2.1.2. Franse vloot

In of na het jaar 1780 verlaat de stamvader zijn geboortestad Stralsund en treedt in dienst van het Franse leger.

Ook deze informatie komt uit de brief van zoon Carl. Documenten daarover zijn niet gevonden. Historische bronnen kunnen hier wel licht op werpen. Stralsund kent in 1780 geen Franse overheersing, dat komt 27 jaar later pas. Pommeren behoort nog altijd bij Zweden en dat is op dat moment neutraal. Alle buitenlanders die in de haven bevoorrading inslaan, schepen kopen en bemanning werven kunnen op bescherming rekenen. Voor de stad is de zeevaart van het grootste belang en het dichtbevolkte achterland levert veel bemanning voor Europese schepen. Door dit alles ligt het voor de hand dat de Franse militaire dienst betekent dat Johan August hier of elders op een oorlogsschip aanmonstert. (1)

Een blik vooruit wijst in dezelfde richting, omdat Johan August jaren later in Amsterdam niet alleen op een oorlogsschip aanmonstert, maar bovendien gelijk de rang van bevelhebber over al het geschut krijgt. Dat is ondenkbaar zonder relevante kennis en ervaring. Die moet hij in de voorafgaande tijd hebben opgedaan, dus in Franse dienst. (2)

De Franse marine heeft in die tijd na de Britse de sterkste vloot: 71 linieschepen, 64 fregatten en 45 korvetten. De drie voornaamste marinehavens zijn Brest en Rochefort aan de Atlantische kust en Toulon aan de Middellandse Zeekust. Koning Lodewijk XVI wil het machtsevenwicht met Engeland herstellen. Gevechten vinden plaats over de koloniën in India, in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en bij het heroveren van Caribische eilanden. De Vierde Engels-Nederlandse Oorlog ontbrandt met de Slag bij de Doggersbank van 1781, maar daar nemen de Fransen niet aan deel. (3)

Wel hebben Franse kapiteins van kaperschepen het vaak op Engelse schepen voorzien. Zo haalt Pierre le Turcq – na een leerschool bij de beruchte Amerikaanse kaper John Paul Jones – in 1781 en 1782 in het Kanaal heel wat Britse buit binnen voor de Admiraliteit van Zeeland. (4)

Een goede kandidaat om Johan August aan boord te hebben is de Franse vloot die op 8 mei 1780 vanuit Brest naar Amerika vertrekt onder admiraal de Ternay d’Arsac en diens aide-de-champ graaf Axel von Fersen uit Zweden. De laatste begeleidt acht jaar later zijn koning Gustaaf III in Finland, terwijl graaf von Meijerfeldt daar bevelhebber is. Het onderhavige eskader telt zeven linieschepen en drie fregatten, die escorte verleent aan 36 transportschepen met 5.300 troepen onder generaal Rochambeau. (5)

De vloot arriveert op 11 juli in de haven van Newport om daar de troepen af te zetten. Vanwege een Britse blokkade moet de vloot blijven. De admiraal sterft in december aan typhus. Onder vice-admiraal Destouches verlaat het eskader maart 1781 Newport, maar de Engelsen dwingen hem in de Slag bij Kaap Henry naar de haven terug. De nieuwe commandant Barras dirigeert het eskader opnieuw zuidelijk langs de kust, terwijl vanuit Cap-Français (Haïti) admiraal De Grasse komt aanzeilen. Op 5 september 1781 lijden de Britten in de Slag bij Chesapeake een grote nederlaag, waardoor George Washington de laatste stappen naar onafhankelijkheid kan zetten. De Grasse vaart terug naar Martinique, herovert St. Eustatius voor de Republiek en in 1782 andere eilanden op de Britten, tot hij bij een aanval op Jamaica ten onder gaat. In 1783 sluiten alle partijen eindelijk vrede in Parijs en keert de Franse vloot terug naar Brest.

Terug   ***   Verder

1. M. Ressel, “Swedish Pomeranian Shipping in the Revolutionary Age (1776–1815)”, Deutsche Forschungsgemeinschaft, projekt “Risikozähmung in der Vormoderne”, Ruhr Universität Bochum, Forum Navale 2012, pag. 65-103. Registers van Pommerse bemanningen bestaan niet. De Sont-registers bevatten alleen kapiteins van handelsschepen.
2. De Franse marine-registers bevatten vrijwel alleen officieren. Brief van Frits von Meijenfeldt (Nk.3), ‘s-Gravenhage 18 november 1934 [CG-24]. Brief van Conserva­teur-Général Centre d’accueil et de recherche des Archives nationales (CARAN), Ministère de la Culture et de la Francophonie [CH-262].
3. Volgens familieoverleveringen nam de stamvader aan die slag deel. Zijn naam is evenwel niet te vinden onder de officieren, matrozen en soldaten in de Nederlandse en Britse scheepsrollen.
4. J.E. Korteweg, “Kaperbloed en koopmansgeest. ‘Legale zeeroof’ door de eeuwen heen”, Amsterdam 2006, pag. 260, en correspondentie met haar [CH-429] en met de Franse maritiem historicus Roberto Barazzutti [CH-431].
5. J. Daget, “Les troupes de la marine 1774-1816”, Diss. Université Paris-IV 2001. Het eskader bestaat uit de 80-stuks Duc de Bourgogne, de 74-stuks Neptune onder Sochet Des Touches en Conquérant onder La Grandière, en de 64-stuks Provence onder Lombard, Ardent under Bernard de Marigny, Jason onder La Clocheterie en Éveillé onder Le Gardeur de Tilly. Daarnaast de fregatten Surveillante onder Villeneuve Cillart, Amazone onder La Pérouse en Bellone.