1.2.9. Onderscheid

Meijer(cranz)   *   Duhrenhof   *   Meijerhelm   *  Güldenfeld   * Belgard   *   Overig

In de schildbrief wordt de naam Meijer uitgebreid tot Meijerfeldt. Dit soort uitbreidingen is bij de Europese adel gebruikelijk, omdat het voornamer klinkt. In de brief wordt nog een specifieke reden genoemd: om de familie te onderscheiden van andere families Meijer in het Zweedse rijk. Met welke precies? Voor het verdere onderzoek is het wel zo handig dat te weten.

Er zijn drie ingrediënten om te selecteren. Ten eerste gaat om naamgenoten in het jaar 1674, niet daarna. Ten tweede gaat het om het Zweedse Rijk, dat naast het huidige Zweden op dat moment Finland, Estland, Letland, Pommeren, Wismar en Bremen-Verden omvat. Ten derde gaat het om naamgenoten van adel; gelukkig maar, anders zouden tienduizenden personen de revue moeten passeren.

 Von Meijer(crantz)

Valentin Meijer, geboren in Riga 1601, officier in Zweedse militaire dienst, wordt 30 jaar vóór Andreas door koningin Christina in 1645 in de Zweedse adelstand verheven met het predicaat Von. Zijn vader is Eberhard (1572-1643), goudsmid in Riga en getrouwd met Anna Moller, dochter van goudsmid Valentin Moller. Zijn grootvader is Barthold Meijer, in 1558 meesterbakker in Riga, overleden in 1590. Over hem wordt opgegeven dat zijn oudoom niemand minder is dan Johann Meijer, kastelein van Riga in 1510. (1)

Von Meijer 1646

Het wapenschild vertoont twee rechtopstaande sikkels in een gedeeld rood en blauw vlak. Het Meijerfeldtse schild wijkt iets af: één liggende sikkel in een blauw vlak met gewapende arm. In 1657 verkrijgt Valentin van de nieuwe Zweedse koning Karel X Gustaaf de landgoederen Lysohn, Druween en Appelthen in Lijfland. De laatste wordt door zijn kleinzoon verkocht, maar de anderen blijven in familiebezit en gaan in 1781 over naar de aangetrouwde Russische familie

Valentin is drie keer getrouwd en heeft zeven kinderen. Kleinzoons Gustaf Valentin en Otto Christoffer worden in 1733 resp. 1742 bij de Lijflandse adelstand ingelijfd en 29 juni 1747 onder nr. 85 ingeschreven. Nakomeling Valentin Burchard komt in 1781 op jonge leeftijd om bij een jachtongeluk en sluit daarmee het adellijke geslacht Von Meijer af.

Bartolomeus Meijer is een broer van Valentin. Hij is van 1626 tot zijn begrafenis in de Dom van Riga in 1656 predikant in het Lijflandse Wenden. Eén van zijn zonen is de Zweedse luitenant-kolonel Barthold Meijer (1659-1710), die in 1688 in de Zweedse adelstand wordt verheven met de naam von Meijercrantz.

Von Meijercrantz 1688

In Zweden gebruikt Barthold het wapen van zijn oom Valentin, maar in Lijfland een iets gewijzigd wapenschild: één liggende sikkel in een rood bovenvlak en één gedraaid in een blauw ondervlak, verbonden door twee lauriertakken. De adelstand wordt niet in het Ridderhuis in Stockholm geïntroduceerd. Met het overlijden van Barthold tijdens het beleg van Riga in 1710 is het geslacht von Meijercrantz uitgestorven.

Met de naam von Meijercrantz wordt deze familie onderscheiden van de nazaten van Valentin von Meijer, maar het is één familie. Zelfs voor het Zweedse geslacht von Meijerfeldt geldt dat er een verwantschap is. Naast de beweerde connectie met de eerste Johan Meijer staat vast dat Andreas’ vrouw en Valentin’s derde vrouw dezelfde grootvader Wulff in Riga hebben. (2)

[Lees verder] 

Von Meijer a.d.H. Duhrenhof

Carl Georg von Meijer wordt op de Landdag in Riga van 9 maart 1827 onder nr. 329 bij de Lijflandse Ridderschap ingeschreven. Verwezen wordt naar de adelstand van zijn grootvader Christian Heinrich (1741-1802) op 28 augustus 1788 van het Duitse Rijk in Weiβkirchen (Banater Militärgrenze tussen het Habsburgse en Osmaanse Rijk) met het predicaat Von en verlening van een wapenschild. In 1775 was hij al in de Litouwse adelstand verheven. Hij is gardestafwachtmeester in dienst van het groothertogdom Litouwen. Hoewel deze verheffing in adelstand veel later dan 1674 is, niet Zweeds is en in voormalige Zweedse gebieden plaatsvindt, wordt de familie zekerheidshalve behandeld vanwege de naam, veronderstelde verwantschap, Lijflands landgoed en gelijksoortige wapenschild. (3)

Von Meijer a.d.H. Duhrenhof

Johann’s zoon Carl Georg von Meijer (1788-1859) treedt on Russische militaire dienst en strijd tegen Napoleon. Hij verdient promoties tot uiteindelijk luitenant-generaal en door verwondingen verdient hij onderscheidingen. Hij trouwt Amalia von Abt (1808‹1887) en heeft drie zoons en vier dochters. Hij erft Duhrenhof (Dūre) in Lijfland, waardoor zijn naam wordt uitgebreid tot Von Meijer aus der Haus Duhrenhof. (4)

[Lees verder]

Von Meijerhelm

Evert Johan Meijer (1657-1732) wordt op 25 januari 1689 in de Zweedse adelstand verheven met de naam Von Meijerhelm. Voor deze Meijer geldt de wens tot onderscheid tussen adellijke families net als 15 jaar eerder voor Von Meijerfeldt. De vader van Evert Johan was Johan Meijer, in 1626 in het Duitse graafschap Oldenburg geboren als zoon van een luitenant-kolonel Meijer. Na zijn overkomst naar Lijfland werkt hij zich op tot ritmeester in dienst van de Zweedse koning Karel X. In 1656 doet hij mee aan een uitval uit Riga naar de Russische omsingeling en raakt zwaar gewond. De Russen vertrekken op 3 oktober. Voor de jaarwisseling is zijn vrouw zwanger, maar overlijdt Johan. Evert Johan komt op 30 oktober 1657 in Riga daarom vaderloos ter wereld. Ook hij treedt in Zweedse militaire dienst. Bij zijn adelstand wordt het voorvoegsel von toegevoegd vanwege de Duitse geboorte en wellicht Oldenburgse adel van zijn vader. In zijn wapen staan – het laat zich raden – twee sikkels, maar zonder handgreep.

Meijerhelm 1689

Met het ongehuwd overlijden van Carl Erik  op zijn landgoed Södragården in Ekeby is het adellijke geslacht von Meijerhelm in 1869 afgesloten.

[Lees verder]

Meijer von Güldenfeld

De broers Axel Johann Meijer (1626-1665) en Konrad worden op 2 juni 1652 in de Zweedse adelstand verheven met de toevoeging von Gyllenfelt of Güldenfeld. Dat is 22 jaar vóór Andreas. De adelstand wordt verleend vanwege hun vader Heinrich Meijer (1590-1645), gehuwd met Anna Herbers, koopman en raadsheer in Riga, die daar Zweeds handelsvertegenwoordiger is.

Meijer von Güldenfeld 1652

In het wapenschild komen geen sikkels voor. Het geslacht sterft uit met kleinzoon Heinrich Meyer von Güldenfeld in 1663.

[Lees verder]

Meyer uit Belgard

Een andere familie Meyer verdient aandacht omdat het aan het Zweedse geslacht wordt gekoppeld, hoewel bronnen ontbreken en geen verklaring wordt gegeven. Het gaat om een familie Meyer die in het Achter-Pommerse Belgard leeft. (5)

Friedrich Meyer 1642 – 1686, ein Belgarder. Sein Vater war der Senator und Kämmerer Andreas Meyer, sein Großvater der unter 4. genannte Jakob Meyer. Er starb im Alter von 84 Jahren. Sein Bruder war in Schweden geadelt worden und von ihm stammen die Grafen von Meyerfeld ab.

Uit deze bron ontstaat de volgende reeks:
Jakob Meyer, 1556-1606 diaken en 1606-1608 pastor Marien Kirche Belgard, zoon:
1. Andreas, 1570 Stadtkämmerer (wethouder) Belgard, 1597 Senator Belgard, overleden vóór 1645 als weduwe  in tweede kwartier Belgard woont, zoons:
11? Jakob, 1627-1631 diaken buurgemeente Schivelbein.
12. Friedrich, † 84 jaar oud, 1642–1686 pastor Marien Kirche van Belgard, tijdens zijn pastorschap grote kerkbrand in 1667.
13. (Andreas), eerste van het Zweedse geslacht.

Marien oder Pfarr Kirche

Marien oder Pfarr Kirche

Belgard (Białogard) ligt dicht bij de Oostzee. De stad ligt ten oosten van Stettin in Achter-Pommeren. Van 1181 tot 1637 vormen Voor- en Achter-Pommeren één hertogdom, dat een rode griffioen in een wit veld als wapen voert. Het hertogdom Lijfland voert ook een griffioen, maar dan een witte in een rood veld. In de stadswapens van Belgard en Stralsund is deze terug te vinden. De Vrede van Westfalen van 1648 brengt Voor-Pommeren inclusief Stettin in Zweedse handen en Achter-Pommeren in die van Brandenburg. De inwoners van Voor-Pommeren zijn hierdoor tegelijk Pommers, Zweeds en Duits (Heilige Roomse Rijk), die van Achter-Pommeren zijn Pommers, Brandenburgs en Duits. Tijdens de Zweeds-Poolse Oorlog (1655-1660) kiest Brandenburg aanvankelijk de Zweedse zijde en zo is het mogelijk dat Andreas Meijer in die tijd in Zweedse dienst treedt, maar hij moet al eerder in dienst van de Zweedse gouverneur-generaal Carl Gustaf von Wrangel hebben gestaan omdat hij zijn halfbroers naar de universiteit mag begeleiden.

De Pommerse rode griffioen komt in het gravenwapen nadat Johann August von Meijerfeldt gouverneur-generaal van Zweeds-Pommeren  is benoemd. De Zweedse Von Meijerfeldts zouden zelf Brandenburg als gebied van oorsprong van de familie hebben genoemd, wat met Belgard overeen kan stemmen. (6)

Overige Meijers

Van de overige honderden families Meijer worden hier enkele kort aangestipt.

In 1591 zijn de Raadheer te Dorpat Johann Meyer en zijn vrouw met de naam Friedrichs op leeftijd als zij het landgoed Moiseküll verkrijgen. Het wordt naar hem Meyerhof vernoemd. In 1625 bezit de Dorpatse burgemeester Dettmar Meyer het landgoed. Zijn vrouw is Sophie, dochter van Martin Unferfehrt. Oorsprong en wapen zijn onbekend. (7)

Christoph Meyer komt uit Koerland. Hij wordt daar in de adelstand verheven met de naam von Rautenfels. Zijn zoon Barthold (Bartholomäus) valt de eer te beurt ,op 16 augustus 1645 het adelsdiploma in ontvangst te nemen. Omdat hij twee dochters heeft sterft met hem dit geslacht al weer uit.

Het geslacht Meijer van bronsgieters is niet van adel, maar levert aan alle koningen van Europa. Zij maken namelijk kanonnen, kerkklokken en standbeelden. Zij komen uit Lübeck en Johann (Hans) en Gerhardt starten in een werkplaats in Riga. De eerste overlijdt daar in 1610 en de laatste is dan via Stockholm naar Florence vertrokken voor een opdracht. Deze twee voornamen keren in vele generaties terug. (8)

Vermeldenswaard is tenslotte nog dat in de erfboeken van Riga in 1377 de zin voorkomt “a Johanne Meyen filio Henrici Meyen”. (9)

Terug   ***   Verder

1. “Beiträge zur Local= und Sittenschilderung Rigaischer Vergangenheit und Gegenwart. 18. Ein Rigascher Commandant zum Tode verurtheilt”, Rigaische Stadtblätter, 16-06-1877, pag. 217-218.
2. G. Bergmann, “Geschichte von Livland”,  Leipzig 1776. pag. 185. A.W. Hupel: (1) “Der Nordischen Miscellaneen”, deel 3, Riga 1781, pag. 103-104. (2) “Herrn J.B. Fischer’s Beyträge und Berichtigungen zu Hernn F.K. Gadebusch livländischer Bibliothek”, deel 4, Riga 1782, pag. 103-104. (3) ”Topographische Nachrichten von Lief- und Ehstland”, deel 3, Riga 1782, pag. 251.
J.F. von Bohlen, “Die Erwerbung Pommern durch die Hohenzollern”, Berlin 1865,, pag. 59 J.C. Brotze, “Sammlung verschiedner Liefländischer Monumente”, Riga 1671, deel 1:2, pag. 179.
3. AT-OeStA/AVA Adel RAA 268.27, fol. 1-16. Meyer, Christian Heinrich, großherzoglich Litauer Major, Adelsstand, “von”, privilegium denominandi, Wappenbestätigung, 1788.08.23.
4. I. Belyaeva, “Von Meyer – de geschiedenis van het gezin”, werkstuk Velikoluki Gymnasium, twee delen, Pskov 2008.
5. E. Müller, “Die Evangelischen Geistlichen Pommerns von der Reformation bis der Gegenwart, auf Grond des Steinbrück’schen Manuskriptes”, Stettin 1912, deel 2, pag. 2“Aus dem Lande Belgard”, 9.1924, pag. 46D. Schimmelpfennig, “Die Pastoren Belgards seit der Reformation”.
6. W. Buchholz, lemma “Meyerfeldt (Meyerfeld, Meijerfeldt), Johann August”, in Neue Deutsche Biopraphie, deel 17, Berlijn 1994, pag. 390, noemt ook Brandenburg, zonder bronvermelding.
7. M. Gritzner, “J. Siebmacher’s Grosses und Algemeines Wappenbuch, Band 3, Abt 11, deel 2, Der Adel der Russ. Ostseeprovinzen; Der Nichtimmatrikulirte Adel”, Nürnberg 1902, pag, 124.
8. Meyer, family of bronze casters.
9. L. Feyerabend, “Die Rigaer und Revaler Familienamen im 14. und 15. Jahrhun­dert”, Köln/Wien 1985, Quellen und Studien zur baltische Geschichte, deel 7, pag. 164 en 258.1.