De precieze geboortedatum van de stamvader in het jaar 1760 is nog niet gevonden. In de familiepapieren is weliswaar de rijmende en stichtelijke Heilwensch van de kinderen aan hun vader voor zijn verjaardag bewaard gebleven, maar een datum ontbreekt daarop helaas. De autoriteiten schreven wel de geboorteplaats, maar niet de datum op. De reden daarvoor was waarschijnlijk dat landen en gebieden in Europa afwijkende kalenders hanteerden. De lengte van jaren was wel gelijk, dus vroegen zij naar de leeftijd. In de verschillende documenten zijn de volgende leeftijden genoteerd:
| DOCUMENT | GEBOORTEPERIODE |
|||
| Gebeurtenis | Datum opgave |
Opgegeven leeftijd |
Na | Vóór |
| Ondertrouw C.M. Pieploo | 04-12-1807 | 38 jaar | 04-12-1768 | 04-12-1769 |
| Doop Antonetta | 14-07-1812 | 52 jaar | 14-07-1759 | 14-07-1760 |
| Overlijden Antonetta | 14-06-1814 | 52 jaar | 14-06-1761 | 14-06-1762 |
| Overlijden Antonetta Juliana | 07-01-1828 | 59 jaar | 07-01-1768 | 07-01-1769 |
| Volkstelling Rotterdam | 16-11-1829 | 63 jaar | 16-11-1765 | 16-11-1766 |
| Overlijden Johan August | 02-06-1835 | 74 jaar | 02-06-1760 | 02-06-1761 |
| Brief Carl aan Helsingfors | 10-08-1876 | – | in 1760 | |
Een nauwkeurige datum of periode komt uit dit overzicht niet te voorschijn. De stamvader bevestigt maar één keer het jaartal 1760 dat zoon Carl tot twee keer toe opgeeft. Alle andere keren maakt hij zichzelf jonger, vooral bij het huwelijk met zijn eigenlijk 24 jaar jongere bruid. Uitgaande van de data bij het opgave van de leeftijden ligt zijn geboorteperiode tussen 2 juni en 14 juli 1760.
Dat Stralsund (Straalsond) de geboorteplaats is geven zowel stamvader en zoon Carl vaak op. Tot en met de Napoleontische tijd is dat de hoofdstad van Zweeds-Pommeren, bekend van de Zweedse voorouders. Bij Nederlandse zeelui in de Oostzeehandel, de moedernegotie, is deze havenstad evenmin onbekend. In de kerkboeken van Stralsund is de geboorte van de stamvader desalniettemin onvindbaar. Heette hij toen misschien anders of ligt zijn geboortedorp wellicht in één van de talrijke dorpjes buiten de vesting?

Scheepsbouw in de haven van Stralsund
Aquarel C.A. Detloff, Stralsund Museum
Volgens zijn zoon Carl brengt de stamvader de eerste twintig jaren van zijn leven in Stralsund door. Hij krijgt daar zijn opvoeding en opleiding. Pommeren bloeit in die tijd op dankzij veel economische en militaire activiteit, met name in de handels- en oorlogsvaart. Het bestuur van de Pommerse havensteden Stralsund en Barth geeft opdracht tot het bouwen van 17 grote schepen. In het directe achterland liggen uitgestrekte bossen aan rivieren, waar enorme eiken en dennen sneuvelen. De houtkap vindt vooral plaats in en rond Bassendorf, vier kilometer noordelijk van Nehringen. De rivier de Trebel wordt bevaarbaar gemaakt in zuidelijke richting naar de Peene, die oostwaarts uitstroomt in de kustzee en vandaar noordwaarts voorbij Wolgast en Stralsund in de Oostzee. (1)
1. “Bassendorfer Schiffe und ihre Fahrte”, Ostsee-Zeitung.
