Eén van de aanwijzingen voor beginnende familieonderzoekers is om binnen de eigen familie niet alleen overleveringen en eerdere naspeuringen te verzamelen, maar ook om zo snel mogelijk een gesprek te voeren met de oudste leden van de familie. Zij komen vaak met verhalen uit hun eigen jeugd, die van hun ouders en wie weet van hun grootouders.
Vanaf 1978 zijn gesprekken met familieleden in de vierde en vijfde generatie gevoerd. Inmiddels zijn zij allemaal overleden.
In de vierde generatie betreft het:
– Maria Gerritdina van der Bend, weduwe van Evert Diederich von Meijenfeldt,
– Maria Pietronella Beumer, weduwe van Hendrik Diederich von Meijenfeldt,
– Johanna Wilhelmina Delhaas, weduwe van Johann August von Meijenfeldt en
– Elizabeth Woldringh, weduwe van Govert Johannes Hendrik von Meijenfeldt.
In de vijfde generatie is gesproken met:
– Jo en Gré von Meijenfeldt in Alkmaar.
– Hanny van de Graaf, weduwe van Carl Frederik von Meijenfeldt, in Harderwijk.
– Frits von Meijenfeldt en Anneke Fentener van Vlissingen in Laren.
– Gerard von Meijenfeldt en Nellie G. Boelhouwer in Utrecht.
– Dien von Meijenfeldt, weduwe van Marius Boelhouwer in Amsterdam.
– Frits von Meijenfeldt en Bertha Geerink Bakker uit Delfzijl.
– Frits von Meijenfeldt uit Baarn (briefwisseling).
– Elly von Meijenfeldt, weduwe van Robert M. van Luijk, in Rilland.
– Ine von Meijenfeldt, weduwe van Paul de Groot, in Den Haag.
– Henk von Meijenfeldt en Gerd ’t Hooft in Nunspeet.
– Hans von Meijenfeldt en Ans Pouwels in Egmond aan Zee.
In de vijfde generatie waren nog wel meer familieleden in leven. Met hen en hun kinderen heeft meestal een briefwisseling plaatsgevonden, die beschermd in de bijlage C. Correspondentie is opgenomen.
De inhoud van de gesprekken en briefwisseling is in de inhoud van het verhaal van deel 2 verwerkt.