Adelstand *** Ridderordes
Het Zweedse geslacht Von Meijerfeldt is enkele malen in de adelstand verheven en heeft verschillende ridderordes ontvangen.
De adelstand is op alle niveaus verkregen, van laag tot hoog: Lijflandse landadel, Zweedse adel, Zweedse vrijheer of baron en Zweedse graaf. De verheffing in de adelstand heeft plaatsgevonden door middel van een brief. In de adelsbrief staan een motivering, de verleende titel, de eventuele naamsuitbreiding en een beschrijving van het verleende wapenschild (waarvan elders een opsomming). Hier volgt een overzicht:
ADELSBRIEF | VAN | AAN | DATUM |
Herre Bref Heer van Bubus. In azuren veld een zilveren sikkel |
Landmeester Duitse Orde in Lijfland von Plettenberg | Johann Meijer, zijn vrouw uit vazallengeslacht von Fahrenbach en echte nakomelingen | Riga of Wenden, geërfd, 1480 of 1510 |
Skölde Bref Uitbreiding naam met feldt voor onderscheid. In zilveren onderveld een burcht |
Karel XI, koning van Zweden |
Andreas Meijer, zijn vrouw Catharina Wulff en echte nakomelingen | Stockholm, 24-11-1674 Introductie Ridderhuis 1675, nr. 864 |
Frijherre Bref In 4 extra velden adelaars, balken, kogels |
Karel XII, koning van Zweden |
Johann August en Wolmar Johann von Meijerfeldt | Rawicz, 12-07-1705 Introductie Ridderhuis 1705 tot 1727, tussen nr. 111-112 |
Grefwe Bref In 2 extra velden griffioen en sporen |
Karel XII, koning van Zweden |
Johann August, zijn vrouw en echte nakomelingen; Wolmar Johann von Meijerfeldt |
Demotica, 03-03-1714 resp. 18-08-1719 Introductie Ridderhuis 1719, nr. 59 |
Ridderordes
De Zweedse ridderordes zijn in aanzien lichter dan adelstand, maar zwaarder dan de Nederlandse lintjesregen. Koning Frederik I van Zweden voerde ze in 1747 in om de in de adelstand verheven families nog verdere bewijzen van erkentelijkheid te kunnen geven. Voor de militairen was er de Zwaard Orde, met opklimmende rangen. Hieronder een overzicht van de toegekende onderscheidingen: (1)
WIE | Ridder Zwaard Orde |
Commandeur Zwaard Orde |
Ridder Grootkruis Zwaard Orde |
Commandeur Grootkruis Zwaard Orde |
Ridder Serafijnen Orde |
Johann August sr |
bestond nog niet |
bestond nog niet |
bestond nog niet |
bestond nog niet |
1748 afgeslagen |
Carl Friedrich jr |
28-04-1770 | – | – | – | – |
Johann August jr |
04-12-1751 | 27-11-1775 | 19-07-1790 | 01-09-1782 | 01-11-1797 |
Johann August III |
02-05-1790 | – | – | – | – |
Axel Friedrich |
– | – | – | – | – |
Zwaard Orde
De Zwaard Orde is in 1748 in het leven geroepen door de Zweedse koning Frederik I. Met de naam wijst hij terug naar de Orde van de Zwaardbroeders van Lijfland. Het is een militaire onderscheiding voor Zweedse officieren ‘die hun zwaarden met eer hebben ontbloot in dienst van hun vaderland’, om hen te belonen voor moed en opmerkelijke dienst in oorlogstijd en voor langdurige en heilzame activiteiten in de strijdkrachten in vredestijd.
De Ridders dragen blauwe, fluwelen gewaden met witte biezen, een gele en blauwe zijden riem rondom de taille, en over de schouders een blauwe jas met witte kraag en voering. Op de linkerborst hangt een zilveren insigne en om de nek of aan de sjerp een gouden. Het insigne is een wit geëmailleerd Andreaskruis. Het midden van het kruis bestaat uit een blauwe vol met daarop een rechtopstaand zwaard, omringd door de drie Zweedse koninklijke kronen. Het insigne is aangevuld met vier gouden kronen rondom de blauwe bol, in een sjerp gewikkeld, gekruiste zwaarden en een koninklijke kroon. De achterkant van het insigne is bedrukt met een lauwerkrans en de inscriptie: ‘voor het vaderland’. Voor deze eretekens moet veertig daalder worden betaald aan de schatmeester. Het insignes mogen tijdens het leven gedragen worden en de nabestaanden moeten ze teruggeven aan de schatmeester.
Een officier komt voor de Zwaard Orde in aanmerking als hij twintig jaar heeft gediend. Oorlogsjaren tellen dubbel en het kapittel kan een uitzondering maken als de officier gewond is geraakt in een oorlog, een teken van overwinning van de vijand heeft veroverd of in het buitenland door moed en dapperheid roem heeft gemaakt tot eer van zijn vaderland.
De uitreikingsceremonie vindt plaats in de zaal van de Zwaard Orde in de westelijke vleugel van het Koninklijk Paleis in Stockholm. De Kanselier heet de koning welkom, roept Meijerfeldt naar voren roept en leest de ridderbrief met verdiensten voor. De genomineerde zakt voor de koning op zijn knieën, heft zijn rechterhand op met de wijsvinger en middelvinger uitgestrekt en herhaalt plechtig de belofte en eed van de Ordesecretaris: ‘Ik Meijerfeldt, beloof en zweer bij God en zijn heilig evangelie dat ik het zuivere christelijke geloof en de leer, met goed en bloed, zal verdedigen; trouw en loyaal zal zijn aan mijn koning en zijn koninkrijk, de vijanden van het koninkrijk met dappere moed tegemoet zal gaan, de wet zal handhaven en ridderlijkheid beoefenen volgens mijn beste verstand en de statuten die mij zijn voorgeschreven. Zo waarlijk, helpe mij God!’.
De koning trekt zijn kroningszwaard uit de schede en slaat driemaal, met de platte zijde van het lemmet, op diens linkerschouder van onder het uitspreken van de woorden: ‘Wij …, bij de gratie Gods, Koning der Zweden, Gothen en Wenden enz. enz. enz., maak u een ridder van Onze Eervolle Orde van het Zwaard. Wees waardig!’. Als dank voor de genade die hij ontvangt, kust de ridder de hand van de koning. Vervolgens haalt hij bij de Ordesecretaris zijn ridderschapsbrief op en bij de Schatmeester zijn eretekens.
Serafijnen Orde
De Serafijnen of Serafimerorden is de hoogste rang van de Zwaard Orde en wordt nu alleen nog aan leden van koningshuizen en staatshoofden uitgereikt. Deze werd als nieuwe Orde geïntroduceerd bij de 73ste verjaardag van koning Frederik in 1748, Johan August von Meijerfeldt sr behoorde bij de eersten aan wie de onderscheiding werd aangeboden. Hij sloeg het aanbod af met een beroep op zijn hoge leeftijd. Er wordt gezegd dat de werkelijke reden was dat hij – net als drie anderen = alleen waarde hechtte aan het feit dat Karel XII hem vanwege dapperheid in de adelstand had verheven. Nog een andere reden zou de weerzin tegen enkele andere kandidaten zijn. Zijn zoon kreeg de grafelijke stand bij de geboorte in de schoot geworpen, waardoor hij wel behoefte had aan onderscheidingen op basis van eigen verdiensten (Veldmaarschalk, ‘s-Rijks Heer en Serafijnen Ridder). (2)
1. Ordens Arkiv, Matriklar.
2. A. Fryxell, “Berättelser ur Svenska Historien”, Stockholm 1823-1872, deel 38, pag. 174. B. von Beskow, “Karl den Tolfte. En Minnesbild”, Stockhom 1868, deel 1, pag. 276-278.