Van de tweede generatie is op 1 januari 1900 nog één persoon in leven: Naatje Kennedij. Zij woont in het huurhuis op Kromhout 61 in de binnenstad van Dordrecht. Daar werd zij elf jaar eerder weduwe van Hendrik von Meijenfeldt en verloor haar vier kinderen nog eerder. Naatje wordt bijna 90 jaar oud en overlijdt op 10 oktober 1912 in de Beverwijckstraat 1. Een week later verzoekt notaris Harshagen allen die iets aan haar verschuldigd zijn of iets van haar te vorderen hebben of onder hun berusting hebben, daarvan opgaaf, betaling of afgifte te doen.
Van de tien kinderen van Carl en Nel zijn na de eeuwwisseling zes in leven. Alleen zoon Jan (Johan August) blijft vrijgezel, vanwege zijn geestelijke achterstand. Hij woont in bij broer Frits, werkt bij hetzelfde drinkwaterbedrijf, krijgt in 1910 een persoonlijke toelage en gaat in 1914 met pensioen voor f 673 per jaar. Hij overlijdt thuis bij zijn broer op 3 juli 1918 op 60-jarige leeftijd.
De overige vijf kinderen hebben gezinnen:
Evert Diederich (1849-1905), grondlegger van de tak Van Leusden.
Carl Frederik (1851-1911), grondlegger van de tak De Haas.
Frederik Hendrik (1853-1913), grondlegger van de tak De Koe.
Catharina Margaretha (1856-1930), moeder in het gezin Van der Tas.
Hendrik Diederich (1864-1931), grondlegger van de tak Augustijn.
Voor het overzicht worden deze vijf gezinnen niet chronologisch maar gesplitst behandeld, mede omdat in elk gezin de oudste zoon Carl heet en andere voornamen vaak overeenkomen. Daardoor kan de indruk ontstaan dat deze gezinnen los van elkaar staan. Niets is minder waar: zij schrijven elkaar brieven en de kinderen leven tijdelijk bij ooms en tantes. Behalve het Dordtse gezin woont iedereen in Amsterdam en gaat op zondag naar dezelfde kerk. Na de dienst nuttigen zij koffie bij één van de gezinnen en houden strenge zondagsrust. De families van de echtgenoten knopen vriendschappen aan en sluiten zelfs huwelijken. Een sleutelrol in dit gereformeerde ecosysteem spelen Willem van der Bend en Johann Wilhelm Westerhoff, die samen tussen 1900 en 1905 een banketbakkerij op de Quillijnstraat 80 in Amsterdam voeren.
– Zoon Carl trouwt met Maria van Apeldoorn, een dochter van Willems oudere zus Gerridina van der Bend.
– Dochter Engeltje (Enny) trouwt met Gerrit van der Bend, Willems zoon.
– Zoon Hijlke Roelof trouwt met Louise Gezina Westerhoff, dochter van Johann Wilhelm en Pieternella van Leusden, de jongere zus van Evert Diederichs vrouw.
– Zoon Evert Diederich trouwt met Gerritdina van der Bend, Willems dochter.
Oudste dochter Petronella Wilhelmina (Nel) trouwt met dominee Willem Samuel de Haas, wiens vader dominee Willem Jacob de oudere broer is van Carl Frederiks vrouw Margré.
De kinderen van de vijf gezinnen komen bij elkaar op de huwelijksfeesten en wonen regelmatig op dezelfde adressen, zoals Jan van der Tas jr en Willem von Meijenfeldt op de Herengracht 215. Hun dochter Johanna Everdina heeft een zoon Johan Herman Landwehr, die trouwt met Sieuwke Catharina Westerhoff, een kleindochter van Johann Wilhelm Westerhoff en Pieternella van Leusden.
In de vierde generatie studeren geboren en verwante leden van de familie aan de Vrije Universiteit:
Familielid | Geref. Gym |
Vrije Universiteit | |||||
Generatie IV | Eind-examen |
Studie | Inschrijving | Propedeuse | Kandidaats | Doctoraal | Dispuut |
Willem S. de Haas |
Theologie Nr 319 |
16-09-1902 | 03-07-1903 | 17-05-1907 | 29-03-1909 | IVMBO NCSV |
|
Carl (De Koe) |
1905 |
Rechten Nr 426 |
20-09-1905 |
12-06-1906 | 27-03-1908 | 27-06-1911 (1) | Forum NCSV |
Carl (Augst) |
1917 | Theologie Nr 723 |
18-09-1917 |
21-06-1918 | 04-05-1923 | Rostra | |
Frits van der Tas | 1914 | Medicijn Nr 724 |
18-09-1917 | ||||
Govert (Augst) |
1926 (2) α en β |
Klassiek Nr 1284 |
21-09-1927 | 17-12-1932 | 21-03-1935 | Forum |
1. Academisch proefschrift “De grenzen van het recht van amendement in de practijk van de Tweede Kamer der Staten-Generaal” ter verkrijging van den graad van doctor in de rechtswetenschap op gezag van den rector dr. R.H. Woltjer, in het openbaar te verdedigen op maandag 1 juli 1912 in het gebouw der Maatschappij voor den Werkende Stand, door Carl von Meyenfeldt, geboren te Amsterdam. “Aan mijne ouders“. Een-na-laatste stelling: “Het instituut der schoolartsen is voor het voldoen aan de eischen der schoolhygiëne onnoodig; in strijd met het recht en de taak der ouders; niet in overeenstemming met het karakter der school; en daarom afkeurenswaardig.” ♣ bibliotheek en digitaal
2. Govert keert tussen 1936 en 1939 twee keer terug als docent Oude Talen bij het Gereformeerd Gymnasium en blijft zijn verdere leven docent en schoolleider.