Stoplap

In het Familiemuseum hangt een naailap. De afmetingen zijn circa 50 bij 50 centimeter. De lap is van wit linnen en het garen van gekleurd zijde. Met het garen zijn stopvlakken geborduurd in verschillende bindingen (effen, keper en satijn) en in in verschillende kleuren (goud, zilver, rood, blauw en groen). De volgende stopvlakken staan in de naailap:
– een groot vierkant in het midden, waarboven OUD, waaronder 14 JAAR en in elke hoek een bloem staat;
– daaromheen acht rechte kruisen van gelijke armen; per kruis staat hetzelfde motief in de tegenoverliggende uiteinden;
– in de vier hoeken verschillende motieven; l
inksboven een kroon met de letters AHVM en rechtsonder een kroon met de cijfers 1784.
De naailap is achter glas met houten latten ingelijst. Op de
 kartonnen achterzijde staat bovenaan met de hand geschreven “Stop en merk lap van de fam A.H. von Meyerfeld, fam van fam W.F. de Haas” en onderaan een sticker van kunsthandel T.J.H. Jekel, Centuurbaan 169, Amsterdam. 

De stop- en merklap gemaakt door A.H. von Meyerfeld

Tot zover de feiten. Voor de uitleg is het vriendelijke en deskundige advies van mevrouw Mayken Geersing-Dominicus van ’t Andere Museum in Leeuwarden ingewonnen en is eigen onderzoek gedaan.

1. Het linnen is vergeeld en het zijde is verbleekt. De eerste oorzaak daarvan is de manier van inlijsten: er is met lijmstoffen gewerkt en het papier op de achterzijde is niet zuurvrij. De uiterste centimeter van de lap verdwijnt achter de latten en er is geen ontspiegeld glas gebruikt. Jekel droeg dan wel de naam “kunsthandel”, maar was in het dagelijkse leven automonteur en taxichauffeur. In 1934 trouwde hij, dus kan zijn vrouw de zaak draaiende hebben gehouden. De naailap is na de inlijsting een eeuw blootgesteld aan dag- of zelfs zonlicht en hangt nu in een donkere hoek.

2. Meisjes oefenden privé, op school of in het weeshuis op naailappen als proeve van bekwaamheid voor een latere betrekking bij een mevrouw of ter versterking van de eigen huwbaarheid. De meisjes zetten hun leeftijd, hun initialen en het jaar van vervaardiging op de stoplap. In dit geval gebeurde dat ook: 14 jaar oud, AHVM en 1784.

3. Er zijn verschillende soorten naailappen: merklappen, stoplappen, borduurlappen en pronklappen.  Te oordelen naar de patronen en de kleine tekens gaat het hier om een stoplap. Op stoppen werd geoefend omdat zelfs de gegoede burgerij beschadigde kleding niet verving maar repareerde. Dit is relevant te constateren, omdat dit soort grote stoplappen pas vanaf ongeveer 1840 gemaakt zijn, niet al in 1784. Er is nog een tweede reden dat dit niet het jaar van vervaardiging kan zijn geweest. De maakster zou in het jaar 1770 geboren moeten zijn (1784 minus 14). Toen woonde de 10-jarige Johan August – de eerste Von Meijenfeldt – nog in Stralsund. De taal op de lap is Nederlands. 

4. Wie kan AHVM zijn? Er van uitgaande dat VM – mede volgens de tekst op de achterzijde – op Von Meijenfeldt/Meyerfeld slaat, is de enige die in de buurt komt Anna Catharina Henriëtte (1851-1872), dochter van Hendrik von Meijenfeldt en Naatje Kennedij. Zij was 14 jaar in 1865, dat is 81 jaar later dan het jaartal vermeld op de stoplap. Anna Catharina Henriëtte woonde toen als enig kind van haar ouders in Delfshaven. Zij leerde het vak in elk geval niet in een weeshuis. De Nijverheidsschool voor Meisjes in Rotterdam werd pas 20 jaar later geopend en op de stoplap ontbreken initialen van de naailerares. Getuige de hoge kwaliteit van het naaiwerk moet zij goede begeleiding hebben gehad, misschien van haar moeder. Zij naderde het eindpunt van haar vakbekwaamheid toen ze wit linnen met wit zijdegaren kon stoppen en op 7 februari 1870 naaister werd in het krankzinnigengesticht aan de Hoogstraat in Rotterdam.

5. Op de achterzijde van de lijst wordt de familienaam gespeld als Von Meyerfeld. Omdat de inlijsting pas later plaatsvond zal het eerder om een gebruikelijke verschrijving dan om een verwijzing naar de Zweedse graaf von Meijerfeldt zijn gegaan, laat staan naar Wilhelmina Augusta von Meijerfeldt, de natuurlijke dochter van Johan August. Zij had haar hele jeugd in het Amsterdamse Aalmoezeniersweeshuis doorgebracht, onder andere met het maken van merklappen, maar zij was al 14 jaar oud in 1815, had de initialen WAVM en was het contact met de familie van haar vader helemaal kwijt geraakt.

6. Als 1784 niet het jaar van vervaardiging is, dan zou het een voor de familie belangrijk jaartal kunnen zijn. Het enige harde feit is dat dit het geboortejaar van Catharina Margaretha Pieploo was, de vrouw van de eerste Johan August. Anna Catharina Henriëtte kan haar geboortejaar op de stoplap hebben gezet uit trots dat zij haar oudste kleindochter was en wie weet de eerste naailessen vanaf haar zesde verjaardag op 26 september 1757 kreeg. Vanuit Delft was de afstand naar Rotterdam met de 10 jaar eerder aangelegde lijn van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij  snel te overbruggen. Helaas overleed Catharina Margaretha Pieploo vier maanden later op 73-jarige leeftijd. Een speculatieve alternatieve uitleg is dat 1784 het symbolische jaar van de komst van Johan August naar Nederland was als gevolg van het einde van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog.

7. De verleiding is groot de twee kronen op de stoplap aan de afstamming van de Zweedse graaf te verbinden. Haar vader en haar oma kunnen Anna Catharina Henriëtte daarover het nodige verteld hebben. De vorm van de kronen is echter eerder Engels dan Zweeds. Bovendien komen op stoplappen eigenlijk standaard kronen voor. Het stond in die tijd bij burgerlijke meisjes symbool voor eeuwigheid en huwelijksband. De gelovigen kennen maar al te goed de tekst in Openbaring 2:10: Weest trouw tot in de dood en Ik zal u geven de kroon van het leven. 

Op grond van bovenstaande 7 punten luidt de meest voor de hand liggende conclusie dat de stoplap is gemaakt door Anna Catharina Henriëtte von Meijenfeldt in 1865, met 1784 als geboortejaar van haar oma Pieploo en twee kronen als gebruikelijk symbool voor eeuwigheid en  trouw.

Anna Catharina Henriëtte keerde na een kort verblijf als naaister in Rotterdam in 1871 terug naar haar ouders in Dordrecht, wellicht vanwege een ziekte, want op 24 juli van het volgende jaar overleed zij daar op 18-jarige leeftijd. Hendrik wist dat alleen zijn jongere broer Carl de familienaam Von Meijenfeldt zou voortzetten. Hij kan de stoplap van zijn dochter als gift hebben doorgegeven bij de eerste bruiloft in 1881 tussen Margré de Haas en Carl Frederik von Meijenfeldt. Bij het overlijden van Margré in 1915 kan de lap door de vier zonen aan haar oudere zus Elizabet de Haas zijn gegeven. Zij was gehuwd met de W.F. de Haas op de achterzijde van de lijst. Rond deze tijd kan de inlijsting in Amsterdam hebben plaatsgevonden, ook al omdat de actieve periode van de firma Jekel tussen 1920 en 1950 lag. Deze andere familie De Haas heeft de merklap in achtereenvolgende generaties altijd prominent aan de muur gehangen. Na het ontrafelen van de herkomst hebben de huidige bezitters Fred en Valérie de Haas in 2021 besloten de merklap aan de familie Von  Meijenfeldt (terug) te schenken. Met veel dank voor dit gebaar hangt de merklap in het Familiemuseum, eveneens op een prominente maar dit keer donkere plaats.