2.1.3. Medrow

Zo weinig er van de stamvader in Franse dienst bekend is, zo veel is er in die periode van zijn zus bekend. Augusta Juliana woont inmiddels op het landgoed Medrow van het Zweedse geslacht. De familieleden zelf laten zich daar niet veel zien. In 1771 is de oude gravin von Barnekow overleden en heeft graaf Carl Friedrich jr zeggenschap over alle Pommerse goederen gekregen. Binnen vijf jaar liet hij zich echter onder financiële curatele stellen om naar zijn landgoed Ugerup in Zuid-Zweden te verdwijnen. Zijn curatoren Johann Christian PommerEsche en Friedrich Joachim Hagemann wikkelen zijn schulden af, onder andere bij de inspecteur van het landgoed Medrow August Thilo en bij de pachter van het landgoed Nehringen Friedrich Steinmann. Andere crediteuren, met name zijn zwager Horn, spannen een rechtszaak aan, die op 9 april 1780 eindigt met een vonnis van het Koninklijk Tribunaal van Wismar. (1)

Op 3 mei 1783 treedt Augusta Juliana in het huwelijk in het kerkje van MedrowZij draagt de titel Jungfr, duidend op een zekere stand en zelfs op maagdelijkheid. De bruidegom is August Christoph Thilo, de hierboven genoemde inspecteur op Medrow. Hij is weduwnaar van de huishoudster Chris­tina Regina Berg en is maar liefst 51 jaar oud. Na de bruiloft verhuist Augusta Juliana naar het inspecteurshuis in het aangrenzende Loitz, 10 kilometer naar het zuiden. (2)

Op 23 november 1785 wordt een dochter Charlotte Friderica Carolina Augusta geboren. Bij de doop vijf dagen later in de kerk van Medrow zijn drie peetouders. De eerste is de vrouw van pastor Schröder in Nehringen. De tweede is de vrouw van opperhoutvester Meijer in Pruisisch-Pommeren, die zich laat vervangen door de vrouw van inspecteur Kreihssen. De derde is hofmeester Hoffmann uit Loitz, wiens plaatsvervanger de Nehringse pachter Steinmann is. Op 10 maart 1788 wordt een zoon Friederich August Julius geboren en vijf dagen later in de kerk van Medrow gedoopt, waarbij Hoffmann opnieuw peetvader is.

Plotseling overlijdt Thilo op 24 december 1789 aan een hartinfarct. De begrafenis op het kerkhof van Medrow is vijf dagen later. Zijn dood is weliswaar onverwacht, maar hij ziet nog wel kans op 9 november een testament op te maken. Daarin wijst hij zijn vrouw als vruchtgebruiker aan van zijn erfenis, die hij verdeelt over haar en hun twee kleine kinderen. Omdat moeders in die tijd geen voogd over hun kinderen kunnen zijn, wijst het testament de eerder genoemde Steinmann aan en Friedrich Christoph Karl Hagenow, de pachter van het landgoed Langenfelde. Het testament krijgt op 10 februari 1790 werkingskracht. Augusta Juliana wil het huis liever afstoten en spreekt op 29 maart met de voogden af het openbaar te verkopen en de inventaris in natura te verdelen. (3)

Terug   ***   Verder

1. Credit-Wesen des Obristen und Ritters, Grafen Carl Friedrich von Meijerfeldt betreffend, Stadtarchiv Wismar, Wismarer Tribunal, Relationen 02, 1780 II nr. 20, fol. 323-382.
2. Pfarramt Glewitz, Der Kirchen zu Glewitz und Mederow Tauf=, Trau= und Taube=Register vom Jahre 1729 bis zum Schlusse des Jahres 1791.
3. L
andesarchiv Greifswald, Wismarer Tribunal, Relationen, Urteilsbegründungen des Assessoren, 010.01. Schwedische Regierung Stralsund, 1805 IV nr. 6, fol. 1-88.