Bij de eeuwwisseling is nog één persoon van de tweede generatie Von Meijenfeldt in leven: Naatje Kennedij. Zij is ruim tien jaar weduwe van Hendrik, heeft al haar kinderen verloren en woont op Kromhout 61 in de binnenstad van Dordrecht. In de nieuwe eeuw leeft zij door en wordt bijna 90 jaar oud. Op 10 oktober 1912 overlijdt zij in de Beverwijckstraat 1. Een week later verzoekt de notaris herhaaldelijk in de krant om opgaaf, betaling of afgifte te doen aan allen die iets aan haar verschuldigd zijn of iets van haar te vorderen hebben of onder hun berusting hebben.
Van Carl von Meijenfeldt en Nel Diederich zijn na de eeuwwisseling zes kinderen in leven. Elk van hen krijgt in het navolgende een aparte behandeling, beginnend met de vóór de eeuwwisseling geboren kleinkinderen. Die waren voor de overzichtelijkheid nog niet genoemd. Bij van Carl en Nel vindt de familienaam voortzetting in een tak van de stamboom, vernoemd naar hun vrouw: de tak Van Leusden, de tak De Haas, de tak De Koe en de tak Augustijn.
De vijf gezinnen staan niet los van elkaar. Integendeel, zij vormen een hecht verband. De meeste gezinsleden wonen in Amsterdam en gaan op zondag naar dezelfde kerk, nuttigen na de dienst koffie bij iemand thuis in de voor- en achterkamer en houden strenge zondagsrust. Alleen het eerste gezin woont in Dordrecht, maar de post en de trein houdt de lijntjes kort. De kinderen logeren vaak bij elkaar en wonen zelfs perioden bij elkaar in. Tussen en met de aangetrouwde families worden langdurige vriendschappen gesloten. Zo ontstaat een gereformeerd ecosysteem, doordat kinderen uit de vijf gezinnen huwelijken aangaan met kinderen van dominees de Haas en koekbakkers Westerhoff en Van der Bend. In de eerste vijf jaar van de eeuw voeren zij zelfs gezamenlijk een bakkerij in de Quillijnstraat 80 te Amsterdam, waar later de Vakschool voor Banketbakkers komt.