Frederik Hendrik (Frits) is het vijfde kind van Carl von Meijenfeldt en Petronella Wilhelmina Diederich. Hij wordt op 25 juli 1853 om 18:00 uur geboren aan de Nieuwendammergracht 822 in Amsterdam. Carl doet een dag later aangifte en neemt twee collega’s mee als getuige: timmerman Jan Jacobus Krul en aannemer Johannes Hendricus van Leuvensteyn. De twee doopnamen van Frits zijn afkomstig van de jongere en oudere broer van de vader.
Frits ontvangt lager onderwijs op een christelijke school en vindt daardoor een kantoorbaan bij de Amsterdamsche Duinwater-Maatschappij. Dit particuliere bedrijf is dankzij de inspanningen van genie-officier Vaillant, de landsavocaat en schrijver Jacob van Lennep en Engelse geldschieters tot stand gekomen. Het pompt in de duinen gezuiverd drinkwater via de Haarlemmerpoort naar een in de stad aangelegd leidingsysteem.
Net als zijn broer Evert wordt Frits in 1882 actief in de vakbond Patrimonium. Hij wordt gekozen in de Raad van Bestuur om een Pensioenfonds op te zetten. Vijf jaar later wordt zijn voorstel aangenomen om alle lokale begrafenisfondsen tot één samen te voegen.
Op 12 juni 1884 trouwt hij in Amsterdam de 10 jaar jongere Engeltje de Koe. Zij is geboren in Amsterdam op 20 augustus 1863. De vader van Engeltje is Hijlke Roelof de Koe (1837-1884). Diens ouders zijn zeeman Luijtje de Koe uit Woudsend en Engeltje Meinershagen uit Amsterdam. De vaderlijke lijn De Koe loopt omhoog via Hylke Luytjens (1760-), Luyjten Roelofs (1730-) naar Roelof Cornelis de Koe (1698-). Diens vader Cornelis Jelles (1667-1738) was getrouwd met Bauck (de Koe) Nauta en hij nam van haar de naam De Koe over. De moeder van Engeltje de Koe is Elisabeth Kok (1840-1867). Zij sterft als zij vier jaar oud is en korte tijd later hertrouwt haar vader met Catharina Elisabet Engels.
Engeltje de Koe |
Het nieuwe echtpaar gaat aan de Commelinstraat 34 in Amsterdam wonen en verhuist in 1888 met de eerste kinderen naar de Noorderstraat 90, waar Carl von Meijenfeldt en Nel Diederich wonen.
Omdat alleen de rijke bewoners zich een aansluiting op het waternet kunnen veroorloven en de druk en kwaliteit niet altijd gegarandeerd is, komt de gemeente in actie. Zij onderhandelt eerst zonder resultaat met het bedrijf voor verbetering, waarna in 1896 geen andere optie overblijft dan het op te kopen en de naam Gemeentewaterleidingen Amsterdam te geven. Frits behoudt zijn baan en doet daarnaast – net als zijn oudere broers Evert en Carl – veel vrijwilligerswerk voor kerk, school en zorg, vooral financieel.
Vanwege de uitbreiding verhuist het gezin opnieuw, nu naar de Hemonylaan, daarna de Hemonystraat 13, in 1903 het Singel 240 (met schoon- resp. stiefmoeder Catharina Elisabeth Engels), Linaeusparkweg 13 in Watergraafsmeer en de Wakkerstraat 81.
Frits en Engeltje krijgen 11 kinderen: Nellie (1885), Carl (1886), Frits (1888), Enny (1889), Roelof (1891), Evert (1893), Jan (1894, die zijn eerste jaar niet haalt), Henk (1896), Jan (1898), Bets (1901) en Lien (1902). In 1908 gaan de twee oudste dochters Nellie en Enny samen op de Honthorstlaan in Amsterdam wonen om juffrouw van gezelschap te worden. Nellie trouwt met Willem Samuel de Haas (Margré de Haas is zijn tante) en gaat met hem naar Donkerbroek in de Friese gemeente Ooststellingwerf, waar hij als Christelijk-Gereformeerde predikant beroepen is.
Frits von Meijenfeldt | Engeltje de Koe |
De dood van Frits op 19 november 1913 in Amsterdam op 60-jarige leeftijd komt onverwacht.
De Standaard 24-11-1913
Weduwe Engeltje de Koe heeft nog 4 kinderen jonger dan 18 jaar thuis wonen, maar ontmoet geen sociaal meelevende werkgever zoals Jo van Leusden. Zij vraagt een verhoogd pensioen aan en de Pensioenraad kent haar 735 gulden weduwepensioen en 588 gulden wezenpensioen toe. Tegen dat laatste bedrag stelt zij Kroonberoep in om het ook op 735 gulden te brengen, maar op advies van de Afdeling Geschillen van Bestuur van de Raad van State wordt dat bij Koninklijk Besluit van 18 juli 1714 verworpen, hetgeen zelfs tot een mededeling op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad leidt. (1)
Engeltje de Koe blijft nog lang weduwe, totdat ze op 10 juni 1930 te Amsterdam overlijdt.
1. Koninklijk Besluit van 18 juli 1914, no. 43, Nederlandsche Staatscourant en Algemeen Handelsblad van 22 juli 1914.