Ernst Carlson, “Koning Karl XII:s egenhändiga bref”, Stockholm 1893.
Senare afdelningen. Till enskilde personer. IV. Johan August Meijerfelt.
M.s bref afsändes t. ex. «i en penna stoppadt» (n:r 243). = met gevulde pen.
M. stod hög i gunst.
Brieven aan M. om te brandschatten en straffen voor Poolse aanhanger van Augustus II de Sterke.
Pag. 108-109. Aan zuster Ulrike Eleonore.
Bender 19-12-1710. “Sedan iagh skrifvit mitt brefv, så är i dagh Mejerfelt hitkommen och brakt mon coeurs nådigsta hälsningh.”
(Mejerfelt åter kom i slutet af 1710 till Bender)
Bender 17-01-1711. ”så har iagh fått trenne min kiäresta systers hådigste brefv, ett medh Mejerfelt och tvenne senare.”
Pag. 146. Aan zuster Ulrike Eleonore.
Mynkgut på Rygen 29-09-1715. “Som lägenheet nu härifrån afgår med gr. Mejerfelt, så kan iagh…”
Pag. 167. Aan zuster Ulrike Eleonore.
Lund, 11-03-1717. Veel lui vetrekken naar de bruiloft M. i Vittskövle, maar zelf heeft de koning daarvoor geen tijd.
Pag. 266-267. Aan Rehnskiöld.
Lemberg 31-08-1704. M.s overwinning bij Posen en verlies van zijn bagage.
Lemberg 03-09-1704. M. moet zich met hem samenvoegen.
Pag. 281. Aan Stenbock.
Olesnice 16-11-1702. M. kan niet worden gestuurd, is voor andere missies nodig.
Pag. 283. Aan Stenbock.
Olsnitsa 11-1702. Koning kan M. niet missen.
Pag. 294. Aan Stenbock.
Lublin, 01-1703. M. ligt in de zuidoostelijke vestingsstad Zomosc, die hij innam na weerspannigheid.
Pag. 333. Aan Horn.
Novemasto 01-06-1704. M. mag zijn geld uit Dantzig niet verliezen.
Pag. 337-344. Aan Meijerfelt.
10 brieven in de periode 1701-1705.
Pag. 414. Aan Admiraliteitscollege.
Karlstad 22-02-1716. Uitrusting van de vloot door M.