1.2.9. Andere Meijers

Meijer(cranz)   ***   Meijerhelm   ***  Gyllenfelt   ***   Dorpat   ***   Belgard   ***   Meijers

De Zweedse koning breidt de naam van Meijer uit tot Meijerfeldt om het te onderscheiden van andere families Meijer in zijn rijk. Met welke precies? Voor het verdere onderzoek is het wel zo handig dat te weten. Het Zweedse rijk omvat meer dan het nu bekende grondgebied; ook Pommeren-Wismar-Bremen/Verden, Finland, Estland en Letland behoren er toe. Gelukkig gaat het alleen om adellijke naamgenoten, want met de naam Meyer zouden tienduizenden personen de revue moeten passeren.

Von Meijer(crantz)

Valentin Meijer (1601-1675) wordt op 7 augustus 1746 in de Zweedse adelstand verheven met de naam Von Meijer. Dat is bijna 30 jaar eerder dan Andreas Meijer. Hij is in Zweedse militaire dienst getreden en opgeklommen tot kolonel over een Duits regiment. Twee jaar vóór Andreas komt hij naar Riga om daar commandant van de stad te worden. In 1660 is hij generaal-majoor in de Slag bij Mittau tegen Schülenburg; hij wordt ter dood veroordeeld omdat hij de stad aan de vijand overgeeft, maar krijgt na de Zweedse troonswisseling gratie. Zijn ouders zijn Eberhard (1572-1643), goudsmid in Riga en Anna Moller, dochter van goudsmid Valentin Moller. Zijn grootvader Barthold Meijer (-1590) is in 1558 burgemeester van Riga.

Een hieraan verwant geslacht Von Meijer uit het huis Duhrenhof (Dūres) is in 1788 in de adelstand van het Duitse Rijk verheven.

Vergelijking van de wapens van Von Meijerfeldt, Von Meijer en de Duhrendorfse Meijer levert één overeenkomst op:  de sikkel. Bij Von Meijerfeldt gaat het om één sikkel met gewapende arm, bij Von Meijer om twee rechtopstaande sikkels en bij Duhrendorf om één rechtopstaande sikkel.

image023 meijer wapen 1646
Meijerfeldt 1674 Von Meijer 1646
Von Meijer 1788 Meijercrantz 1688

Von Meijerfeldt en Von Meijer hebben een aangetrouwde band omdat zij ieder trouwen met een dochter van de broers Mårten en Henric Wulff. Andreas  trouwt zoals bekend met Catharina Mårtendotter Wulff en Valentin met weduwe Anna Henricsdotter Wulff geadeld Wulffenskiöld.

De broer van Valentin von Meijer, Bartolomäus, is van 1649 tot zijn overlijden in 1656 predikant in het Lijflandse Wenden. Eén van diens zonen is Berthold Meijer (1659-1710), in 1688 geadeld met de naam von Meijercrantz, in Zweden niet geïntroduceerd. Deze gebruikt daar het wapen van zijn oom Valentin, maar in Lijfland een nieuw wapen met een sikkel in het bovenvlak en nog één gedraaid in het ondervlak van de plaat. Ook hier wordt een verbinding met Von Meijerfeldt gelegd, hoogstwaarschijnlijk dus weer via de familie Wulff. (1)

Von Meijerhelm

Evert Johan Meijer (1657-1732) wordt op 25 januari 1689 in de Zweedse adelstand verheven met de naam Von Meijerhelm. Voor deze Meijer geldt de wens tot onderscheid tussen adellijke families net als 15 jaar eerder voor Von Meijerfeldt. De vader van Evert Johan was Johan Meijer, in 1626 in het Duitse graafschap Oldenburg geboren als zoon van een luitenant-kolonel. Na zijn overkomst naar Lijfland werkt hij zich op tot ritmeester in dienst van de Zweedse koning Karel X. In 1656 doet hij mee aan een uitval uit Riga naar de Russische omsingeling en raakt zwaar gewond. De Russen vertrekken op 3 oktober. Voor de jaarwisseling is zijn vrouw zwanger, maar overlijdt Johan. Evert Johan komt op 30 oktober 1657 in Riga daarom vaderloos ter wereld. Ook hij treedt in Zweedse militaire dienst en wordt 15 jaar na Meijerfelt geadeld. Het voorvoegsel von wordt toegevoegd vanwege de Duitse geboorte en wellicht Oldenburgse adel van zijn vader. In zijn wapen staan – het laat zich raden – twee sikkels, maar zonder handgreep.

Meijerhelm 1689

Meijer von Gyllenfelt 1652

Meijer von Gyllenfelt

Henrik Meijer (1590-1645), gehuwd met Anna Herbers, is koopman en raadsheer in Riga. In de jaren 1631 en 1635 is hij de Zweedse handelsvertegenwoordiger in Riga. Zijn zoon Axel Johann Meijer (1626-1665) studeert in 1646 in Uppsala en in 1647 in Straatsburg. Hij maakt in 1650 een reis naar Italië en vervolgens Stockholm, waar hij vanwege de verdiensten van zijn vader samen met zijn broer Konrad op 2 juni 1652 in de Zweedse adelstand wordt verheven met de toevoeging von Gyllenfelt. In Riga wordt de naam verduitst tot Meyer von Güldenfeld. Hij wordt niet geïntroduceerd in het Ridderhuis. Daarna reist hij terug naar Riga, huwt met Catharina von Ulenbrock en wordt 8 december 1652 secretaris van het Landgericht en de Munsterei.  In 1658 wordt hij met burgemeester Fuchs naar Stockholm gezonden. Het jaar daarop is hij Munsterherr en Assessor bij het Gerechtshof van de Burggraaf in Riga. Zijn zusters Anna en Clara  dragen de adelijke naam ook, zoals blijkt uit hun huwelijken met stadsbestuurders en ook Zweeds geadelden Franz Dreiling respectievelijk  Johann Zimmermann. Ook de echtgenoot van Axel’s dochter Katharina, Gustav Gotthard, wordt in de Zweedse adelstand verheven, met de naam von Helmersen.

Meyer uit Dorpat

In 1591 zijn de Raadheer te Dorpat Johann Meyer en zijn vrouw met de naam Friedrichs op leeftijd als zij het landgoed Moiseküll verkrijgen. Het wordt naar hem Meyerhof vernoemd. In 1625 bezit de Dorpatse burgemeester Dettmar Meyer het landgoed. Zijn vrouw is Sophie, dochter van Martin Unferfehrt. Oorsprong en wapen zijn onbekend. (2)

Meyer uit Belgard

In het Achter-Pommerse Belgard wordt een geslacht Meyer aan het Zweedse geslacht gekoppeld, waarvoor door het ontbreken van bronnen geen verklaring is. (3)

Friedrich Meyer 1642 – 1686, ein Belgarder. Sein Vater war der Senator und Kämmerer Andreas Meyer, sein Großvater der unter 4. genannte Jakob Meyer. Er starb im Alter von 84 Jahren. Sein Bruder war in Schweden geadelt worden und von ihm stammen die Grafen von Meyerfeld ab.

Uit deze bron ontstaat de volgende reeks:
Jakob Meyer, 1556-1606 diaken en 1606-1608 pastor Marien Kirche Belgard, zoon:
1. Andreas, 1570 Stadtkämmerer (wethouder) Belgard, 1597 Senator Belgard, overleden vóór 1645 als weduwe  in tweede kwartier Belgard woont, twee zoons:
11? Jakob, 1627-1631 diaken buurgemeente Schivelbein.
12. Friedrich, † 84 jaar oud, 1642–1686 pastor Marien Kirche van Belgard, tijdens zijn pastorschap grote kerkbrand in 1667.
13. (Andreas), eerste van het Zweedse geslacht.

Marien oder Pfarr Kirche
Marien oder Pfarr Kirche

Belgard (Białogard) ligt dicht bij de Oostzee. De stad ligt ten oosten van Stettin in Achter-Pommeren. Van 1181 tot 1637 vormen Voor- en Achter-Pommeren één hertogdom dat een rode griffioen in een wit veld als wapen voert (het hertogdom Lijfland voert ook een griffioen, maar dan een witte in een rood veld). In de stadswapens van Belgard en Stralsund is deze terug te vinden. Ook in latere familiewapens van de Von Meijerfeldts staat de rode griffioen. De Vrede van Westfalen van 1648 brengt Voor-Pommeren in Zweedse handen en Achter-Pommeren in die van Brandenburg. De inwoners van Voor-Pommeren zijn hierdoor tegelijk Pommers, Zweeds en Duits (Heilige Roomse Rijk), die van Achter-Pommeren zijn Pommers, Brandenburgs en Duits. Tijdens de Zweeds-Poolse Oorlog (1655-1660) kiest Brandenburg aanvankelijk de Zweedse zijde en zo is het mogelijk dat Andreas Meijer in die tijd in Zweedse dienst treedt, maar hij moet al eerder in dienst van de Zweedse gouverneur-generaal Carl Gustaf von Wrangel hebben gestaan omdat hij zijn halfbroers naar de universiteit mag begeleiden. De Zweedse Von Meijerfeldts hebben zelf Brandenburg genoemd als gebied van oorsprong van de familie, wat met Belgard overeen kan stemmen. (4)

Niet adellijke Meijers

De duizenden Meijers in de Baltische gebieden die niet tot de Duitse, Zweedse of andere adel behoren kunnen niet aan het Zweedse geslacht verbonden worden. Zij behoeven daarom geen behandeling. Vermeldenswaard is dat in de erfboeken van Riga in 1377 al de zin voorkomt “a Johanne Meyen filio Henrici Meyen”. (5)

Een geslacht Meijer van bronsgieters maakt kanonnen, kerkklokken en standbeelden. Zij komen uit Lübeck en Johann (Hans) en Gerhardt starten in een werkplaats in Riga. De eerste overlijdt daar in 1610 en de laatste is dan via Stockholm naar Florence vertrokken voor een opdracht. Deze twee voornamen keren in vele generaties terug. Opdrachtgevers zijn koningen in heel Europa. (5)

Terug   ***   Verder

1. G. Bergmann, “Geschichte von Livland”,  Leipzig 1776. pag. 185. A.W. Hupel: (1) “Der  Nordischen Miscellaneen”, deel 3, Riga 1781, pag. 103-104. (2) “Herrn J.B. Fischer’s Beyträge und Berichtigungen zu Hernn F.K. Gadebusch livländischer Bibliothek”, deel 4, Riga 1782, pag. 103-104. (3) ”Topographische Nachrichten von Lief- und Ehstland”, deel 3, Riga 1782, pag. 251. J.F. von Bohlen, “Die Erwerbung Pommern durch die Hohenzollern”, Berlin 1865,, pag. 59 J.C. Brotze, “Sammlung verschiedner Liefländischer Monumente”, Riga 1671, deel 1:2, pag. 179.
2. M. Gritzner, “J. Siebmacher’s Grosses und Algemeines Wappenbuch, Band 3, Abt 11, deel 2, Der Adel der Russ. Ostseeprovinzen; Der Nichtimmatrikulirte Adel”, Nürnberg 1902, pag, 124.
3. D. Schimmelpfennig, “Die Pastoren Belgards seit der Reformation”, uit tijdschrift “Aus dem Lande Belgard”, 9.1924, pag. 46.
4. W. Buchholz, lemma “Meyerfeldt (Meyerfeld, Meijerfeldt), Johann August”, in Neue Deutsche Biopraphie, deel 17, Berlijn 1994, pag. 390, noemt ook Brandenburg, zonder bronvermelding.
5. L. Feyerabend, “Die Rigaer und Revaler Familienamen im 14. und 15. Jahrhun­dert”, Köln/Wien 1985, Quellen und Studien zur baltische Geschichte, deel 7, pag. 164 en 258.1.
5. Meyer, family of bronze casters.