2.3.6. Pieplou

Uiterlijk in de loop van 1807 gaat Johan August von Meijenfeldt in Amsterdam wonen. Roelof Bosman gaat daar ook met zijn gezin heen en start de hoef- en rijtuigensmederij “Firma R. Bosman en zoon”; dat zijn zoon Willem pas acht jaar is maakt niet uit. Johan August vestigt zich met Fredrik Wegener uit Hannover in de buurt van de haven. Hun huis staat Op’t Water bij de Ouden Brug, waarmee gedoeld wordt op een illegaal langs en deels boven de Amstel opgetrokken huizenrij, ter hoogte van de noordkant van de Koopmansbeurs, waar tegenwoordig het gedempte Damrak ligt. Hij laat zijn dochter in het Aalmoezeniersweeshuis.

Op 't Water (nu Damrak) bij de Oude Brug te Amsterdam. Een illegale houten huizenrij aan en boven het water waar Johan August von Meijenfeldt (1760-1835) met Frederik Wegener in 1807 wonen.Op’t Water bij den Ouden Brug

Op 4 december 1807 wordt Johan August openlijk aangenomen bij de Evangelisch-Lutherse Gemeente. Hij moet daarbij gebruik hebben gemaakt van de regeling, die het voor de Herstelden mogelijk maakte in de moederkerk terug te keren. Net zo als hij in 1801 een motief had om zich bij de Herstelden in te schrijven, zo heeft hij ook nu een aanleiding. Niet om een kind te kunnen dopen, maar om diezelfde dag in ondertrouw te kunnen gaan. Op zondag 27 december vindt het huwelijk plaats, eerst voor de Schepenen, daarna in de Oude Lutherse Kerk. (1) 

De bruid heeft Pieplou als achternaam. Dit is oorspronkelijke spelling, maar er zijn veel spellingsvarianten: “ie” soms “i”, tweede “p” soms “b” en de uitgang “ou” ook “au”, “o”, “oo”, “ouw” of “ow”. Haar voornamen luiden Catharina Margaretha, roepnaam Cato. Zij is in Amsterdam Evangelisch-Luthers gedoopt op 29 december 1784 en daarmee is haar bruidegom bijna twee keer ouder. Zij woont bij haar ouders, onder andere aan de Palmgracht 25 en ten tijde van het huwelijk aan de Boom(dwars)straat 5. (2)

Boomstraat 5, Amsterdam

Cato wordt vernoemd naar haar oma van vader’s kant Catharina Margaretha Supplien. Doopgetuigen zijn Johannes Pieplou en Engeltje Samuels. De eerste heeft haar opa’s naam, maar omdat die volgens haar vader bij de bruiloft al overleden was, moet het een oom betreffen. De tweede doopgetuige heeft de naam van haar moeder, maar omdat die geen getuige kan zijn zou het haar moeder’s moeder Engeltje Abrahams kunnen zijn.

Hendrik Pieplou, de vader van Cato, was op 6 september 1746 geboren. Als geboorteplaats worden afwisselend de grote havenstad Rostock en Kirchdorff genoemd. Er zijn twee dorpjes met die naam aan de Oostzeekust. Het ene ligt 60 km westwaarts op het eiland Poel boven Wismar, het andere 100 km oostwaarts vlak boven Greifswald. Medio jaren ’70 was Hendrik naar Amsterdam gekomen en ging aan de Nieuwendijk wonen. Hij ging 4 juli 1777 in ondertrouw en trouwde 20 juli in de Oude Lutherse Kerk met Engeltje Samuels, de 21-jarige dochter van Samuel Andriesen (1718-1759) en Engeltje Abrahams (1719-1786). Wellicht bracht zijn vriend Pieter Favro (1741-1789) hem in contact met het jonge zusje van zijn vrouw Elsje Samuels. Op 2 maar 1784, negen maanden vóór de geboorte van Cato, werd Hendrik lidmaat bij ds W.A. Klepperbein van de Evangelisch-Lutherse Gemeente.

Hendrik Pieplou kiest net als zijn schoonzoon na hem voor de zee en is net als Otto Meijerfeldt voor hem schipper op de kustvaart. Hij vervoert ijzer en vaten (olie, teer, traan) tussen Europese havens. Hij vaart niet alleen zuidwaarts, maar ook naar Engeland en blijkens de tolregisters van de Sont de Oostzee op.

Zijn eerste schip «de Vrouw Anna» loopt op de thuisreis van Bilbao op 7 september 1780 vast voor Quiberon, Bretagne. De bemanning en de zwaar beschadigde lading wol en ijzer worden gered, maar drie weken later is het schip “ten eenemaal verbryzeld, zynde zeer weinig van de Takelagie geborgen. Het smakschip «De Twee Gebroeders» wordt uit het dok gehaald en na enkele vaarten in 1783 verkocht. Hij doet inmiddels vele vaarten op «De Jonge Jan Fredrik», waaronder in 1782 St. Petersburg-Le Havre met veel storm en onweer en in 1785-1786 Amsterdam-St. Petersburg-Rouen, met veel dagen oponthoud rond de jaarwisseling door zware ijsgang ter hoogte van de Seine. Op zijn terugreis na driekwart jaar moet hij in Le Havre beschutting zoeken tegen de zware tegenwind. In 1789 vaart hij met ijzer van Stockholm naar Villa da Conda, Portugal, maar bij Bornholm raakt hij zwaar lek en wordt door bergers naar Kopenhagen gebracht. In 1790 doet hij de route Hamburg-St.Petersburg-Bayonne, en op de terugreis naar huis in 1792 loopt het schip vast op de kust van Callantsoog; de handelswaar wordt op de Lynbaan De Walvisch in Amsterdam geveild. Op het nieuwe schip «Elisabeth» vaart hij in 1796 Liverpool-Riga-Emden, in 1797 Amsterdam-Riga-Lissabon en in 1799 wordt het verkocht. (3)

Wellicht bracht Hendrik zijn dochter Cato in contact met Johan August, want zijn naam komt begin 1804 voor in diens betaalsrollen van de marine. (4)

Hendrik Pieplou had vanwege de oplopende oorlogshandelingen tussen Frankrijk en Engeland vanaf dat jaar steeds meer moeilijkheden ondervonden met zijn handel varend langs de kusten en liggend in de havens. Napoleon was keizer van Frankrijk geworden, had in 1805 Rutger Jan Schimmelpenninck raadspensionaris van het Bataafsche Gemeenebest gemaakt en weer een jaar later zijn broer Lodewijk Napoleon koning van het ‘Koningrijk Holland’. Een invasie van aartsvijand Engeland had hij weliswaar niet aangedurfd, maar militaire confrontaties op zee was hij niet uit de weg gegaan. Bovendien hadden beide partijen een handelsboycot ingevoerd om de financiering van elkaars oorlog te dwarsbomen, sinds eind 1806 bekend als het Continentaal Stelsel. Lodewijk Napoleon had de schadelijke gevolgen voor de Nederlandse economie doorzien en tegengestribbeld. 

Negen maanden na het huwelijk baart Cato op 29 september 1808 een zoon. Hij krijgt traditiegetrouw de voornamen Johan August, roepnaam Jan. Op 5 oktober wordt het kind door de Hoogduitse Lutherse dominee Ebersbach in de Oude Kerk gedoopt. Doopgetuigen zijn Carolus en Juliana von Meijenfeldt. (5) 

Johan August is dat jaar van 1 tot 18 april onder admiraal Kikkert bij de escadrille voor Texel en van 1 juli 1808 tot 1 april 1809 onder kolonel Hofmeijer. Hoogstwaarschijnlijk neemt hij verlof voor de geboorte en doop van zijn zoon in Amsterdam. Op 11 augustus 1809 wordt hij bevorderd tot commandeur in ’s Konings Armada voor Amsterdam onder Schout-bij-Nacht Verdooren, gericht tegen de Engelse vloot. Zijn soldij wordt van 30 naar 40 gulden opgetrokken.

Hendrik Pieplou vaart met zijn schip «De Twee Gezusters» van Bergen in Noorwegen op 7 september 1809 naar Texel. Daar hoort hij van de zojuist mislukte Britse invasie op Walcheren. Geschrokken besluit Lodewijk Napoleon het Continentaal Stelsel strenger uit te voeren. De advocaat-fiscaal-generaal des Konings laat beslag leggen op de 196 vaten traan in het schip van Hendrik en dagvaardt rond de jaarwisseling alle betrokken Amsterdamse handelaren. (6) Eind die maand vertrekt Hendrik van Texel, maar stuit op Engelsen, die zijn schip in het Engelse Yarmouht opbrengen. In april 1810 vaart hij alweer met een ander schip uit Ribnitz-Damgarten van Rostock naar Bergen.

Terug   ***   Verder

1. Stadsarchief Amsterdam, 5001. Doop-, Trouw- en Begraafboeken, Ondertrouwregisters 656/206, ∞ 04-12-1807. Johan August, van Straalsond, Luthers, oud 38 Jaren, op ’t water by den ouden brug, oud:s dood, gead. met Fredrik Wegener, w. alsboven, Catharina Margaretha Pielo, van Amst., Luthers, oud 23 Jaren, in de Boomstraat No. 5, gead. met haar vader Hendrik Pielou, woont alsboven.
2. Stadsarchief Amsterdam, Kwijtscheldingen 172/219 en 177/106v. Het huis met erf staat aan de Braak bij de Driehoekstraat, is op 12-10-1798 gekocht van Jacobus Wiglaar en op 16-02-1803 verkocht aan Gerro Willemsz, beide keren voor een bedrag van 2.000 gulden. Boomstraat 5: zie noot 1.
3. Sonttol, Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Tresoar, Fries Historisch en Letterkundig Centrum te Leeuwarden.
4. Nationaal Archief, Monsterrollen Departement van Marine 1795-1813 (2.01.30), Confereer-Rolle voor ‘s-Lands Schip Brutus 1803, 863/10.
5. Stadsarchief Amsterdam 5001, Inventaris Archief Burgerlijke Stand: Doop-, Trouw- en Begraafboeken. Inv 291. Ev-Luth, Dopen, Fol 50, Do Ebersbach, Johan Aúgúst, Vad: Johan Aúgúst van Meijenveld, Moed: Catharina Marg.a Pieplaú, Get: Carolus & Juliana van Meijenveld. Elders meer over de doopgetuigen.
6. Koninklijke Courant 29-12-1809, pag. 3.