Tussen de benoeming tot Commandeur op 11 augustus 1809 en de geboorte van een tweede zoon op 17 oktober 1810 verhuizen Johan August, zijn vrouw, hun zoon Jan en de (schoon)ouders Pieploo naar Rotterdam. De precieze datum is niet bekend en de reden ook niet. De belangrijkste initiatiefnemer kan wel eens Hendrik Pieploo zijn, omdat het Continentaal Stelsel alle scheepverkeer in Amsterdam platlegt en Rotterdam nog een beetje handel met het achterland heeft.
N.B. Vanaf hier worden gebouwen, straten en kadastrale percelen in de Rotterdamse binnenstad genoemd, die door één Duits bombardement van maar een kwartier op 14 mei 1940 niet meer bestaan. Ondanks het feit dat de laatste details tot overgave van de stad met de Wehrmacht werden besproken, gaf Hitler de misdadige opdracht dit burgerdoel te vernietigen, om onverwachte weerstand de kop in te drukken en een snelle capitulatie van geheel Nederland af te dwingen.
De families huren een huis aan de Vest L 686, tussen Achter ’t Klooster en het Hofje Zorg en Vlijt, later omgedoopt tot Kipstraat. De wijk ligt in de noordelijkste punt van de oude stadsdriehoek, binnen de Stadsvest, de gracht die Rotterdam in een wijde bocht ten noorden van de Maas begrenst. Het huis is slechts 32 m2 voor vier volwassen personen en een baby. Eigenaar is Caspar de Graaff, rentenier in Rotterdam.
In Rotterdam hernieuwt Johan August zijn vriendschap met Pieter Ziervogel. Bij terugkeer uit Bergen was hij inspecteur van de zeeartillerie in Rotterdam geworden. Daarna was hij overgeplaatst naar het voormalige kapersnest Duinkerken als chef van een Hollands flottielje platbodems en had twee keer een succesvol treffen gehad met de Engelse admiraal Sidney Smith. Inmiddels was hij in 1802 getrouwd met Anna Catharina Creselle Tønder, dochter van een Deense vice-admiraal. Hun eerste twee kinderen werden daar ook geboren. In 1807 was hij op eigen verzoek uit Zweedse dienst ontslagen en in 1808 met zijn gezin naar Rotterdam teruggekeerd. Daar had hij zijn eerdere kinderen en een nieuwe baby op 26 juni bij de Lutherse kerk laten dopen. Pieter Ziervogel had als adjudant van de vice-admiralen Winter en Ver Huell gediend en was bij de inlijving door Frankrijk in de Keizerlijke marine getreden en “Capitaine de Haut Bord” geworden.
In een tekening als hulde en trouw aan de Koning van Holland refereert Johan August aan de opgeklommen rangen in de zeemacht en aan het beëindigen van de vaart. Hij hoopt op een gunstige reactie. Wat zijn verzoek precies was wordt niet duidelijk. Lodewijk Napoleon had tegen de wil van zijn broer de dienstplicht niet ingevoerd. Johan August ging daarna niet meer het water op. (1)
Gelders Archief 2039-1781 Een blijk van hulde en trouw
Gravure, gekleurd, op papier. 15,5 x 19,2 cm
Rotterdam 1809-1810
Zomer 1810 verdwijnt Lodewijk Napoleon van het toneel en lijft Napoleon het land bij zijn Keizerrijk in, mede vanwege de – overigens mislukte – invasie van de Britten op Walcheren. Daardoor gelden de Franse wetten, waaronder de invoering van de dienstplicht. De 50-jarige Johan August kan hieraan ontkomen, omdat bij de marine de maximumleeftijd op 49 jaar is gesteld. Bij zijn recente huwelijk had hij zich 9 jaar jonger voorgedaan dan hij werkelijk was; in plaats van dit op te biechten belandt hij in dienst van de Keizerlijke Marine. In 1809 was hij nog Commandeur in de Armada voor Amsterdam, maar in Rotterdam is hij arsenaalkanonnier. (2) Hij gaat dus aan wal dienstdoen, en wel aan de Nieuwehaven; in al zijn tochten tussen 1793 en 1811 aan boord van marineschepen is hij per saldo geen enkele keer in een actief gevecht verwikkeld geraakt.
In Rotterdam wordt op 17 oktober 1810 een tweede kind geboren. Hij heet Hendrik Johann. Met zijn roepnaam is hij vernoemd naar zijn grootvader Hendrik Pieploo. De grootouders zijn dan ook getuige bij de doop op 20 oktober. Deze vindt geheel Evangelisch-Luthers plaats, zowel qua locatie als qua dominee. (3) Evangelisch-Lutherse Kerk aan de Wolfshoek (1736-1940)
Dominee C.F. Sander (1754-1823) was geboren in Brunswijk waar zijn vader de predikant van de hertog was. Hij was in Nederland terecht gekomen toen zijn vader in Den Haag was beroepen en ook theologie gaan studeren. Aan zijn rechtzinnigheid werd meteen getwijfeld toen hij het brood bij het avondmaal als ‘verklaard’ lichaam van Christus benoemde, maar hij verdedigde zich met verve op de Augsburgse Belijdenis. In Rotterdam betoonde hij zich sterk prinsgezind, waardoor hij tussen 1795 en 1802 uit zijn ambt werd gezet. In 1812 moest hij zich verantwoorden voor een preek die beledigend voor Napoleon werd geïnterpreteerd. Howel niet erg inschikkelijk was hij bij zijn volgelingen geliefd.
Op 13 juli 1812 wordt de eerste dochter geboren met de naam Anthonetta. Een dag later is grootvader Hendrik Pieploo getuige bij de gemeentelijke aangifte; Johan August corrigeert zijn leeftijd naar 52 jaar. Drie dagen later zijn Johann August von Meijenfeldt en Anthonetta Sparre geh. von Meijenfeldt getuige bij de doop door dominee Sander in de Evangelisch-Lutherse Kerk. Anthonetta wordt geen twee jaar oud. Zij overlijdt op 12 juni 1814. (4)
Een zoon met de voornaam Carl volgt op 13 april 1815. De gemeentelijke aangifte van de geboorte vindt twee dagen later plaats. Bij de doop door dominee Sander op 15 april zijn Juliana von Meijenfeldt gehuwd Thielo en Friedrich Thielo getuige. (5)
Het Rotterdamse gezin Von Meijenfeldt bestaat nu uit vijf leden. Dat is te veel in het kleine huis van de Pieploo’s aan de Vest L 868. Eerst verhuist het gezin naar de Vest L 307, tussen het Oostplein en de bierbrouwerij De Lelie, later naar Banketstraat, dat 51 m2 meet en in eigendom is van Johannes Bordijn in de aangrenzende winkel. Vervolgens verschuift het gezin een paar huizen verderop naar Vest L 296 tussen de Hoogstraat en de Kazerne. Dit huis is maar 42 m2 groot en behoort in eigendom toe aan metselaar Johannes Thoolen aan de Goudsche Cingel. (6)
1. Gelders Archief, Beeldmateriaal, nr. 2039 in de verzameling van Alexander Ver Huell, nr. 1781 Een blijk van hulde en trouw.
2. Stadsarchief Rotterdam, Liste Civique (burgerlijst, eigenlijk alleen van weerbare mannen) 1811: Jacobus Augustus van Meyenveld, arsenaalkanonnier, artilleriste au magasin, 43 jaar oud, kaart 35, folio 090.
3. Stadsarchief Rotterdam, 9999-32. Doopregisters Evangelisch-Lutherse Gemeente, 238/239, 17-10 -1810 en 20-10-1810. Namen: Hendrik. Ouders: Johann August von Meijenfeldt. Catharina Margaretha Pieploo. Getuigen: Hendrik Pieploo. Engeltje Samuels, geh. Pieploo.
4. Stadsarchief Rotterdam, 999. Burgerlijke Stand, 01. Geboorteakten, Fol B 098 Fol B 098, aangifte 14-07-1812, Anthonetta, dochter, dochter van August von Meyenfeldt, 52 jaar, Constapel Majoor, Vest L 686, huisvrouw Catharina Margaretha Pieplau, in tegenwoordigheid van Hendrik Pieplau, 65 jaar, zeeman, Vest L 686. 9999-32 Ev-Luth, 246. Doopaangiften 1812-1816. Evangelisch-Lutherse Gemeente, doop 16-07-1812. Do. Sander. Namen: Anthonetta. Ouders: Johan August von Meijenfeld. Catharina Margaretha Pieplau. Getuigen: Johann August von Meijenfeldt. Anthonetta Spare, geh. von Meijenfeld. Zie over de doopgetuigen paragraaf 2.1.4. SR 999-09 Overlijden, Fol C 103v, Akte 1445, Antonetta van Mynfeldt, 2 jaar, geboren en gedomicilieerd alhier, dochter van Jan August van Mynfeldt, oud 52 jaar, constapel major bij de marine, Vest L 307, en Catharina Margaretha Pipeloo
5. Stadsarchief Rotterdam, 999. Burgerlijke Stand, 01. Geboorteakten, Fol A 141v Akte 699, aangifte 15-04-1815, Carl, Vest 296, uit Catharina Margaretha Pieplou, huisvrouw van Johan August von Meyenfeldt, sjouwer. 9999-32. Doopregisters Evangelisch-Lutherse Gemeente, doop 17-94-1815. Do Sander. Voornamen: Carl. Ouders: Johan August von Meyenfeldt. Catharina Margaretha Pieplou. Getuigen: Juliana von Meyenfeldt geh. Thielo. Friedrich Thielo. Voor doopgetuigen zie paragraaf 2.1.4.
6. De adressen zijn te vinden in de gemeentelijke doopaangiften. De gegevens over ligging, omvang en eigendom zijn te vinden in de oudste kadastrale kaart van 1832 via HisGIS Rotterdam.