdam nog steeds haar dagen door in het Stedelijk Krankzinnigengesticht. Haar dementie wordt pijnlijk nauwkeurig opgetekend. Meestal doet zij samen met de anderen allerlei werkjes. Doorgaans is zij opgewekt, vaak ook verward en soms gilt zij, zingt luidkeels psalmen of zit vol fantastische verhalen: dat haar vader de Duitse keizer was en haar man een professor. In de zomer van 1887 krijgt zij er genoeg van: zij weigert voedsel en medicijnen en vermagert snel. Een chronische longontsteking wordt haar fataal en op 29 juli overlijdt zij, net 64 jaar oud. De vader van het gesticht laat hiervan aangifte doen bij de gemeente Rotterdam en regelt een armenbegrafenis op Crooswijk twee maanden later. Omdat hij nieuw is ziet hij over het hoofd dat zij twee nog levende broers heeft. Hendrik komt er pas in het nieuwe jaar achter en verzorgt de nalatenschap.
Wellicht verontrust over de gang van zaken rond tante Nellie nemen de kinderen initiatieven in de zwakzinnigenzorg, nu de Krankzinnigenwet 1884 hen dat toestaat. Zij staan aan de wieg van de ‘Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland’ en het Amsterdamse ‘Suppletie-Fonds ter Christelijke Verpleging van Arme en Hulpbehoeven Krankzinnigen’. De behoudende diakenen van de kerk beperken hun aandacht liever tot wezen, weduwen en armen. De broers zijn afwisselend secretaris, penningmeester en/of lid in het bestuur onder voorzitterschap van een dominee, hoogleraar of patroon. Tot hun bestuursactiviteiten behoren het verwerven van gebouwen, aantrekken van personeel en vergaren van donaties en contributies.
Jan van der Tas al al 15 jaar diaken en Carl Frederik inmiddels ook al weer wat jaren. Hij raakt betrokken bij het opzetten van een Centrale Diaconale Conferentie naar analogie van de Doleantie. Hij neemt zitting in het comité van voorbereiding en op 23 februari 1888 is in de eigen kerk aan de Keizersgracht de eerste landelijke conferentie met 51 afgevaardigden. Gesproken wordt over het gelijktrekken van de manier van bedelen, werkverschaffing, zorg voor weduwen en wezen, voor ouden van dagen en gebrekkigen. De volgende conferenties vinden plaats in Kampen, Rotterdam, Arnhem en Amersfoort. Vanaf het begin is Carl Frederik secretaris of lid van het Uitvoerend Comité, dat meestal in Utrecht vergadert. Hij neemt deel in hoop dat “de in den Naam des Drieëenigen Gods ondernomen arbeid rijke vrucht mocht opleveren voor de armen en ellendigen”.
In 1888 vinden de nodige verhuizingen plaats. Carl Frederik gaat met zijn gezin naar Nieuwer-Amstel. Frits blijft in Amsterdam en verhuist naar de Noorderstraat 90, tussen de Vijzelgracht en Reguliersgracht. Vader Carl en moeder Nel trekken bij hem in, samen met de jonge broers Jan en Hendrik. De laatste doet het volgende jaar een succesvol beroep op broederdienst om van de Nationale Militie te worden vrijgesteld.
Op 9 januari 1889 sterft Hendrik Johan von Meijenfeldt op 78-jarige leeftijd, thuis aan de Kromhout 61 in Dordrecht. Zijn weduwe Naatje blijft er wonen.
De Burgerlijke Pensioenwet en Weduwenwet voor de Ambtenaren wordt in 1890 ingevoerd. Carl krijgt na twaalf jaar droogstand in 1892 een bedrag van 100 gulden ineens aan ingehouden pensioengelden en vervolgens 85 gulden per jaar uitbetaald.
Evert is in 1891 boekhouder in het bestuur van de door Hovij opgerichte “Gereformeerde Ziekenverpleging”.
Carl Frederik verhuist in 1891 met zijn gezin van Nieuwer-Amstel terug naar Amsterdam in de Spuistraat 268. Op de begane grond komt de winkel “Horlogerie en Gros”, en vanaf de tweede verdieping de woonvertrekken voor het echtpaar en de kinderen. Ook is er ruimte voor “moeder de Haas”. Dat is Aaltje Prins, de weduwe van Willem de Haas.
Spuistraat 268, sinds 1891 horlogewinkel en gezinswoning