Anna Barnekow, “Anteckningar om Släkten Barnekow”, Kristianstad 1908.
Twee exemplaren in Familiearchief, één daarvan is niet opengesneden.
Brita (1700-1771) is het jongste kind van Kjell Christoffer Barnekow en Margaretha von Ascheberg. Johan August sr verkrijgt een deel van Söfdeborg van Margaretha’s vader Rutger von Ascheberg.
Barfod schrijft dat Carl Friedrich jr druk gesticulerend oefent in zijn woning in Kristianstad met het declameren van zijn grafrede voor Margaretha von Ascheberg. De buren horen dit niet maar zien hem wel en denken dat de graaf gek geworden is.
Margaretha is de laatste van het geslacht von Ascheberg. Brita Barnekow till Ugerup en Gammel Kiöge is 17 jaar oud als zij met de 53-jarige Johan August sr trouwt. De ‘lelijke oude man’ had haar moeder eerder tevergeefs ten huwelijk gevraagd. Carl Friedrich jr was kolonel in Hessische dienst. Brita kreeg door het huwelijk aanspraak op de erfenis van Wolmar ad 100.000 florijn. Na 170 jaar was dit bedrag met rente 140 miljoen kronen waard. Als zekerheid voor de schuld gold Strehlen, maar dat Silezische landgoed met alle daarop rustende schulden lag kort daarop in handen van Pruisen.
Uiteenzetting over de erfenis van Wolmar Johan Meijerfeldt.
Gammel Kjögegaard: Carl Friedrich jr is enig eigenaar en verkoopt het 1777 aan Rasmus Carlsen.
Ellinge: Johan August sr en Wilhelm Bennett bezitten het samen, later alleen de laatste.
Söfdeborg: komt door koop en erfenis geheel in handen van Johan August sr. Zoon Johan August jr erft en verkoopt het 1788 aan Carl Gustaf Piper.
Ugerup: Carl Friedrich jr erft het van zijn moeder Brita Barnekow en woont er zijn dood in 1791.