2.6.5. Bankwezen

Ondanks het feit dat Frits kassier is gaat het financieel steeds moeilijker met de waterleiding van Amsterdam. Alleen de rijke bewoners van Amsterdam kunnen zich een aansluiting op het waternet veroorloven. De druk en kwaliteit is niet altijd gegarandeerd. De gemeente komt in actie door te onderhandelen over verbetering, echter zonder resultaat. In 1896 blijft geen andere optie over dan het bedrijf op te kopen. Daarmee is de Gemeentewaterleidingen Amsterdam een feit. Frits en Jan worden allebei gemeenteambtenaar.

Jongste zoon Hendrik is ook al weer de dertig gepasseerd als hij Anna Pieternella Augustijn ontmoet. Zij woont met haar broer Govert in Amsterdam. Zij is 25 december 1867 in Bergen op Zoom geboren als dochter van Govert Johannes Augustijn (1836-1920) en Maria van Dijke (1839-1913). Vader Augustijn stamt van een oud Bergsch geslacht, dat sinds 1758 de pottenbakkerij “De Kat” in eigendom heeft. Anna vraagt in 1896 aan haar ouders toestemming om zich met Hendrik te verloven en ontvangt het volgende antwoord van haar vader:

Dat uw brief ons verwondering en verbazing bewekte behoef ik u niet te schrijven, het was over twaalven voor wij naar bed gingen en uw moeder heeft den nacht niet veel geslapen“. Nadat hij informatie heeft ingewonnen concludeert hij: “dan kunnen en mogen wij deze zaak niet tegenwerken, maar geven uw van ganscher harte volkomen toestemming tot uw Engagement“. Hij wijst haar nog op de bezwaren van haar moeder, op de korte tijd dat zij Hendrik nog maar kent en op de mogelijkheid nog terug te treden, maar hij laat de beslissing uiteindelijk aan zijn dochter. Ook is hij bevreesd dat zij met een stijve Hollander komt aanzetten: “als ik denk aan een beambte aan de Nedl. Bank, dan stel ik mij een Heer voor, die bang is om zijn handschoentjes uit te doen, afgemeten in zijn spreken”.

Anna en Hendrik zetten door. Haar aanstaande schoonfamilie zendt haar hartelijke felicitatiebrieven met de verloving en verjaardagen, ook haar meer dan dan 80-jarige aanstaande schoonvader Carl. Hendrik reist af naar Bergen op Zoom om daar op 15 juni 1898 met Anna in het huwelijk te treden. Getuige aan de kant van de bruidegom is zijn oudste broer Evert uit Dordrecht plus zijn zwager Jan van der Tas. Getuigen van de bruid zijn haar broers Pieter en Govert. 

Hendrik Diederich von Meijenfeldt

Anna Pieternella Augustijn

Eenmaal terug in Amsterdam betrekt het echtpaar een woning aan de Eerste Helmerstraat 87.

Frits blijft actief in de kerk en treedt eind 1898 toe tot het bestuur van de nieuwe “Vereeniging voor Gereformeerde Scholen in de gemeente Amsterdam” voor lager en uitgebreid lager onderwijs (ULO). Gestart wordt met twee scholen op de Marnixstraat 285 en de Plantage Doklaan 2, waar de vierde generatie Von Meijenfeldt les krijgt.

Terug   ***   Verder