1.8.7. Kerkboeken

Medrow   ***   Wolfsdorff   ***   Behren-Lübchin   ***   Sülze en Marlow  

In het legaat van het Meijerfeldtse testament uit 1795 zijn Augusta Juliana Meyern en haar man Tilow nieuwe personen. Bij hen staat weinig informatie vermeld. Onderzoek naar hun identiteit in plaatselijke kerkboeken, volkstellingen en gerechtelijke stukken levert het volgende op.

Medrow 

Omdat in het legaat staat dat Augusta Juliana vroeger in Medrow woonde ligt het voor de hand bij dat Meijerfeldtse landgoed te beginnen. Het omvat verscheidene dorpen, maar de evangelisch-lutherse kerk staat in het dorp Medrow zelf. In de kerkboeken is het volgende te vinden: (1) 

3. Maij [1783] ist zu Medrow vertrouet H. Inspector Augustus Christoffer Thilow mit der Jungfr. Augusta Juliana Meijern

Alle namen en functies zijn gelijk aan het legaat, met dien verstande dat de bruid nu puntjes op de ij heeft en de bruidegom een extra h. Het huwelijk blijkt twaalf jaar vóór het opstellen van het testament te hebben plaatsgevonden. Als bonus zijn de voornamen van de bruidegom nu bekend.

In het legaat staat dat dit het tweede huwelijk van Augusta Juliana betreft. Een eerdere bruiloft is in het kerkboek niet te vinden. Van deze Thilow wel: hij trouwde eerder op 26 juni 1772 met Chris­tina Regina Berg. Hij is dan al rentmeester van het “hoch­gräf­lichen Hoff“. Zijn vrouw is huishoudster en overlijdt later.

d 23 Nov: [1785] ist zu Medrow des Herrn Inspectors Thilows Töchterlein  gebohren, und getauft d 28tm ejusdem mit den Nahmen:  Charlotta Friderica Carolina Augusta. Päthen: die Frau Pastorin Schrödern von Nehring, die Oberförsterin aus den Preussischen Meijern, fürde, die Frau Inspectorin Kreihssen, die Stellvertreter und H. Hoff-Meister aus Loitz Hoffman: für dssn Steimann

Twee en een half jaar na het huwelijk baart Augusta Juliana een dochter. Zij wordt weliswaar niet genoemd als moeder, maar dat is in die tijd gebruikelijk en de dochter krijgt wel haar voornaam. De peetouders zijn afkomstig uit de regionale elite. De meest interessante is de vrouw van opperhoutvester Meijer uit Pruisen; is zij de moeder van de bruid? In 1788 wordt een zoon geboren.

d. 29 Xbr [1789] ist von Medrow H. Inspector Thilow beerdigt worden am SchlaffKluss plötzlich gestorben, 57 Jahr

De begrafenis van Thilow is op zich geen verrassing, maar het jaartal en zijn leeftijd des te meer. In het legaat zes jaar later staat dat hij dan nog steeds pachter in Mecklenburg is. Bij zijn tweede bruiloft was hij al 51 jaar oud, terwijl Augusta Juliana als “Jungfrau” ofwel maagd wordt aangemerkt.

De oorzaak van overlijden is onvertaalbaar: “slappe klusjes”. Waarschijnlijk hoort er te staan Schlagfluss, ofwel hartinfarct. Uit gerechtelijke stukken blijkt dat Thilow’s hartaanval minstens twee maanden vóór zijn overlijden moet hebben plaatsgevonden, omdat hij dan een testament laat opmaken. Daarin wijst hij zijn vrouw aan als universeel erfgenaam en de pachters Hagenow op Langenfelde en Steinmann op Nehringen als voogden van zijn twee kleine kinderen. Februari 1790 wordt het testament van kracht en een maand later sluiten weduwe en voogden een akkoord over de verdeling: het woonhuis in Loitz wordt op een veiling verkocht en het meubilair in natura verdeeld. Met veel moeite lukt het op 24 mei 1791 het huis voor het tegenvallende bedrag van 600 rijksdaalder te verkopen. (2)

10. Maij [1791] ist zu Medrow Herr Theodosius Bernhard Christoffer Thilow met der Frau Augusta Juliana Meijern verwittwete Inspectorin Thilow vertrouet

Dat Augusta Juliana twee keer trouwt is uit het legaat bekend. Dat zij de tweede keer met een Thilow trouwt die eveneens inspecteur is schept veel verwarring of lost alles op.

Wolfsdorf

Volgens de volkstellingen woont het nieuwe echtpaar in Wolfsdorf. Dat ligt in Zweeds-Pommeren, 25 km noordelijk van Medrow. Thilow moet dan inspecteur op een landgoed in de directe omgeving zijn geweest. Uit dit tweede huwelijk worden drie zonen in Wolfsdorf geboren: een tweeling zeven maanden na het huwelijk en een derde kind eind 1792. Kerkboeken met doopgegevens zijn nog niet gevonden. (3)  

Behren-Lübchin

De volgende woonplaats is Schabow, 25 km noordwestelijk van Medrow over de Trebel in het groothertogdom Mecklenburg-Schwerin. (4) In het naastgelegen dorp Behren-Lübchin staat een Evangelisch-Lutherse kerk. Volgens de kerkboeken wordt daar in 1794 opnieuw een tweeling gedoopt, nu een zoon en dochter. Thilow blijkt pachter op Schabow te zijn, een landgoed aan de rivier Recknitz, in bezit van de familie von Bassewitz. Hij ontvangt geen salaris als inspecteur maar betaalt de familie een pachtsom uit de opbrengsten van het land. Dat in het testament staat “huidige pachter in Mecklenburg” blijkt dus te kloppen. (5)Hr. Theod. Bernh. Thilow, Pächter zú Schabow. l Augusta Juliane geb. Meijerfeld,

De achternaam van Augusta Juliana luidt niet langer Meijer, maar MeijerfeldDe eerste keer lijkt een streepje door feld te staan en als doopgetuige bij dorpsgenotenstaat de maanden daarna staat er weer Meijer, maar in de jaren daarna verschijnt de volle naam vele malen. Dat is een spectaculaire ontwikkeling, omdat dit de achternaam van de veldmaarschalk is. Hij leeft in die tijd regelmatig op zijn landgoederen, dus misschien heeft zij hem ontmoet. De graaf laat precies in deze tijd zijn testament opstellen, inclusief het legaat aan haar van 1.000 rijksdaalder. 

Aan het einde van 1795 overlijdt van elke tweeling één en worden in de jaren daarna nog twee zonen geboren. Hiermee valt de zinsnede uit het testament vooral in haar tweede huwelijk met veel kinderen gezegend” ook op zijn plaats.

Sülze en Marlow

De familie verhuist naar het vijf kilometer noordelijker gelegen Sülze (Bad Sülze). Uit de kerkboeken blijkt daar eind 1801 nog een laatste zoon te worden gedoopt. (6) Hoewel Thilow pas 41 jaar oud is wordt hij als voormalig pachter aangeduid. Augusta Juliana heet weer gewoon Meijer. Doopgetuigen zijn de pachters van Nehringen, Liepen en Langen­felde. Laatstgenoemde pachter Hagenow is bekend als voogd van de eerste kinderen. Hij wordt een jaar later in de rijksadel­stand verheven en koopt het leenrecht op Langenfelde, Glewitz en Med­row van de gravin. (7)

In het jaar 1802 verkoopt de gravin niet alleen deze leenrechten en al haar Pommerse vastgoed, maar wikkelt zij ook het legaat aan Augusta Juliana af. Thilow krijgt 500 rijksdaalder om enkele gebouwen bij Marlow te kopen. Hij koopt geen pachtrecht, want in alle kerkboeken blijft staan ehemahlige Pächter.  Hoe de andere helft van het legaat wordt afgewikkeld is nog niet bekend. (8)

De kinderen uit het eerste en tweede huwelijk trouwen en krijgen nakomelingen. Augusta Juliana is soms getuige bij huwelijken en dopen en gebruikt de naam Thilow geb. Meijer. Een burgerlijke stand wordt in deze Duitse vorstendommen niet ingevoerd, maar in Mecklenburg vindt in 1819 wel de eerste volkstelling plaats. Daarin wordt het tweede gezin in Marlow genoemd: (9)

Eindelijk staan precieze geboortegegevens vermeld. Augusta Juliana is geboren op 28 augustus 1766. Daaruit volgt dat zij pas 16 jaar oud was bij haar eerste huwelijk, maar wel 19 jaar bij haar eerste kind. Haar geboorteplaats is Wolgast, een Pommerse tolhavenstad onder Stralsund, langs de kustdoorgang van Greifswald naar Stettin. Thilow is geboren op 19 augustus 1760. Daaruit volgt dat hij 28 jaar jonger is dan zijn huwelijksvoorganger. Zijn geboorteplaats is Klatzow, een dorp in het district Demmin, toen in Pruisisch Pommeren, waar zijn vader pastor was. 

In 1832 sterven veel van de ruim 1.000 inwoners van Marlow aan cholera, maar het echtpaar overleeft. Wanneer Augusta Juliana overlijdt is onbekend. Zij is in 1833 voor het laatst te vinden in de kerkboeken van Hohen Sprenz, zo’n 40 kilometer naar het westen, waar zij met haar oudste dochter doopgetuige bij de dochter van haar zoon Carl Heinrich. Thilow overlijdt op 78-jarige leeftijd op 8 juni 1838 aan ouderdomszwakte. Drie dagen later vindt in de Evangelisch-Lutherse kerk van Marlow de begrafenisdienst plaats. (10)

Gewesener Gútspächter Theodor Bernhard Thilo hinsebst.
Vat. N.N. Thilo Pred zú Klatzow in Preúβichl. Alle Namn der Mútter únbekannt
Klatzow in Preúβl. l 78 Jahr.

Terug   ***   Verder

1. “Der Kirchen zu Glewitz und Medrow Tauf=, Trau= und Taube=Register vom Jahre 1729 bis zum Schlusse des Jahres 1791″. Dit kerkboek is bij de pastor in Glewitz ingezien. Voor zover bekend is het inmiddels niet gescand of centraal opgeslagen.
2. Wismarer Tribunal, “Der Eigentümer Hagenow zu Langenfelde und Friedrich Steinmann zu Gnoien als Vormünder der Thilowschen Kinder contra das königliche Hofgericht in Greifswald” (hoger beroep), Relationen, Urteilsbegründungen des Assessoren am Tribunal. Landesarchiv Greifswald, 010.01. Schwedische Regierung Stralsund. 1805 IV nr. 6, pag. 1-88.
3. Volkszählung Großherzogtum Mecklenburg-Schwerin, 1819 deel 86, Marlow, amt Ribnitz, Fol 95-96, nr. 1007-1008.
4. Tegenwoordig ligt Schabow als dorpskern in de gemeente Lindholz wel binnen de Landkreis Vorpommern-Rügen, langs de autosnelweg A20.
5.
Evangelische Kirche Behren-Lübchin, Taufen, Heiraten u Tote 1766-1884, Doop Fol 117, Fol. 122 en Fol. 127, Begraaf Fol. 523 / 185.
6. Evangelische Kirche Sülze, Taufen, Heiraten, Kommunikanten u Tote 1791-1831, Fol 112-113.
7. Brief van Ulrike Cordt, Freising 23 januari 1996, waarin zij verklaart dat haar betbetovergrootvader Friedrich von Hagenow het landgoed kocht samen met diens zwager Jochim Christian von Rodbertus. [CH-279]
8. Volkszählung Großherzogtum Mecklenburg-Schwerin, 1819 deel 86, Marlow, amt Ribnitz, Fol 95-96, nr. 1006.
9. Wismarer Tribunal, pag. 1-88.
10. Evangelische Kirche Hohen Sprenz, Taufen 1788-1860, Fol. 281, 1) Auguste Thilo aus Marlow, 2) Friderice Prilwitz geb. Thilo. Volkszählung 1819 Marlow, Fol. 65-66. Evangelische Kirche Marlow, Taufen, Heiraten, Tote u Konfirm 1802-1871, Fol 449.