Karl von Sulicki, “Der Siebenjährige Krieg in Pommern und in den benachbarten Marcken. Studie des Detachements= und des kleinen Krieges”, Berlin 1867.
“Das im Jahre 1758 aus Mannschaften der deutschen Regimenter gebildete Grenadiersbataillon Meyerfelt nahm später seine Stelle ein.”
19 november 1758. Gevechten bij Güstrow. Pruisisch legeraanvoerder Dohna probeert vanuit Mecklenburg Pommeren binnen te komen en trekt zijn troepen bij Grimmen samen en neemt Damgarten in omdat het garnizoen zich niet verdedigt.
1 januari 1759. De Zweedse legeraanvoerder Lantinghausen reageert hierop en stuurt majoor M. met zijn bataljon en het cavalerieregiment Småland naar de Damgartner pas. M. weet bij Steinhage voor Richtenberg tegen opmars Von Diericke stelling te nemen. Verhaal over onoplettendheid, sneeuwval, terugtrekking tot Defilee van Seemühl, waar toegang tot Dtrasund wordt geblokkeerd.
Majoor M. met zijn bataljon en Anrep met zijn bataljon Lijfgarde vallen 27 augustus 1759 4:00 uur de stad Swinemünde aan. Onder Fersen nemen zij tot 16 september deel aan de gevechten.
Begin 1760 zijn de Zweedse troepen aangesterkt. Bij de infanterie worden de grenadiersbataljons van M. en Wrangel genoemd.
Gevechten bij Pasewalk.
13 augustus 1761. Overste M. marcheert met het 1e Duitse Grenadiersbataljon, een bataljon Jönköping en de Småland cavalerie van Boldekow naar de pas, verdrijft daarvan en van Friedland de Stettiner Freikompagnieën en neemt stelling in en om de stad.
22 augustus 1761. M. vecht onder Stackelberg bij Neu-Brandenburg.
22 augustus 1761. De Zweden worden vernietigend verslagen. M. weet te voorkomen dat ook Neu-Brandenburg verloren gaat.
7 september 1761. M. bevindt zich in Friedland.
9 september 1761. Hessenstein versterkt M. in Friedland.
Friedland lijft in handen van M.
2 januari 1762. Bij de doorgang over de rivier de Peene bij Berchen wordt M.s grenadiersbataljon gepost.