Wie in het Meijerfeldtse familiegraf van de St. Andreaskerk liggen kan worden nagezocht in twee kerkboeken, die zich in de pastorie van Glewitz bevinden. (1)
d. 21. Juni [1725] die Frau Obristen Meyerfeldten in hiesigen patronat Begräbniss des Abends in der Stille beygesetzt worden.
De eerste die genoemd wordt is de echtgenote van een Meyerfeldt, die een ‘Obrist’ was. Dat wil zeggen een luitenant-kolonel of een kolonel. Onder het plaatselijke patronaatschap is zij in de avond in stilte bijgezet. Dat laatste betekent zonder kerkdienst en genodigden. In de kerkboeken van de St. Nicolaikerk in Stralsund wordt wel melding gemaakt van een begrafenisceremonie, namelijk op 3 juni 1725 op het kerkhof met twee keer klokgelui voor frau der Obristen von Meijerfeldt en wurde die leiche nach Nehringen überführt u. dort beygesetzt. In beginsel voldoen twee echtgenotes aan deze omschrijving. De ene is Catharina Wulff, maar zij is in 1692 in de St. Petrikerk van Riga begraven. De andere is Anna Christina von Hastfer, maar pas in 1762 overlijdt zij en wordt begraven in het Zweedse Kårtorp. Het meest aannemelijk is dat Catharina Wulff na de Russisch-Zweedse vrede van 1721 en voor de oplevering van het nieuwe familiegraf is herbegraven.
d. 30. Juni [1728] ist Sr. Exell. Hr. Graf Meyerfeldts älteste Comtesse Tochter Ulrica Margaretha in hiesiges Erbbegräbnis beygesetzt worden. Ihres altres 9. Jahr 10. Monat.
In de kerkboeken van de St. Nicolaikerk in Stralsund staat een dag eerder de begrafenisceremonie: Tochter des general-gouverneurs, 12 Jahre, überführing nach Nehringen, bezahlt 4 gelaut. Zij was op 26 juni 1728 gestorven. De voornamen en de leeftijd van het oudste kind van het gravenpaar staan correct in het Nehringse kerkboek. Zij is immers op 15 augustus 1719 in Tunnerstad geboren.
d. 20. Oct. [1750] wurde des Hochgebornen Herrn Reichs-Rath, Generals u. General-Gouverneurs über Pomern u. Rügen Herrn Grafen Johann August Meijerfeldts, und gnädigen Hr Patroni dieser Kirche, entseelte Gebeine, nachdem Tages vorher in Stralsund einer hochansehnlige u. Ständesmäβige Procession gehalten, hinsebst in das hochgraffl. Begräbniβ beygesetzt.
De overleden oude graaf is na een hoogstaande en bij zijn stand horende processie op 19 oktober 1750 in Stralsund een dag later in zijn patronaatskerk begraven. Hij was een jaar eerder op 22 oktober 1749 op zijn kasteel Söfdeborg overleden en in de kerk van Söfde opgebaard. Pas een klein jaar later was hij in een grootse processie met 20 koetsen via Ystad verscheept naarStralsund.
d 1n [december 1771] ist Ihre Excellence die hochgebornen frau Gräfin und Reichs-Räthin Brigitta von Meijerfeldt geborene von Barneckow gestorben und d. 9n in unserer Kirche in den hochgräfliches Gewolwe beygesetzt.
De oude gravin Brita von Barnekow krijgt geen uitvaartdienst in Stralsund. Deze vindt in de St. Andreaskerk plaats en aansluitend wordt zij in het familiegraf bijgezet.
Sterbe: d. 21sten Aprill [1800] des Morgens frühe um 1 Uhr. Beerdigung: d. 15ten Julius hier in dem Gewölbe beygesetzt. Name: Sr. Excellenz, der Reichsherr, Feldmarschall, Ritter und Commandeur der Königl. Ordren und Groβ Kreuz vom Schwerdtordren, Herr Graf Johan August Meijerfeldt. Geburstort: Söfteborg in Schweden. Wohn/Sterbort: Stockholm, wo er sich den Winter über aufgehalten hatte. Jahr-Alter: 75 Jahre und einige Monate alt geworden. Krankheit: an der Lungen Sucht.
De laatste graaf Von Meijerfeldt is ook in het familiegraf bijgezet. Alle in het kerkboek opgesomde gegevens kloppen, alleen moet de geboorteplaats niet Söfdeborg maar Stralsund zijn.
1. Evangelisches Pfarramt Glewitz, Nehringsches Kirchen Büch Worinnen Verzeichurt Welche 1. Vertrauet 2. Getauft 3. Begraben Vom 4. Februarij Anno 1682. Todten=Buch oder Register der Gestorbenen für die Kirche zu Nehringen, angefangen mit dem Jahre 1792.