2.3.7. Rotterdam

Johan August von Meijenfeldt maakt tussen 1807 en 1810 een kleurentekening op papier met een tekst getiteld “Blijk van Hulde en Trouw”. Blijkens het getekende wapen is het gericht aan de Koning van Holland, Lodewijk Napoleon. Hij refereert aan zijn opklimmende rangen in de zeemacht en aan het beëindigen van de vaart. Hij hoopt op een gunstige reactie. Wat zijn verzoek precies is wordt niet duidelijk. Misschien was het de vrees dat Lodewijk Napoleon zou toegeven aan de wil van zijn broer om de dienstplicht in te voeren. (1)

Gelders Archief 2039-1781 Een blijk van hulde en trouw 1807-1810
Gravure, gekleurd, op papier. 15,5 x 19,2 cm
Public Domain Mark 1.0 licentie

In elk geval gaat Johan August het water niet meer op. In al zijn tochten sinds 1793 aan boord van marineschepen is hij per saldo geen enkele keer in een actief gevecht verwikkeld geraakt.

In 1810 verhuist Johan August met vrouw Cato, zoon Jan en schoonouders Pieplou naar Rotterdam. De precieze datum is niet bekend en de reden ook niet. De belangrijkste initiatiefnemer kan wel eens Hendrik Pieplou zijn, omdat het Continentaal Stelsel nog verder is aangescherpt. Het Koninkrijk Holland wordt beëindigd en bij het Franse keizerrijk geannexeerd. Franse douaniers zwermen uit over de Nederlandse havens. Schepen worden in beslag genomen als ze zelfs maar een Engelse haven hebben aangedaan om vers water in te nemen. De handelsvaart en economie storten in, maar de smokkel en het anti-Franse sentiment tieren welig. Alleen Rotterdam heeft nog een beetje handel met het achterland.

N.B. Vanaf hier worden gebouwen, straten en kadastrale percelen in de Rotterdamse binnenstad genoemd, die door één Duits bombardement van maar een kwartier op 14 mei 1940 niet meer bestaan. Ondanks het feit dat de laatste details tot overgave van de stad met de Wehrmacht werden besproken, gaf Hitler de misdadige opdracht dit burgerdoel te vernietigen, om onverwachte weerstand de kop in te drukken en een snelle capitulatie van geheel Nederland af te dwingen.

De familie huurt een huis aan de Vest L 686, tussen Achter ’t Klooster en het Hofje Zorg en Vlijt, later omgedoopt tot Kipstraat. De wijk ligt in de noordelijkste punt van de oude stadsdriehoek, binnen de Stadsvest, de gracht die Rotterdam in een wijde bocht ten noorden van de Maas begrenst. Het huis is slechts 32 mvoor vier volwassen personen en een baby. Eigenaar is Caspar de Graaff, rentenier in Rotterdam.

In Rotterdam hernieuwt Johan August zijn vriendschap met Pieter Ziervogel. Bij terugkeer uit Bergen was hij  inspecteur van de zeeartillerie in Rotterdam geworden. Daarna was hij overgeplaatst naar het voormalige kapersnest Duinkerken als chef van een Hollands flottielje platbodems en had twee keer een succesvol treffen gehad met de Engelse admiraal Sidney Smith. Inmiddels was hij in 1802 getrouwd met Anna Catharina Creselle Tønder, dochter van een Deense vice-admiraal. Hun eerste twee kinderen werden daar ook geboren. In 1807 was hij op eigen verzoek uit Zweedse dienst ontslagen en in 1808 met zijn gezin naar Rotterdam teruggekeerd. Daar had hij zijn eerdere kinderen en een nieuwe baby op 26 juni bij de Lutherse kerk laten dopen. Pieter Ziervogel had als adjudant van de vice-admiralen Winter en Ver Huell gediend en was bij de inlijving door Frankrijk in de Keizerlijke marine getreden en “Capitaine de Haut Bord” geworden. 

De Franse wetten gaan gelden en dus wordt de dienstplicht alsnog ingevoerd. De 50-jarige Johan August kan hieraan ontkomen, omdat bij de marine de maximumleeftijd op 49 jaar is gesteld. Bij zijn huwelijk had hij zich 9 jaar jonger voorgedaan dan hij werkelijk was. In plaats van dit op te biechten belandt hij toch in dienst van de Keizerlijke Marine. Hij duikelt in rang van commandeur naar arsenaalkanonnier. Hij gaat dus aan wal dienstdoen, en wel aan de Nieuwehaven. (2)

In Rotterdam wordt op 17 oktober 1810 een tweede kind geboren. Hij heet Hendrik Johann. Met zijn roepnaam is hij vernoemd naar zijn grootvader Hendrik Pieplou. De grootouders zijn dan ook getuige bij de doop op 20 oktober. Deze vindt geheel Evangelisch-Luthers plaats, zowel qua locatie als qua dominee. (3) 

Op 13 juli 1812 wordt de eerste dochter geboren met de naam Anthonetta. Een dag later is grootvader Hendrik Pieplou getuige bij de gemeentelijke aangifte. Johan August biecht nu eindelijk zijn werkelijke leeftijd op: 52 jaar. Drie dagen later zijn Johann August von Meijenfeldt en Anthonetta Sparre geh. von Meijenfeldt getuige bij de doop door dominee Sander in de Evangelisch-Lutherse Kerk. Anthonetta wordt geen twee jaar oud. Zij overlijdt op 12 juni 1814. (4)

Een maand na het officiële vertrek van de Fransen en de stichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden wordt zoon Carl von Meijenfeldt op 13 april 1815 geboren. De gemeentelijke aangifte van de geboorte vindt twee dagen later plaats. Bij de doop door dominee Sander op 15 april zijn Juliana von Meijenfeldt gehuwd Thielo en Friedrich Thielo getuige. (5)

Hendrik Pieplou is inmiddels 69 jaar oud, maar toch nog kapitein. Hij zeilt op «die gute Besserung» of «die gutte Bewährung», gelegen in het Zuid-Zweedse Karlshamn. In 1815 vaart hij van Riga naar Rotterdam, in 1816 van Torrevieja naar de thuishaven en van Riga naar Amsterdam, in 1817 naar Bordeaux met schade en in 1820 komt uit Rostock binnen in Hellevoetsluis.

De vijf leden van het gezin Von Meijenfeldt passen niet goed meer in het kleine huis van de Pieplou’s Eerst verhuist het gezin naar de Vest L 307, tussen het Oostplein en de bierbrouwerij De Lelie, later naar de Banketstraat, dat 51 m2 meet en in eigendom is van Johannes Bordijn in de aangrenzende winkel.  Vervolgens verschuift het gezin een paar huizen verderop naar Vest L 296 tussen de Hoogstraat en de Kazerne. Dit huis is maar 42 m2 groot en behoort in eigendom toe aan metselaar Johannes Thoolen aan de Goudsche Cingel. (7)

Terug   ***   Verder

1. Gelders Archief, Beeldmateriaal, nr. 2039 in de verzameling van Alexander Ver Huell, nr. 1781 Een blijk van hulde en trouw.
2. Stadsarchief Rotterdam, Liste Civique (burgerlijst, eigenlijk alleen van weerbare mannen) 1811: Jacobus Augustus van Meyenveld,
arsenaalkanonnier, artilleriste au magasin, 43 jaar oud, kaart 35, folio 090. 
3. Stadsarchief Rotterdam, 9999-32. Doopregisters Evangelisch-Lutherse Gemeente, 238/239, 17-10 -1810 en 20-10-1810. Namen: Hendrik. Ouders: Johann August von Meijenfeldt. Catharina Margaretha Pieplou. Getuigen: Hendrik Pieplou. Engeltje Samuels, geh. Pieplou.
4. Stadsarchief Rotterdam, 999. Burgerlijke Stand, 01. Geboorteakten, Fol B 098 Fol B 098,
aangifte 14-07-1812, Anthonetta, dochter, dochter van August von Meyenfeldt, 52 jaar, Constapel Majoor, Vest L 686, huisvrouw Catharina Margaretha Pieplau, in tegenwoordigheid van Hendrik Pieplau, 65 jaar, zeeman, Vest L 686. 9999-32 Ev-Luth, 246. Doopaangiften 1812-1816. Evangelisch-Lutherse Gemeente, doop 16-07-1812. Do. Sander. Namen: Anthonetta. Ouders: Johan August von Meijenfeld. Catharina Margaretha Pieplau. Getuigen: Johann August von Meijenfeldt. Anthonetta Spare, geh. von Meijenfeld. Zie over de doopgetuigen paragraaf 2.1.4. SR 999-09 Overlijden, Fol C  103v, Akte 1445, Antonetta van Mynfeldt, 2 jaar, geboren en gedomicilieerd alhier, dochter van Jan August van Mynfeldt, oud 52 jaar, constapel major bij de marine, Vest L 307, en Catharina Margaretha Pipeloo
5. Stadsarchief Rotterdam, 999. Burgerlijke Stand, 01. Geboorteakten, Fol A 141v Akte 699, aangifte 15-04-1815, Carl, Vest 296, uit Catharina Margaretha Pieplou, huisvrouw van Johan August von Meyenfeldt, sjouwer. 9999-32. Doopregisters Evangelisch-Lutherse Gemeente, doop 17-94-1815. Do Sander. Voornamen: Carl. Ouders: Johan August von Meyenfeldt. Catharina Margaretha Pieplou. Getuigen: Juliana von Meyenfeldt geh. Thielo. Friedrich Thielo. Voor doopgetuigen zie paragraaf 2.1.4.
6. De adressen zijn te vinden in de gemeentelijke doopaangiften. De gegevens over ligging, omvang en eigendom zijn te vinden in de oudste kadastrale kaart van 1832 via HisGIS Rotterdam.