1.8.8. Augusta Juliana

Eén kernpunt hebben de passage van het testament van Johan August von Meijerfeldt jr, de doop-, trouw- en begraafgegevens van de Lutherse kerkboeken en het citaat uit de Pommerband gemeenschappelijk. Het draait steeds om één en dezelfde vrouw. Over haar wordt het volgende vermeld:

Vermelding Testament Kerkboeken Pommerband
Voornamen Augusta Juliana + + o
Achternaam Mei/ij/yer/rn
of Meijerfeldt
+
o
+
+
o
+
Titel “Frau” of “Jungfrau” o + o
Functie op landgoed Medrow + + o
Huwelijk 1 met A.C. Thilow
Huwelijk 2 met T.B.C. Thilow
o
+
+
+
o
+
Kinderen + +
Notabelen als getuige en peetouder o + o
Gift 1.000 Rijksdaalder in pachtsommen + 0 0

De overeenkomsten zijn overweldigend. Hieruit is op grote lijnen een reconstructie van haar leven te maken.

Wanneer en waar Augusta Juliana Meyer(n) geboren is blijft onbekend. Uit haar woon-, werk- en huwelijksgegevens is het landgoed Medrow en de periode 1758 tot en met 1762 af te leiden. Precies op die plaats en in die periode verblijft regelmatig graaf Johann August von Meijerfeldt jr. Diens moeder komt er daarna nog tot haar dood in 1771 en zijn broer Carl Friedrich jr tot hij zich in 1780 helemaal op het Zweedse Ugerup terugtrekt.

Augusta Juliana trouwt in Medrow op 3 mei 1783. De bruidegom is Augustus Chri­stof­fer Thilow, geboren in 1732, dus 26 tot 30 jaar ouder dan zijn bruid. Hij is al een flinke tijd rentmeester, leensecretaris of inspecteur op het adellijke landgoed. Hij is weduwnaar van huis­houd­ster Chris­tina Regina Berg, met wie hij op 26 juni 1772 trouwde en bij wie hij voor zover bekend geen kinderen kreeg. Het echtpaar gaat in een huis in het aangrenzende stadje Loitz wonen. Uit het het huwelijk worden twee kinderen geboren: in 1785 een dochter Char­lotta Fride­rica Carolina Augusta en in 1788 een zoon August Fried­rich Julius.

Vader Thilow overlijdt in 1789 op 57-jarige leeftijd plotseling in zijn slaap. Zo plotseling kan dat niet zijn, want bijna twee maanden eerder maakte hij een testament op. Daarin wijst hij zijn vrouw als universeel erfgenaam aan. Ook wijst hij voor zijn twee kleine kinderen voogden aan: de pachter Hagenow op Langenfelde (later eigenaar) en Friedrich Steinmann op Nehringen (later in Gnoien). Februari 1790 wordt het testament van kracht en een maand later sluit Augusta Juliana een overeenkomst met de voogden van haar kinderen over de verdeling van de veilingopbrengst van het huis in Loitz en het meubilair in natura. Met veel moeilijkheden lukt het op 24 mei 1791 het huis voor 600 rijksdaalder te verkopen. (1)

Deze verdeling heeft een reden. Op 10 mei 1791 huwt Augusta Juliana voor de tweede keer, ditmaal met Theodor Bernhard Thilow. Hij heeft dezelfde achternaam en dezelfde functie als zijn voorganger, maar hij is 28 jaar jonger. Of beide Thilow’s bloedverwanten zijn is niet eenvoudig te achterhalen, maar er is wel een verband door Sophie Elisabeth Thilow. Zij is Oberförsterin aus dem Preussischen Meijern, peetmoeder bij de doop van de eerste dochter uit het eerste huwelijk, geboren in 1757 in Stolpe, dochter van pastor Johann Thomas Thilow en in 1779 getrouwd met opper­houtves­ter in Rothemühl met de zeer relevante achternaam Meyer(n). (2) Haar vader en de vader van de tweede bruidegom zijn broers.

De eerste maanden van 1791 verlopen turbulent voor de Zweedse veldmaarschalk. Hij neemt ontslag en zijn zoon, broer en nichtje overlijden. Die zomer verblijft hij in Pommeren. Op Nehringen staat een nieuw landhuis, hoogstwaarschijnlijk ook om Louise Sparre over te halen naar het landgoed te komen. Hij maakt op Medrow kennis met zijn nieuwe inspecteur Thilow en wie weet ook met diens nieuwe bruid Augusta Juliana en haar twee kinderen uit het eerste huwelijk. In datzelfde jaar 1791 wordt uit het nieuwe huwelijk een zoon Ernst August Wilhelm geboren, die maar vier jaar oud wordt. Een tweede zoon Ludwig Christoph wordt in 1793 geboren.

In 1794 stopt Thilow als inspecteur op Medrow. Hij wordt pachter op Behren-Lübchin, net over de rivier de Trebel. Zijn vrouw en vier kinderen verhuizen mee naar het landgoed van Geheimraad en Presidentschef Engel Carl Ernst von Schack. Daar worden achtereenvolgens geboren een zoon Albrecht Christian Helmuth op 28 juli 1794, een dochter Ida Elisabeth Wilhelmina in 1795 (zij leeft maar een jaar), een zoon Jacob Peter Theodor in 1796 en een zoon Carl Heinrich in 1798. Uit de doopboeken blijkt dat moeder Augusta Juliana nu Meijerfeldt heet. Komt dat door de recente ontmoeting met de veldmaarschalk?

In het jaar 1800 verhuist het gezin opnieuw een eindje verderop. Thilow wordt pachter op het landgoed Marlow. Het gezin woont in het aangrenzende Sülze, waar een laatste zoon August Friedrich Daniël in 1801 wordt geboren. Augusta Juliana heet weer Meyer, misschien omdat de veldmaarschalk nu overleden is.

De Zweedse graaf en gravin hadden in 1795 hun testament in Stralsund opgemaakt en daarin Augusta Juliana het legaat van 1.000 Rijksdaalder toebedeeld. De uitbetaling kan pas starten na het overlijden van de gravin. Dat gebeurt in 1817. De scribent van haar Nalatenschapsbeschrijving – de net gepensioneerde Justitieraad Palmsvärd, oorspronkelijk Jan Eric Nibelius, een goede vriend van Von Meijerfeldt’s huisleraar Kellgren – krijgt bij de afwikkeling inderdaad een bedrag van 1.000 rijksdaalder, maar het is relevant hierbij te vermelden dat de gravin in 1798 een even groot bedrag van hem had geleend. (3)

Uit de rechtszaak van de voogden van de eerste twee kinderen van Augusta Juliana blijkt het legaat vervroegd te zijn uitgekeerd. De gravin wilde zich na de dood van haar man in 1800 snel helemaal uit Pommeren terugtrekken. Naast de verkoop van het huis in Stralsund en het vruchtgebruik over de twee landgoederen, betaalde zij de helft van het legaat in november 1802 aan Thilow om hem Marlow te laten kopen. De andere helft zal toen vermoedelijk ook zijn afgewikkeld.

De kinderen uit het eerste en tweede huwelijk staat hierdoor een geheel verschillende en complexe erfenis te wachten. Hoe vergaat het hen?

dochter Char­lotta Fride­rica Carolina Augusta uit het eerste huwelijk verlaat op 12 november 1805 het ouderlijk huis door een huwelijk op Marlow  met Johann Christian Ludwig Prillwitz. Zij heeft bij hem veel kinderen en overlijdt daar in 1870 op 85-jarige leeftijd.
– zoon August Fried­rich Julius uit het eerste huwelijk geniet onderwijs op Marlow tot Pasen 1805 en treedt dan in dienst bij een koopman in Teterow. Daarna wordt hij pachter op het landgoed Alt Sührkow in het kirchspiel Hohen Mistorf in Mecklenburg. Daar trouwt hij 26 augustus 1817 met Friederike Dorethea Christiane Bröckmann, geboren Loitz 1803, dochter van pachter Daniël Johann Bröckmann (1765-1827) en Magdalena Catharina Helene Wilhelmine Pauly (1779-1847). Zij krijgen zes kinderen.
– zoon Ludwig Christoph uit het tweede huwelijk overlijdt op 42-jarige leeftijd op 28 maart 1835 in Basse bij slot Lühburg, niet ver over de Pommerse grens. Dit slot was en is in bezit van de familie Von Bassewitz, op dat moment even van Johann Christian Wächter.
– zoon Albrecht Christian Helmuth trouwt in Rostock met Louise Sophie Christiane Prillwitz en overlijdt daar 18 november 1859.
– zoon Carl Heinrich trouwt in Hohen Spenz met Charlotte Dorothea Tepp (1800-1875), dochter van Friedrich Tepp en Johanna Walter.
– zoon August Friedrich Daniël trouwt in Rostock met Wilhelmine Anna Catharina Kracht.

Waar en wanneer Augusta Juliana overlijdt is onbekend. Van Thilow staat vast dat hij in Marlow overlijdt op 8 juni 1838. Kan de stelling van het Pommersches Geschlechterbuch dat hij met een natuurlijke dochter van de Zweedse veldmaarschalk getrouwd is op grond van het bovenstaande iets anders betekenen dan dat zij Augusta Juliana is?

Terug   ***   Verder

1. Uitspraak Gerechtshof Wismar in hoger beroep van voogden eerste twee Thilow-kinderen tegen oordeel Rechtbank Greifswald, “Der Eigentümer Hagenow zu Langenfelde und Friedrich Steinmann zu Gnoien als Vormünder der Thilowschen Kinder contra das königliche Hofgericht in Greifswald”, Wismarer Tribunal, Relationen, Urteilsbegründungen des Assessoren am Tribunal. Landesarchiv Mecklenburg-Vorpommern, Landesarchiv Greifswald, 010.01. Schwedische Regierung Stralsund. 1805 IV nr. 6, pag. 1-88.
2. “Handbuch über den Königlich Preussischen Hof und Staat für das Jahr 1800”, Berlijn 1800, pag. 100. Rothemühl ligt op dat moment in het Pruisische deel van Pommeren en tegenwoordig in de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern.
3. J.E. Palmsvärd. autobiografie, Stockholm 1931. ♣