In oktober 1813 verlaten de Franse bezettingstroepen Rotterdam overhaast. Napoleon is in de Volkerenslag van Leipzig definitief verslagen en de geallieerde legers rukken op naar Parijs. Op het grondgebied van de oude Republiek, dus inclusief de provincies onder de grote rivieren, roepen zij het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uit. Automatisch denken zij dat toe aan het vorstenhuis Oranje-Nassau. Prins Willem V is in 1806 in Brunswijk overleden en zijn 41-jarige oudste zoon Willem Frederik is de erfprins. Hij bevindt zich in Engeland en gaat op weg.
In afwachting van de komst van Oranje bestuurt een driemanschap het land en vestigt zich in Rotterdam een Provisioneel Bestuur onder oud-burgemeester J.F. van Hogendorp, een neef van één van de drie. Hoewel al het volk zich oranje uitdost, weigert Kikkert op 22 november nog de werf en vloot over te geven. Na zijn arrestatie en gesprekken komt hij vier dagen later met een proclamatie dat de marine zich aan de kant van het verzet schaart. Begin december trekken de in alle opzichten kleurrijke Kozakken onder kolonel Naryshkin de stad binnen, gevolgd door Pruisische bataljons en tsaristische troepen onder de Russische graaf von Benkendorff. De bevolking verwelkomt ze enthousiast en het nieuwe bestuur haast zich dat ook te doen.
Johan August is op 9 december getuige van een prachtig schouwspel. Op ’s Lands Werf komt Vorst Willem I aan, geflankeerd door zijn tweede zoon Frederik en door de Russische graaf. Hij beëindigt hier de glorieuze inhuldigingstocht door Rotterdam, na zijn landing op het strand van Scheveningen op 30 november en uitroeping tot vorst in Amsterdam op 2 december. Hij begeeft zich naar het Admiraliteitsgebouw voor een feestdiner. De dagen daarna grijpen de kozakken en het volk alles wat zij kunnen. Na de jaarwisseling trekken de troepen de Fransen achterna en keert de rust weer. In dienst van de nieuwe vorst blijft Johan August na de jaarwisseling in 1814 kanonnier en commandant op het Geschutwerf. Hij behoort tot de losse werklieden voor 1½ gulden per dag en werkt zes dagen per week zonder vakantiedagen. Zo nu en dan staat Hendrik Pieploo als sjouwer vermeld, kennelijk om een zakcentje bij te verdienen. (1)
Nog geen twee jaar oud komt dochter Anthonetta op 12 juni 1814 te overlijden. Twee dagen later doet haar vader daarvan aangifte bij de “provisioneel gecommitteerde tot de waarneming van den civiele staat der stad Rotterdam”. Sjouwer Jurrin Alefs vergezeld hem. Zij laten noteren dat zij allebei in huis L 307 wonen. Dat is in de Banketstraat. Dat betekent dat hij niet meer op de Lange Baanstraat woont. (2)
Na Napoleon en Willem maakt Johan August op 1 juli nog een vorstelijk bezoek mee: tsaar Alexander van Rusland, op de terugreis van de vredesconferentie in Londen. Bij hem is de 22-jarige Kroonprins van Oranje, die later zijn zwager en koning Willem II zal worden. Zij maken onder enthousiaste toejuichingen een roeitocht door de Blaak, langs de Boompjes, door het Haringvliet naar ’s Lands Werf. Daar nemen zij deel aan een luisterrijk bal met souper in het Admiraliteitsgebouw.
Een klein jaar later op 13 april 1815 ‘s-morgens 9:00 uur ziet Carl von Meijenfeldt het levenslicht. Het is het vijfde kind en de derde zoon van de stamvader. Bij de bevalling helpt vroedvrouw Cornelia de Bodt, die ook voor de aangifte bij de gemeente zorgt. Dat is wel zo gemakkelijk, maar doordat zij twee dagen later van een heleboel geboorten aangifte doet sluipen er wel onnauwkeurigheden in. Zo noemt zij huis L 296 (drie huizen verderop in de Banketstraat) en sjouwer in plaats van kanonnier als beroep van de vader. Nog twee dagen later gaan Johan August en Cato naar de kerk om Carl door dominee Sander te laten dopen. Getuige is opnieuw Juliana von Meijenfeldt. Dit keer staat vermeld dat zij met Thielo gehuwd is. De tweede getuige is Friedrich Thielo. (3)
De geboorte van Carl luidt het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden in. Een nieuwe grondwet is een jaar eerder opgesteld. Zelfs België en Luxemburg komen bij het koninkrijk, maar verlaten dat 15 jaar later al weer.
1. Betaalsrollen werklieden, sjouwers, etc. in losse dienst, Nationaal Archief 3.09.16 Directie der Marine Rotterdam, Inv 157 -159 Geschutswerf.
2. Overlijdensakte 1445, Stadsarchief Rotterdam 999-09, fol C 103v.
3. Geboorteakte 699, SR 999-01 Fol A 141v. Doopboek, SR 999-32, Ev-Luth 246, Ev-Luth 238 index C. Voor de doopgetuigen zie Speurtocht.