Het tiende kind van Carl von Meijenfeldt en Nel Diederich heet Hendrik Diederich. Hij wordt als jongste van de derde generatie geboren in Amsterdam op 16 juni 1864.
Carl’s jongste zoon Hendrik is werkzaam bij de afdeling Bewaarneming van de Nederlandsche Bank. Hij is belast met de Tweede Administratie Verzilvering, Recapitulatie Binnenlandse Coupons, Collationeering van nieuw-ingeboekte posten in de Hoofden- en Loting-Boeken, Controle Dag- en Weekbladen, Alphabetisch Register, Jaarlijkse Knipperij.
![]() Hendrik Diederich von Meijenfeldt |
![]() Anna Pieternella Augustijn |
In 1898 reist Hendrik af naar Bergen op Zoom om daar op 15 juni in het huwelijk te treden met de 29-jarige Anna Pieternella Augustijn. Zij is daar geboren op 25 december 1867. Haar ouders zijn Govert Johannes Augustijn (1836-) en Maria van Dijke (1839-). Vader Augustijn stamt van een oud Bergsch geslacht, dat sinds 1758 de pottenbakkerij “De Kat” in eigendom heeft. Voordat zijn zoon Govert de bakkerij in de periode 1902-1932 uitbouwt tot een beroemde kunstwerk-aardefabriek, woont hij met zijn zuster Anna in Amsterdam. Anna vraagt in 1896 aan haar ouders toestemming om zich met Hendrik te verloven en ontvangt het volgende antwoord van haar vader:
“Dat uw brief ons verwondering en verbazing bewekte behoef ik u niet te schrijven, het was over twaalven voor wij naar bed gingen en uw moeder heeft den nacht niet veel geslapen“. Nadat hij informatie heeft ingewonnen concludeert hij: “dan kunnen en mogen wij deze zaak niet tegenwerken, maar geven uw van ganscher harte volkomen toestemming tot uw Engagement“. Hij wijst haar nog op de bezwaren van haar moeder, op de korte tijd dat zij Hendrik nog maar kent en op de mogelijkheid nog terug te treden, maar hij laat de beslissing uiteindelijk aan zijn dochter. Ook is hij bevreesd dat zij met een stijve Hollander komt aanzetten: “als ik denk aan een beambte aan de Nedl. Bank, dan stel ik mij een Heer voor, die bang is om zijn handschoentjes uit te doen, afgemeten in zijn spreken”.
In haar verlovingstijd woont Anna in Bergen op Zoom en ontvangt veel hartelijke brieven van haar aanstaande schoonfamilie, ook van haar dan 82-jarige aanstaande schoonvader Carl von Meijenfeldt. Hendrik is deputaat voor de kascommissie voor de zending van de Gereformeerde Kerken. In 1898 wordt een woning betrokken aan de 1e Helmerstraat 87.
Hendrik en Anna krijgen vier kinderen: Carl (1899), Ella (1900), Maria (1901, die op jonge leeftijd overlijdt) en de jongste van de vierde generatie Govert (1908).

Hendrik Diedrich werkt vanaf 1922 op het bijkantoor aan de Herengracht 461-463. Hij overlijdt in Amsterdam op 14 januari 1931 en wordt drie dagen later begraven op de Nieuwe Ooster Begraafplaats. Weduwe Anna gaat aan de Rijksstraatweg in Heiloo wonen, niet al te ver van haar zoon Carl, die dominee in Alkmaar is. Haar dochter Ella en zoon Govert verhuizen mee. De eerste volgt een opleiding Schoevers, de tweede studeert klassieke talen. Anna Augustijn overlijdt in Alkmaar op 2 augustus 1939 en wordt drie dagen later begraven op de Gemeente Begraafplaats.
Hoe het de kinderen verder vergaat staat in de paragraaf De tak Augustijn.