2.1.1. Konstabel

De eerste voetstappen van de stamvader in de Republiek zijn te vinden in Amsterdamse papieren. Niet van de kerk of het stadhuis, maar van de Admiraliteit. Op een betaalsrol is een folio helemaal aan hem gewijd. (1) 

Betaalsrol manschappen Erfprins van Brunswijk, kapitein P. Hartsinck

De naam Johan Aúgúst Meynfeld en de herkomst v Straalsond zijn duidelijk. De afwezigheid van het tussenvoegsel von, het ontbreken van de e en t in de achternaam en de vernederlandsing van de geboorteplaats kunnen de identiteit van de stamvader niet verhullen.

Zijn functie is 1 Constapel en later Constap: Major. De eerste konstabel is verantwoordelijk voor het geschut aan boord. De konstabel-majoor is een rang hoger. Johan August heeft kennelijk de kennis, referenties of conduitestaat voor deze hoogste onderofficiersrang. Aan boord zijn ook een tweede en derde konstabel en een aantal konstabelmaats. De eerste konstabel doet tijdens de vaart veel de ronde om te controleren of alles nog op orde en droog is. Bij het binnenvaren van een haven controleert hij dat er geen kogels in de loop zijn, verzorgt het afvuren van een vast aantal saluutschoten en maakt een lijst van de noodzakelijke bestellingen. (2)

Als het op een gevecht aankomt geeft hij de tamboer opdracht roffels te geven om de manschappen naar het kanon te roepen en geeft hele precieze commando’s. Hoewel de wieg van veel zeelui buiten de Republiek staat, bedient hij zich uitsluitend van de Nederlandse taal, dan nog een wereldtaal:
stukken los: 
de geschutpoort gaat open, de houten mondstop van het affuit af en de sjortouwen van het rolpaard los. Het buskruit gaat in een kardoes (flanellen zak) op de kruitlepel de loop in, gevolgd door uitgeplozen touw, dan een ronde kogel of andere munitie en weer wat uitgeplozen touw om uitrollen te voorkomen. Het bladlood gaat van het zundgat af, de kardoes wordt lek gestoken met een koperen prikker en het zundgat met een hoorn gevuld met fijn kruid.
pointeer monteer: het kanon op het object richten.
– vuur: de commandant van het kanon doet met een korte heftige ruk aan de treklijn de hamer op de slagpijp neerkomen, waardoor de lading ontbrandt. Met 400 pond buskruit komen de kogels een mijl ver.
Deze strenge procedure voorkomt ongelukken in de duisternis, rookwolken en lawaai tijdens het laden van een kanon. Elk schot vergt daardoor wel meer dan twee minuten tijd.

Het oorlogsschip waarop Johan August dienst doet heet de Erfprins van Brunswijk. Het is vernoemd naar Karel van Brunswijk-Wolfenbüttel (1766-1806). Eind 1790 was hij getrouwd met prinses Louise van Oranje, de dochter van stadhouder Willem V. Hij is de oudste zoon van de regerende hertog van Brunswijk, die in 1787 aan het hoofd van de Hollandse veldtocht stond en dertig jaar eerder in de Slag bij Hastenbeck de Zweedse graaf Johann August von Meijerfeldt jr aan zijn zijde had. Hij wordt niet de volgende hertog vanwege zijn zwakke begaafdheid, slechtziendheid en kinderloosheid van het huwelijk.

Het schip wordt in 1791 gebouwd. Het is een fregat van de zesde klasse of charter met twee dekken. Anders dan een schip van de linie krijgt het kleinere, lichtere en daardoor snelle en wendbare fregat vrije opdrachten in een zeeslag. Dat is de reden dat het hogere kader een positie op een fregat als een aantrekkelijke benoeming ziet. Aan boord zijn 36 kanonnen, variërend van vierentwintig- tot vierponders, iets meer op het bovendek dan op het benedendek. Ze staan  op rolpaarden, voor de reis vastgesjord met touwen.

Kanonnen op het benedendek

De munitie bestaat uit granaten, kartetsen, spijkers en vooral kogels. Het buskruit ligt in de kruitkamer. Tijdens een reis komen 10-jarige kruitlopers uit de armen- en weeshuizen aan boord, die fluwelen slippers dragen als zij de kardoezen vullen en naar de kanonnen brengen, om fatale vonkvorming te voorkomen.

Pieter Hartsinck is de kapitein van het fregat. Hij is de 30-jarige jongste zoon van vice-admiraal Andries Hartsinck. Zijn eerste wapenfeit was de vermaarde Slag bij de Doggersbank geweest, waaraan hij op net 18-jarige leeftijd als luitenant dapper had deelgenomen. Daarna was hij vijf jaar lang kapitein 2e klasse geweest van de schoener de Vliegende Visch op de Middellandse Zee.

Terug   ***   Verder

1. Betaalsrol Erfprins van Brunswijk, Nationaal Archief 1.01.46, Inv 2254, fol 21.
2. Order voor de Constapels, NA 2.01.29.03, Inv 3A, pag. 125-139.