In het jaar 1895 maakt Carl von Meijenfeldt drie grote gebeurtenissen mee: op 13 april zijn tachtigste verjaardag; op 21 mei zijn gouden huwelijk; op 1 september wordt hij weduwnaar. Vooral de tweede en derde gebeurtenis gaan niet ongemerkt voorbij.
Zoon Evert en schoonzoon Jan plaatsen advertenties in verschillende gereformeerde kranten, waarin zij de viering van de vijftigjarige echtvereniging aankondigen:

Kennelijk is de aanloop groot, want een week na afloop gebruiken Carl en Nel een advertentie om hun innige dank aan de vele belangstellenden voor hun huwelijksfeest te betuigen.
Nel Diederich
L.R. Werner, Nieuwendijk, Amsterdam
Drie maanden later op 1 september 1895 om 20:00 uur overlijdt Petronella Wilhelmina Diederich thuis, 72 jaar oud. Een ziekte wordt niet genoemd. De begrafenis is op donderdag 5 september om 13:00 uur op de nieuwe protestantse begraafplaats Te Vraag aan de westrand van Amsterdam.
Nu Carl weduwnaar is wordt zijn pensioen niet gehalveerd, zoals het weduwepensioen van zijn broer. Van de kinderen betaalt Evert pensioenpremie in het fonds van Hovij, maar de anderen zijn ondernemer of daarbij werkzaam. Frits en Jan worden het jaar daarop toch ambtenaar, zij het bij de gemeente Amsterdam en zonder van baan te wisselen. Omdat alleen rijke bewoners zich een aansluiting op het leidingnet kunnen veroorloven, de stad enorm groeit en de druk en kwaliteit niet altijd op orde zijn komt het gemeentebestuur in actie. Onderhandelingen over verbetering blijven zonder resultaat, zodat geen andere optie overblijft dan de Duinwater-Maatschappij, de Vechtwaterleiding en de Bronwaterleiding in 1896 over te nemen in een dienst Gemeentelijke Waterleidingen Amsterdam.
