Op de Goudsche Singel wonen in 1834 de stamvader, zijn vrouw en de kinderen Jan, Carl en Nellie. Carl krijgt na zeven jaar leerling en knecht op ’s Rijks Werf in Rotterdam zijn aanstelling als scheepmaker of scheeptimmerman. Op 18 maart doet hij openbaar geloofsbelijdenis bij de evangelisch-lutherse dominee Fortmeijer. Hij viert op 13 april zijn 19de verjaardag. Dat betekent inschrijving bij de Nationale Militie. De gemeente noteert zijn lengte van een el, zeven palmen en vijf duimen. Dat is 182,5 centimeter, voor die tijd behoorlijk lang en tien centimeter meer dan broer Jan. Zijn ovale gezicht, blauwe ogen en bruin haar zijn minder onderscheidend. Carl krijgt nummer 1387, maar wordt geen loteling vanwege zijn functie bij de Koninklijke Marine. (1)
Zonen Hendrik en Friedrich bevinden zich aan boord van een oorlogsschip. De laatste is in Hellevoetsluis ook als stuurmansleerling op Z.M. Wachtschip Amstel begonnen. Regelmatig krijgt hij acht dagen verlof om naar huis te gaan. (2)
De achterstand van Johan August met de aflossing en rente op de lopende hypotheek bij Wessel Koops loopt dat jaar zodanig op, dat hij geen uitstel meer krijgt. Daarom leent hij op 1 augustus 1834 een extra bedrag van f 160 bij de Erven Loven, ook tegen 5% rente per jaar. Zo vult hij het ene gat met het andere.
Dit is de laatste bekende daad van de stamvader. Johan August von Meijenfeldt overlijdt op 2 juni 1835 aan het einde van de middag om 17:00 uur in zijn eigen huis. Twee dagen later doet zoon Carl samen met buurman Willem Blok daarvan aangifte op het gemeentehuis. Hij geeft op wie zij zijn, meldt wanneer en waar het sterfgeval zich heeft voorgedaan en geeft van zijn vader de naam, leeftijd, echtgenote, beroep, geboorteplaats, domicilie en ouders. (3)

Op 5 juni 1835 vindt de uitvaart plaats in de Lutherse kerk. In de binnenstad mag niet meer in of bij de kerk begraven worden. Daarom wordt het stoffelijk overschot dezelfde dag naar de nieuwe begraafplaats Crooswijk gebracht. Daar vindt Johan August zijn rustplaats in een huurgraf op rij 10. (4)

Algemene Begraafplaats Crooswijk, ingang 1832
Zo eindigt het leven van de stamvader van de Nederlandse familie Von Meijenfeldt na 17 jaren in Amsterdamse dienst en 25 jaren gezinsopbouw in de Rotterdamse haven. Elders staan de resultaten van de speurtocht naar zijn eerste 33 jaren en zijn ouders.
1. Militaire Zaken 1834, Stadsarchief Rotterdam 356, Inv 94, nr 508.
2. p.m.
3. Overlijden, SR 999-09, fol B 061, akte 1233.
4. Begrafenis, SR 676-3, fol 22, no 693.
