2.2.5. Nijkerk

In 1806 weet Johan August von Meijenfeldt naast zijn soldij van de reis naar St Domingo ook geld van zijn reis naar Paramaribo geïnd te krijgen. Omdat hij voortdurend aan boord is wil hij zijn contante geld ergens veilig bewaren. Vooruitlopend op spaarbanken is het voor zeelieden in die tijd gebruikelijk om geldbedragen tegen rente te belenen aan een financieel bemiddelaar, een fonds of een middenstander.

Nadat Johan August zijn schuld van 208 gulden uit 1793 via zijn soldij aan de erven Weurman in Amsterdam had terugbetaald, stalt hij zijn flink opgelopen soldij van 799 gulden bij een smid in Nijkerk. De gulden was in de tijd van keizer Karel V nog een echte gouden of zilveren munt, maar nu een gebruikelijke rekeneenheid ter waarde van 20 Hollandse stuivers. Op 11 april 1806 sluit hij een notariële acte met Roelof Bosman en zijn vrouw Johanna Brouwer uit het buurtschap Appel bij Nijkerk. Zij nemen het geld in bewaring in de vorm van een geldlening, met een rente van 5% over de helft van het bedrag, dus 20 per jaar, ingaande 1 januari 1807. Als zekerheid stellen zij de erfportie van de erfenis van de ouders van Johanna Brouwer. Haar vader is al overleden en na het overlijden van haar moeder zullen zij na een jaar de helft aflossen en het restant na twee jaar. (1)

Nijkerk, tussen de Zuiderzee en het buurtschap Appel

Buurtschap Appel

Roelof Bosman (1773-1843) is een smid uit Ermelo, op 28 oktober 1789 in Nijkerk getrouwd met Johanna Brouwer (1773-1843). Hij verstrekt – net als Weurman 14 jaar eerder – kredieten en obligaties tegen rente. Als onderpand stelt hij zijn (edel-)metaal, percelen land, geldvorderingen of erfporties. Door het geleende geld te beleggen verdient hij aanzienlijk meer dan de rente die hij na afloop verschuldigd is. Roelof doet vooral zaken met zijn oom Wijndelt Bosman uit Elburg, aan wie hij een jaar eerder 1000 gulden in onderpand had gegeven, met diens erfportie als onderpand. Johanna Brouwer zal de erfportie van haar ouders weliswaar moeten delen met een jongere zus en broer, maar omdat haar moeder behoort tot het vermogende Veluwse geslacht Van Rompselaar en al 64 jaar oud is, is het toch een behoorlijke zekerheid.

In de scheepsbetaalrollen van Johan August staat niet langer van Stralsund maar van Nijkerk. Of hij daar een woning huurt valt te betwijfelen, omdat hij slechts korte perioden met verlof van boord van de Brutus gaat. Omdat zijn vermogen daar geparkeerd staat noemt hij Nijkerk kennelijk zijn domicilie. Deze Gelderse stad heeft een goede verbinding met en een levendige scheepvaart naar de Zuiderzee. (2)

De Bataafse Republiek is een eenheidsstaat en kent al een jaar een eenhoofdig leider met raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck als op 5 juni 1806 Lodewijk Napoleon Bonaparte de troon bestijgt van het nieuw gevormde Koninkrijk Holland. De positie van vorst der Nederlanden is namelijk vacant, omdat prins Willem V van Oranje op 9 april in ballingschap is gestorven en zijn zoon Willem Frederik tegenover de Franse keizer afstand heeft gedaan van zijn rechten ten faveure van het vorstendom Fulda. Hoewel ’s Lands Schip Brutus in september 1806 bij wijze van respect de naam ’s Konings Schip Braband krijgt, bezuinigt de nieuwe koning op de marine, tot ongenoegen van zijn broer. De laatste durft Engeland niet meer binnen te vallen of een grote zeeslag aan te gaan, maar wel de onderlinge handelsboycot aan te scherpen om de financiering van elkaars oorlog te dwarsbomen. Dit komt bekend te staan als het Continentaal Stelsel, die voor de Nederlandse economie per saldo  desastreus uitpakt, omdat de Britse vloot de sterkste is. Juist omdat Lodewijk Napoleon dat doorziet werkt hij er nauwelijks aan mee.

Van 15 tot 29 maart 1807 krijgt Johan August verlof om van boord te gaan. Zijn ‘bankier’ Bosman is met familie naar Amsterdam vertrokken en heeft de hoef- en rijtuigensmederij Firma R. Bosman & Zn opgericht, dus is het zaak hem naar die stad te volgen. In Amsterdam zegt hij Op ’t Water bij de Oude Brug te wonen. Dat kan een schip langs het Damrak zijn, een illegaal langs en deels boven het water opgetrokken rij houten huizen of de stenen huizen langs de straat. Omdat hij weer aan boord moet lijken de eerst twee varianten het meest waarschijnlijk. (3)

Terug   ***   Verder

1. Protocolboek des Ampts Nijkerk van beswaaren, vestenissen, peijndingen en dergelijke Acten, Gelders Archief, Inv 203 Oud Rechterlijke Archieven van het Kwartier van Veluwe II, Het Platteland (H.L. Driessen), 5. De Archieven van de protokolhouders 1675-1811, 7. Nijkerk 1733-1811, 859. Deel 3, 1788-1811 Buurschap Appel, fol 132-133.
2. Confereer-Rolle Brutus nu Braband 1806, Nationaal Archief 2.01.30, Inv 355, fol 10.
3. Confereer-Rolle Braband 1807, NA 2.01.30, Inv 359, fol 10.