Klinckowström

Rudolf Mauritz Klinckowström, “Grefve Fredrik Axel von Fersens Historiska Skrifter”, Stockholm 1867-1868.

Deel 2

Pag. 12

Hennes Höghet blef med mycken högtidlighet emottagen uti Stralsund, af general gouverneuren, RR grefve Meyerfelt och pommerska adeln. Efter några dagars vistande i Stralsund, steg Prinsessan, med hela hofstaten, om bord på flottan och landsteg lyckligen uti Carlskrona 1744.

Hare Hoogheid werd in Stralsund zeer plechtig ontvangen door  gouverneur-generaal rijksraad graaf Meyerfelt en de Pommerse adel. Na een verblijf van een paar dagen in Stralsund ging de prinses, samen met het hele hof, aan boord van de vloot en landde in 1744 gelukkig in Karlskrona.

Pag. 47 (1752)

sammansättningen af Konungens sällskap, som bestod af grefve Erik Brahe, lagmannen baron Erik Wrangel, öfversten grefve Ludvig Hård, öfverste Stjerneld, öfverste Kalling, majoren grefve August Meyerfelt

de samenstelling van het gezelschap van de Koning bestond uit graaf Erik Brahe, baron Erik Wrangel, kolonel graaf Ludvig Hård, kolonel Stjerneld, kolonel Kalling, majoor graaf August Meyerfelt

Pag. 93-94

Men som ingen plan kunde utföras utan en penningefond, hvilkens brist gjorde uppehåll uti författningarne, som borde läggas till grund; så beslöts, att ett ansenligt lån skulle, af Konungen uti fremmande länder, hemligen uppnegotieras. Till den ändan blef grefve August Meijerfelt afsänd till Brunswik, att hos hertigen och hertiginnan, Hennes Maj:t Drottningens syster och svåger, få detta lån. Men som hertigen ej ville låna utan pant, så blef Drottningens kammartjenare afskickad, med alla hennes och Konungens juveler och nipper. Genom correspondance öfver Berlin och Hamburg, upptäckte riksrådet Höpken grefve Meyerfelts ärende till Brunsvik ; till förekommande hvaraf Secreta utskottet, genom betänkande till Riksens ständers plena, föreslog, att enligt 1719 och 1720 års regeringsform, Riksens ständer borde öfverse rikets skattkammare, regalier och klenodier. Secreta utskottet, utom lagens tydeliga ord, bestyrkte denna deras påminnelse med præjudicatet af Drottning Ulrikas och Konung Fredriks regeringar 1719 och 1720, då genom Riksens ständers deputerade, under påstående riksdag, juvelerna blifvit öfversedda och med inventarierna jemförda.

Maar aangezien geen enkel plan uitgevoerd zou kunnen worden zonder een geldfonds, waaraan een fundamenteel gebrek was, werd besloten dat de Koning in het buitenland in het geheim over een aanzienlijke lening zou onderhandelen. Daartoe werd graaf August Meijerfelt naar Brunswijk gestuurd om deze lening te verkrijgen van de hertog en hertogin, de zuster en zwager van Hare Majesteit de Koningin. Maar omdat de hertog niet zonder onderpand wilde lenen, werd de Kamerheer van de Koningin afgevaardigd met alle juwelen en snuisterijen van haar en de Koning. Via correspondentie via Berlijn en Hamburg ontdekte rijksraad Höpken de zaken van graaf Meyerfelt met Brunswijk; naar aanleiding waarvan het Geheime Comité, door verslag uit te brengen aan de plenaire Rijksstaten, voorstelde dat volgens de regeringsvorm van 1719 en 1720 de Rijksstaten de leiding zouden krijgen over de schatkist, regalia en kleinoden. Het Geheime Comité bevestigde, afgezien van de duidelijke woorden van de wet, deze herinnering met het precedent van de regeringen van koningin Ulrika en koning Fredrik in 1719 en 1720, toen de juwelen werden geïnspecteerd en vergeleken met de inventarissen door de afgevaardigden van de Rijksstaten. onder de vermeende Rjiksdag.

Pag. 109-110

Härpå blef han [= Gustaf Horn] arresterad. När detta blef kunnigt, fällde hofpartiet modet och afhöll sig från hofvet. Öfverste Stjerneld reste ut på landet; general Kalling likaså. Grefve Meyerfelt och båda baronerne Ribbing gömde sig på Näsby, Meyerfelts gård. Grefve Brahe hölt sig i sitt hus och for ej upp till öfverheten, förr än sent om aftonen.

Vervolgens werd hij [= Gustaf Horn] gearresteerd. Toen dit bekend werd, verloor de Hofpartij de moed en verlief het Hof. Kolonel Stjerneld reisde in het land; generaal Kalling ook. Graaf Meyerfelt en beide baronnen Ribbing hielden zich schuil op Näsby, het landgoed van Meyerfelt. Graaf Brahe bleef thuis en ging pas laat in de avond naar de autoriteiten.

Pag. 119

Fänriken vid gardet Psilanderhjelm blef häktad; general Kalling, öfverste Stjerneld, majoren grefve Meyerfelt, begge baronerne och kaptenerne Ribbing, hofmarskalk Rålamb med flere, blefvo uppkallade till  confrontation, mot angifvare och bekännelser.

Vaandrig bij de garde Psilanderhjelm werd vastgehouden; Generaal Kalling, kolonel Stjerneld, majoor graaf Meyerfelt, beide baronnen en kapiteins Ribbing, hofmaarschalk Rålamb en anderen werden opgeroepen om geconfronteerd te worden met aangiftes en bekentenissen.

Pag. 217

XVIII. Egenhändigt concept af drottning Lovisa Ulrika till ett bref till grefve Meyerfelt ; skrifvet år 1756 ¹ ) .

J’ai reçu deux de vos lettres à la fois ; elles m’ont fait beaucoup de plaisir, surtout ce qui regarde nos deux amis malheureux, auxquels je m’intéresse vivement. Voilà enfin le pauvre Hård en sureté ; mais malgré cela, je ne lui conseille pas de risquer de sortir de Kiel que bien accompagné. Palmstjerna a fait une action digne de lui. Vous saurez qu’il a été de nuit dans la prison de Flodelius et lui a donné de l’argent, lui a facilité sa fuite, tout à condition d’en mener W. 2 et H. 3 vifs ou morts. F. 4 s’est effectivement échappé ; mais a été repris et examiné au Kämnersrätten, où il a déposé le reçit que je viens de vous faire. Palmstjerna a été obligé de s’expliquer, et l’on espère faire aller cette affaire au parlement, mais je doute qu’on y réussira. Il serait de la prudence d’avertir W. ² et H. ³ d’être sur leur garde pour tout suédois, qui ne leur est pas bien connu. D’ailleurs tout est ici dans la même situation, comme vous l’avez laissé. Les affaires étrangères tout aussi embrouillées, et il semble que l’Angleterre ne s’empresse pas pour nous. Le mécontentement augmente et surtout dans les Gardes, qui abhorrent leur chef. Le Roi a reçu de la Russie 20 mille tonneaux de farine à sa propre disposition, et qui seront distribués tout comme il le voudra. Cela ne laissera pas que de donner une bonne impression au peuple. Je n’ai point reçu la lettre de W, 2 avec la copie de la rélation qu’il m’envoyait.J’en suis inquiet, mais j’espère qu’elle aura été en chiffres. Mandez moi ce que W…. 5 croit des intentions de l’Angleterre; s’il n’y a point d’espérance pour les Livres Sterling. Vous savez que c’est le meuble à la mode et que l’on ne peut s’en passer. Je vous envoie une lettre pour mon frère; je serai charmée si je pouvais vous donner des marques plus réelles de l’estime infinie avec laquelle je suis etc.

1 ) Efter en copia af Drottningens egen hand bland dess efterlemnade papper.
2 ) Baron Erik Wrangel.
3) Grefve Hård.
4) Flodelius.
5) Baron Erik Wrangel.

Ik heb twee van uw brieven tegelijk ontvangen; ze hebben mij veel plezier gedaan, vooral wat betreft onze twee ongelukkige vrienden, in wie ik zeer belang ben. Hier is de arme Hård eindelijk veilig; maar desondanks raad ik hem niet aan het risico te lopen Kiel te verlaten, tenzij hij goed begeleid wordt. Palmstjerna deed een actie die hem waardig was. U zult weten dat hij ’s nachts in de gevangenis van Flodelius zat en hem geld gaf die zijn ontsnapping vergemakkelijkte, allemaal op voorwaarde dat hij W. 2 en H. 3 levend of dood zou halen. F. 4 is daadwerkelijk ontsnapt; maar werd teruggepakt en verhoord in het Kamersherecht, waar hij het ontvangstbewijs inleverde dat ik u zojuist heb gegeven. Palmstjerna werd gedwongen uitleg te geven, en we hopen deze zaak bij het parlement te krijgen, maar ik betwijfel of dat gaat lukken. Het zou verstandig zijn om W. ² en H. ³ te waarschuwen om op hun hoede te zijn voor elke Zweed die hen niet goed kent. Bovendien bevindt alles zich hier in dezelfde situatie als u het achterliet. Buitenlandse zaken zijn net zo verward, en het lijkt erop dat Engeland voor ons geen haast heeft. De onvrede neemt toe, vooral onder de Garde, die hun leider verafschuwt. De koning ontving van Rusland 20.000 vaten meel voor eigen gebruik, die naar eigen wens zullen worden verdeeld. Dit geeft niet alleen een goede indruk bij de mensen. Ik heb de brief van W. 2 met de kopie van het rapport dat hij mij stuurde niet ontvangen. Ik maak me er zorgen over, maar ik hoop dat het in cijfers zal zijn geweest. Vertel me wat W. 5 gelooft over de bedoelingen van Engeland; als er geen hoop is voor het Britse pond. U weet dat het een modieus meubelstuk is en dat we niet zonder kunnen. Ik stuur u een brief voor mijn broer; Ik zou heel blij zijn als ik u meer reële tekenen zou kunnen geven van de oneindige waardering waarmee ik ben enz.

1) Na een kopie van de Koningin’s eigen hand tussen haar nagelaten papieren.
2) Baron Erik Wrangel.
3) Graaf Hård.
4) Flodelius.
5) Baron Erik Wrangel.

Pag. 228-229

XXI. Egenhändigt, oundertecknadt bref af grefve Meyerfelt till Drottning Lovisa Ulrika ; dateradt den 1 Februari (1757) ¹.

Depuis ma très soumise du 25, j’ai eu un entretien avec W 2. Il ne lui fallait pas moins que les assurances que je lui donnais du gracieux souvenir de Votre M: té pour le tirer de l’accablement où il était. Les anecdotes que je lui contais, de la fermeté admirable avec laquelle V. M. souteint et  n’abandonnera jamais les fidèles serviteurs n’ont pas laissé d’y contribuer beaucoup, à quoi jointe la gracieuse promesse de V. M. de vouloir faire remettre à son père les mille ou douze cents écus par an, moyennant quoi il prendra ses arrangements, pour lui faire tenir un capital de vingt mille écus ; tout cela l’a remis d’assez bonne humeur, trouvant ce dernier point indispensable. Il m’a dit avoir envoyé à V. M. un mémoire qu’il a envoyé en Angleterre. Je l’ai lû, et le trouve, quoiqu’en raccourci, parfaitement bien détaillé. Il y a bien, par-çi par-là, quelques petits traits de vivacité, mais qui ne nuisent pas pour cela. Il y a rencontré les mémes idées pour  l’avenir, que celles dont V. M. voudra se ressouvenir que j’ai eu l’honneur de l’entretenir. Cette affaire étant donc entamée en Angleterre, je tâcherai de l’appuyer à Brunswig, et sonderai ce qu’on en pense et ce qui pourrait y avoir à faire. Le domicile actuel de Wrangel est à Stade, où il a plusieurs amis. Breda est avec lui, lequel aura une assez bonne condition, devenant
précepteur d’un jeune homme de famille. Les cours de Vienne et de France se donnant beaucoup de mouvement, pour empêcher les bonnes dispositions de celle de Copenhague pour S. M. prussienne, et on craint que l’assurance de pouvoir porter le Grand-duc de Russie à consentir à l’échange du Holstein contre l’Oldenbourg et le Delmenhorst, ne porte coup. Le Roi de Prusse a fait demander à acheter du bled en Dannemarc, ce qui a été refusé ; mais il est certain que S. M:té en ayant acheté pour plusieurs milliers en Pologne, le manque de vivres et de fourrages est une des causes principales de l’inaction des troupes prussiennes; et comme S. M:té prussienne doit avoir un terrible amas de bleds, il m’est venu dans l’idée , s’il ne serait pas possible de La persuader à en céder quelque partie à V. M: té pour le distribuer, et entretenir les bonnes dispositions des provinces. Comme une lettre de recommendation de V. M:té à S. M:té le roi de Prusse me serait d’une très grande utilité, en cas que les circonstances exigeassent que je m’y rende, j’ose supplier très soumisement que V. M: té aye la grâce de me l’envoyer avec la première poste, pour l’avoir prête en tout cas. Les grâces dont V. M: té m’a comblé de tout tems, me font espérer qu’elle sera d’une heureuse conséquence pour moi ; surtout si V. M:té voulait y joindre une autre pour Monseigneur le prince de Prusse. Le service. de V. M:té sera toujours mon bût principal. Plût à Dieu, que les evènements voulussent répondre à mon zèle. Je pars aujourd’hui pour Brunsvig, peut- être que j’y pourrai recevoir les lettres mentionnées. Le plus sur sera de l’envoyer sous l’enveloppe de Mgr le duc de Brunsvig et le tout à l’adresse du Comte de Solms, au ministre de Prusse ici à Hambourg.
Ce 1 de Février (1757).
1 ) Efter originalet bland Enkedrottningens efterlemnade papper.
2 ) Baron Erik Wrangel.

Sinds mijn uitzending op de 25e had ik een gesprek met W 2. Hij had niets minder nodig dan de verzekeringen die ik hem gaf over de genadige herinnering aan Uwe M. om hem uit de neerslachtigheid waarin hij verkeerde te halen. De anekdotes die ik hem vertelde over de bewonderenswaardige vastberadenheid van Uwe M. en uw trouwe dienaren steunt en nooit in de steek zal laten, hebben hier niet in grote mate aan bijgedragen, waaraan de genadige belofte van Uwe M. werd toegevoegd om aan zijn vader de duizend of twaalfhonderd kronen per jaar terug te geven, in ruil waarvoor hij  een ​​kapitaal van twintigduizend kronen zal regelen; dit alles bracht hem in een redelijk goed humeur, omdat hij dit laatste punt onmisbaar vond. Hij vertelde me dat hij Uwe M. een memo had gestuurd via Engeland. Ik heb het gelezen en vond het, hoewel ingekort, voldoende gedetailleerd. Er zijn inderdaad hier en daar wat kleine oplevingen, maar die veroorzaken geen schade. Hij had dezelfde ideeën voor de toekomst, als waaraan Uwe M. zich graag zal willen herinneren en die ik de eer had te bespreken. Omdat deze zaak daarom in Engeland is begonnen, zal ik proberen deze in Brunswijk te steunen en te onderzoeken wat de mensen ervan vinden en wat er gedaan kan worden. Wrangel’s huidige huis bevindt zich in Stade, waar hij verschillende vrienden heeft. Breda is met hem, die in redelijk goede omstandigheid verkeert om docent te worden bij een jonge huisvader. De hoven van Wenen en Frankrijk ondernemen veel actie om de goede gezindheid van Kopenhagen voor Z.M. van Pruisen te verzekeren, en er wordt gevreesd dat die verzekering de Grootvorst van Rusland ertoe kan brengen in te stemmen met de ruil van Holstein tegen Oldenburg en Delmenhorst. De Koning van Pruisen vroeg land in Denemarken te kopen, wat werd geweigerd; maar het is zeker dat Z.M, nadat hij in Polen voor enkele duizenden had gekocht, het gebrek aan voedsel en voer een van de belangrijkste oorzaken is van de passiviteit van de Pruisische troepen; en aangezien Z.M. van Pruisen een enorme stapel maïs moet hebben, kwam het bij mij op, of het niet mogelijk zou zijn hem ervan te overtuigen een deel ervan aan Uwe M. af te staan ​​om het te verdelen, en de goede gezindheid van de provincies te behouden. Omdat een aanbevelingsbrief van Uwe M. aan Z.M. van Pruisen voor mij van groot nut is, in het geval dat de omstandigheden vereisen dat ik daarheen ga, durf ik heel onderdanig te smeken voor Uwe M.’s genade om het mij bij de eerste post te sturen, om het in ieder geval klaar te hebben. De genade waarmee Uwe M. mij altijd heeft overladen, doet mij hopen dat dit voor mij een gelukkig gevolg zal hebben; vooral als Uwe M. nog één wil toevoegen voor de heer Prins van Pruisen. De dienst. van Uwe M. zal altijd mijn hoofddoel zijn. Ik hoopte dat de gebeurtenissen op mijn ijver zouden reageren. Ik vertrek vandaag naar Brunswijk, misschien kan ik de daar genoemde brieven ontvangen. Het veiligste is om de envelop van de heer hertog van Brunswijk en alles naar het adres van de graaf van Solms, de Pruisische minister hier in Hamburg, te sturen.
Aldus 1 februari (1757).

1 ) Origineel in papieren Koningin.
2 ) Baron Erik Wrangel.

Pag. 230-231

XXII. Egenhändigt oundertecknadt bref från grefve Meyerfelt till Drottning Lovisa Ulrika ; dateradt Brunsvig d . 9 Mars 1757. ¹

Si j’ai tardé jusqu’ici à donner très soumisement de mes nouvelles d’ici, la raison est que malgré les peines qu’on s’est donné, et auxquelles Mgr le duc de Brunsvig s’est employé très sincèrement, on n’a encore pu venir à bout de faire entrer le roi de Prusse dans les vues qu’on souhaite. V. M: té crut d’abord qu’il s’y preteroit volontiers; pour cet effet, le Duc écrivit comme de soi-même mon arrivée ici; et, que non seulement j’étois au fait des affaires de Suède, mais que j’avais le bonheur de posséder les bonnes gràces de LL. M. M. Il s’informait si S. M: té voudroit consentir, qu’il ménageat mon départ pour Dresde, ayant déjà cru apercevoir que je serois bien aise de faire la campagne ou comme volontaire ou de m’engager. Sur quoi le Roi a repondû, qu’il savoit de science certaine, que les affaires de Suède étoient dans un tel état de foiblesse, qu’il n’y avoit rien à craindre, ni à espérer. A mon égard il a répondu très gracieusement, qu’il avoit tant de volontaires, et ses places etant toutes remplies, le Duc devait tâcher de m’en dissuader. Il paroit donc que le Roi de Prusse ne reviendra jamais de l’idée qu’il a de la Suède, s’il ne voit, en effet, les efforts des François à lui faire transporter des troupes en Poméranie, et, en cas d’échec, agir contre lui. Le bruit en courre ici depuis quelques jours, et il seroit très nécessaire, qu’on sût au juste ce qui en est, et cela aussitôt que faisable. Pour moi, j’en doute, mais je voudrois que le roi de Prusse en fut persuadé parce qu’alors il se préteroit à toute. Si j’ose dire mon sentiment, il me paroit, que, sans abandonner son but, il faudra voir cette année comment les affaires tourneront, et qui aura le dessus ; qu’en attendant LL. M. M. menagent
tant la Russie que le roi de Prusse, sans aucunement se déclarer, afin qu’on puisse, après cela, entamer avec lui, qui recherchera le plus, et fera les meilleures conditions; car je crois qu’il est nécessaire de voir auparavant si la mésintelligence entre le roi de Prusse et la France sera de durée ; si non, le parti françois en Suède ne manqueroit pas d’être soutenu par Lui comme ci- devant ; et comme, par conséquent, l’amitié entre l’Angleterre et la Russie sera rétablie, on pourroit alors profiter des bonnes dispositions que ces deux cours ont marquées pour Leurs  Majestés. Si au contraire, le Roi de Prusse reste ferme dans son système d’aprésent, et qu’il voit que le parti françois veut faire quelque diversion, il ne manquera pas de faire des efforts pour le contrecarrer, et si, en attendant, on ne marque pas trop d’empressement, je crois qu’on pourra les voir venir, surtout s’ils aperçoivent que le parti de la cour s’aceroit des bonnes dispositions des provinces. Deux lettres que V. M:té m’a fait l’honneur de m’écrire du 4 et du 18 Fevrier, me sont, il y a quelques jours, heureusement arrivées. L’affaire de Flodelius est unique, et marque un acharnement terrible. Hård en a déjà reçu avertissement. Le ministre d’Angleterre à Berlin, ayant ête ici depuis peu, j’ai saisi cette occasion pour sonder le terrain. Mgr le Duc lui en a aussi parlé ; mais tout le monde est si persuadé de notre état de foiblesse, qu’il y avait toute la peine du monde à le convaincre. Il a cependant promis d’y faire réflexion. Il doit être  actuellement à Dresde, et je crois que s’il est une fois convaincu, il pourra rendre de très bons offices. Malgré tous les obstacles, je n’ai point perdu courage, et pourvu que le roi de Prusse survive au système actuel, je suis presque sur qu’il nous recherchera. J’ose, du reste, assurer très soumisement, que je ne négligerai rien de ce qui pourra être utile pour le service de V. M:té, tenant pour mon plus grand bonheur de pouvoir Lui marquer mon dévouement très soumis et très sincère.
Brunsvig ce 9 Mars 1757.
1 ) Efter originalet, bland Enkedrottningens efterlemnade papper.

Als ik het zeer onderdanig doorgeven van mijn nieuws vanaf hier tot nu toe heb uitgesteld, is de reden dat ondanks de genomen moeite en de zeer oprechte medewerking van de heer hertog van Brunswijk, we er nog niet in geslaagd zijn met de koning van Pruisen tot overeenstemming te komen. Uwe M. dacht eerst dat hij er graag mee zou instemmen; daartoe heeft de hertog mijn aankomst hier niet vermeld en dat ik op de hoogte was van Zweedse zaken, en dat ik het geluk had in de goede gratie te staan ​​van Hunne M.’s. Hij vroeg of Uwe M. wilde instemmen, met mijn vertrek naar Dresden omdat hij al had gedacht dat ik heel graag de campagne zou doen of als vrijwilliger of dienst zou nemen. Waarop de koning had geantwoord dat hij met zekerheid wist dat de Zweedse zaken van Zweden er zwak voorstonden en er niets was om te vrezen of te hopen. Ten aanzien van mij had hij heel vriendelijk gereageerd, dat hij veel vrijwilligers had en zijn plaatsen allemaal bezet waren, zodat de hertog moest proberen mij ervan te weerhouden. Het lijkt er daarom op dat de koning van Pruisen het idee dat hij over Zweden heeft nooit zal veranderen als hij in feite de pogingen van de Fransen om troepen naar Pommeren te laten transporteren niet ziet, en, in geval van mislukking, daartegen optreedt. Het gerucht circuleert hier al enkele dagen, en het zou voor ons zeer noodzakelijk zijn om precies en zo snel mogelijk te weten wat er aan de hand is. Ik twijfel maar zou graag willen dat de koning van Pruisen ervan overtuigd werd, want dan zou hij overal mee instemmen. Als ik mijn gevoel durf uit te spreken, lijkt het mij dat we, zonder het doel los te laten, dit jaar zullen moeten zien hoe de zaken zullen aflopen en wie de overhand zal hebben; terwijl we wachten hoe Hunne M.’s  met Rusland en Pruisen omgaan, zonder zichzelf op enigerlei wijze bekend te maken, zodat we daarna kunnen beginnen met degene die het meeste wil en de beste voorwaarden schept; omdat ik geloof dat het nodig is om vooraf te zien of het misverstand tussen Pruisen en Frankrijk zal voortduren; zo niet, dan zou de Franse partij in Zweden niet nalaten door Hem te worden gesteund zoals hierboven; en aangezien als gevolg daarvan de vriendschap tussen Engeland en Rusland zal worden hersteld, zouden we dan kunnen profiteren van de goede gezindheid die deze twee hoven voor Hunne M.’s hebben gekenmerkt. Als Pruisen daarentegen standvastig blijft in zijn huidige systeem, en hij ziet dat de Franse partij enige afleiding wil creëren, zal hij niet nalaten pogingen in het werk te stellen om dit te dwarsbomen, en ik denk dat we als we in de tussentijd ze wel kunnen zien aankomen, vooral als ze zien dat de Hofpartij wordt aangemoedigd door de goede bedoelingen van de provincies. Twee brieven die Uwe M. de eer had mij op 4 en 18 februari te schrijven, hebben mij gelukkig een paar dagen geleden bereikt. De Flodelius-affaire is uniek en markeert een verschrikkelijke meedogenloosheid. Hård heeft hierover al een waarschuwing gekregen. Omdat de Engelse minister in Berlijn hier onlangs was, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om de situatie te onderzoeken. Ook de heer hertog sprak er met hem over; maar iedereen is zo overtuigd van onze zwakte dat het alle moeite van de wereld kostte om hen te overtuigen. Hij beloofde er echter over na te denken. Hij moet momenteel in Dresden zijn, en ik geloof dat als hij eenmaal overtuigd is, hij zeer goede diensten zal kunnen vervullen. Ondanks alle obstakels heb ik de moed niet verloren, en op voorwaarde dat de koning van Pruisen het huidige systeem overleeft, ben ik er vrijwel zeker van dat hij ons zal opzoeken. Ik durf bovendien heel onderdanig te verzekeren dat ik niets zal verwaarlozen dat nuttig zou kunnen zijn voor de dienst van Uwe M., en beschouw het als mijn grootste geluk om aan Hem mijn zeer onderdanige en zeer oprechte toewijding te kunnen tonen.
Brunswijk 9 maart 1757.

XXIII. Utdrag ur Drottning Lovisa Ulrikas journal för åren 1755 och 1756. (pag. 232-308)

Pag. 242

Som äfven, med detsamma, någon skulle skickas till Eutin och grefve Meierfelt dertill utsågs, fann Hennes Maj: t sig föranlåten att nyttja tillfället, att med en så pålitlig person verkställa ett penningelån, det Hennes Maj: t numera och vid de tätt uppå hvarandra af ständernes hotande försök emot hofvet, dem ingen med nog confiance kunde säkert förutse, hvarthän de gå skulle, fann af yttersta vigt att fullborda, för att med lika vapen kunna fäkta emot ett injuste parti, hvilket olyckligtvis med för mycken framgång deraf betjent sig hos nationen . Men innan man kommer till närmare berättelse härom, är angeläget, att förut ge vid handen en omständighet, som härmed har mycken gemenskap. En köpman i Hamburg, vid namn Züling, hade till riksdagen och kröningen 1751 anhållit 

Omdat er tegelijkertijd iemand naar Eutin zou worden gestuurd en graaf Meierfelt voor dat doel werd aangesteld, was H.M. bereid van de gelegenheid gebruik te maken om een ​​geldlening af te sluiten met zo’n betrouwbaar persoon, dat Hunne Majesteiten het nu en aan het einde van elkaar van de dreigende pogingen van de standen tegen het hof, waarvan niemand met voldoende vertrouwen en zekerheid kon voorspellen waar ze heen zouden gaan, het van het grootste belang om te voltooien, om te kunnen strijden met gelijke wapens tegen een onrechtvaardige partij, die helaas met te veel succes de natie heeft veroverd. Maar voordat we hier gedetailleerder op ingaan, is het belangrijk eerst een omstandigheid te noemen die hiermee veel gemeen heeft. Een koopman in Hamburg, genaamd Züling, werd vóór de Rijksdag en de kroning in 1751 gearresteerd 

Pag. 243

När nu dessa varor skulle till Züling återsändas, nyttjades lägenheten med grefve Meyerfelt, som också hade en Konungens kammartjenare med sig, till den ändan.

Toen deze goederen aan Züling moesten worden teruggegeven, werd daarvoor het appartement gebruikt van graaf Meyerfelt, die ook een kamerheer van de koning bij zich had.

Men denna operationen skedde ej förr, än långt efteråt och fram i Mars månad. Hennes Maj: t hade redan igenom grefve Meyerfelt ifrån Brunswick fått det svar, att hvad Hertigen kunde, vore att försträcka Hennes Maj:t 6,000 ducater, hvilka också öfversändes och af Hennes Maj:t till Konungen aflevererades. Hvad förpantningen af jouvelerne vidkom, ansåg Hertigen för betänkeligt, att sig med en sådan sak befatta ; vetandes icke heller med hvad säkerhet och på hvad ställe man just skulle kunna vända sig, att lyfta en sådan summa.

Maar deze operatie vond pas veel later in de maand maart plaats. Hare Majesteit had via graaf Meyerfelt uit Brunswijk al het antwoord gekregen dat de hertog Hare Majesteit 6.000 dukaten kon voorschieten, die ook door Hare Majesteit aan de Koning werden overhandigd en afgeleverd. Wat het verpanden van de juwelen betreft, vond de hertog het te twijfelachtig om zich met een dergelijke kwestie bezig te houden; ook niet wetende met welke zekerheid en op welke plaats men zich zou kunnen wenden om zo’n bedrag op te nemen.

Pag. 259

Tisdagen den 22 Juni var den dagen, som Drottningen hade utsett, att låta öfverse jouvelerna och som Hennes Maj:t den dagen ingalunda ville vara i staden, spisades middagen på Ulriksdal, hvartill grefve Meyerfelt och prinsarne samt deras cavalierer, hvilka i detta ögonblicket voro Hennes Maj: t nog till gêne, voro inviterade ; men grefve Brahe och baron Ribbing hade Hennes Maj: t anmodat att vara i staden, för att bese ceremonien med jouvelerna, som deputerade af Secreta utskottet om eftermiddagen öfversågo och som sedermera låfvat lemna besked derom mot aftonen på Ulriksdal och vara deraf vittnen.

Dinsdag 22 juni was de dag die de koningin had aangewezen om de juwelen over te dragen, en omdat Hare Majesteit die dag niet in de stad wilde zijn, werd er in Ulriksdal gegeten, waarop graaf Meyerfelt, de prinsen en hun cavaliers, die Hare Maj op dat moment nog had, waren uitgenodigd; maar Graaf Brahe en Baron Ribbing hadden Hare Majesteit verzocht in de stad te zijn om de ceremonie bij te wonen met de juwelen, die in de middag werden afgevaardigd door het Geheime Comité en die er vervolgens tegen de avond in Ulriksdal melding van maakten en daarvan getuigen waren.

Pag. 260-261

Så snart detta samtalet med baron Horn var till ända, uppsökte Drottningen Hans Maj: t, som då spatserade med grefve Meyerfelt och gaf Konungen häraf del. Det frapperade mycket den förstnämnde, som då yttrade sig, att man borde i hast taga sitt parti. 

Zodra dit gesprek met baron Horn voorbij was, zocht de koningin Zijne Majesteit op, die toen met graaf Meyerfelt wandelde, en bracht de koning hiervan op de hoogte. Het verraste eerstgenoemde ten zeerste, die zich vervolgens uitdrukte dat men haastig zijn kant moest kiezen.

Deras Majestäter få så mycket rådrum, att de skulle vara långt hunna på vägen till Upsala, innan man det ringaste derom skulle veta i Stockholm. En sådan retraite var icke allenast i grefve Meyerfelts tanka det bästa partiet att taga, utan hade äfven af Deras Majestäter blifvit verkstäldt samma afton, om icke den considerationen mycket af marskalk Horn blifvit yrkad, att man borde vänta på grefve Brahes och Ribbingens utlofvade ankomst till Ulriksdal.

Hunne Majesteiten kregen zoveel manoeuvreer ruimte, dat ze een heel eind op weg naar Uppsala zouden zijn voordat er in Stockholm ook maar het geringste over bekend zou worden. Een dergelijke terugtocht was niet alleen in de ogen van graaf Meyerfelt de beste handelwijze, maar zou diezelfde avond ook door Hunne Majesteiten tot stand zijn gebracht, als maarschalk Horn niet sterk had aangedrongen op de beloofde komst van graaf Brahe en Ribbinge naar Ulriksdal.

Pag. 264

Hård och Brahe voro nu näppeligen borta, förr än Ribbing och Meyerfelt inställde sig. Man såg nu hela Norrmalmstorg fullt med artilleri, som vände kanonerna åt Slottssidan, och allt hvad som hörde.

Hård en Brahe waren nog maar nauwelijks weg of Ribbing en Meyerfelt kwamen opdagen. Je zag nu heel Norrmalmstorg vol artillerie, die de kanonnen naar de kasteelkant draaide, en alles wat maar te horen was.

Pag. 265

Emot morgonen fick grefve Meyerfelt den underrättelse, att marskalken Horn kl. 4 blifvit efterskickad, och sedan den tiden uppe i Commissionen; en omständighet, som ansenligen å nyo ökade Deras Majestäters oro. Kl. 7 aftågade patrullerne och manskapet ifrån torget.

Tegen de ochtend ontving graaf Meyerfelt de informatie, dat maarschalk Horn om 4 uur was afgevaardigd, en sindsdien opgenomen in de Commissie; een omstandigheid die de ongerustheid van hun Majesteiten opnieuw aanzienlijk deed toenemen. Om 7 uur verlieten de patrouilles en de bemanning het plein.

Pag. 273

Samtalet slöts; men denna uppå Brahe kastade misstankan gjorde dock att Hennes Maj:t var obeskrifligt nöjd, att inemot kl. 1 om middagen och då grefve Brahe var hemkommen i sin civila arrest, igenom grefve Meyerfelt och baron Ribbing få af honom en fullständig berättelse om hela hans förhör i Commissionen ; hvarefter Hennes Maj : t på ett mycket fermare sätt såg sig i stånd att möta Riksrådets ganska fiendtliga subtiliteter. Han hade så mycket lättare att göra dem, som Psilanderhjelm var hans vän.

Het gesprek eindigde; maar deze verdenking op Brahe maakte Hare Maj-t onbeschrijfelijk tevreden, dat tegen 1 uur in de middag en toen graaf Brahe na zijn burgerlijke arrestatie naar huis was teruggekeerd, kreeg hij via graaf Meyerfelt en Baron Ribbing van hem een ​​volledig verslag van zijn gehele ondervraging in de Commissie; waarna Hare Majesteit op een veel steviger manier in staat was aan de nogal vijandige subtiliteiten van de Rijksraad het hoofd te bieden. Het was zoveel gemakkelijker voor hem om ze te doen, omdat Psilanderhjelm zijn vriend was.

Pag. 274

Kort derpå kom Rådet med ständernas bref om grefve Hårds  eftertrumlande och gjorde sig en plaisir af, att presentera expeditionen deraf till Konungens underskrift. Detta skedde redan förmiddagen. Resten af dagen tillbringades i fröken Dübens rum, dit Meyerfelt och Ribbing kommo och berättade om Brahes goda humeur och trodde icke att något så hårdt och olyckligt skulle hända honom, som det sedan hände.

Kort daarna kwam de Raad met de brief van de standen over het naspreken van graaf Hård en had het genoegen de expeditie daaruit ter ondertekening van de koning aan te bieden. Dit gebeurde al in de ochtend. De rest van de dag werd doorgebracht in de kamer van juffrouw Düben, waar Meyerfelt en Ribbing kwamen en vertelden over Brahe’s goede humeur en niet dachten dat hem zoiets moeilijks en ongelukkigs zou overkomen.

Pag. 276

Hennes Maj:t tillsade Psilanderhjelm vidare, att gifva baron Ribbing och grefve Meyerfelt del af denna idéen och att återkomma med svar ifrån grefve Piper, på hvad sätt han ärnade verkställa detta, nu ensamt öfriga medlet att rädda sin måg.

Hunne Maj. zeiden verder tegen Psilanderhjelm dat hij Baron Ribbing en graaf Meyerfelt een deel van dit idee moest geven en terug moest komen met een antwoord van graaf Piper, op welke manier hij van plan was dit uit te voeren, nu alleen de resterende middelen om zijn broer te redden.

Pag. 277

och sade, att så angeläget denna karlens undanrödjande kunde vara och om hvilket han, på befallning, skulle underrätta grefve Piper samt baron Ribbing och grefve Meyerfelt, hade man ännu en ressource att fästa sitt hopp vid, nemligen att med det första Engberg,

en zei dat, hoe dringend de verwijdering van deze man ook mocht zijn, en waarvan hij, op bevel, graaf Piper, baron Ribbing en graaf Meyerfelt op de hoogte zou stellen, er nog een andere bron was waarop ze hun hoop konden vestigen, namelijk dat met de eerste Engberg ,

Pag. 278

Baron Ribbing och grefve Meyerfelt kunde så sent om aftonen icke råkas.

Baron Ribbing en graaf Meyerfelt zouden zo laat kunnen komen dat de avond niet doorgaat.

Henrik Wrede gick ej allenast icke 1 ifrån Hattarne uti dödsdomen, utan skickade äfven grefve Meyerfelt och Ribbing avertissement om frågorna i deras förhör, att de förut fingo consultera lagfarne män, så att han nog lindrade deras öde.
¹ ) Påtagligen är att detta ord af miss -skrifning tillkommit i manuscriptet.

Henrik Wrede kreeg van de Hoeden niet alleen  de doodstraf, maar stuurden graaf Meyerfelt en Ribbing ook een waarschuwing over de vragen in hun verhoor, dat ze vooraf met juridische mannen moesten overleggen, zodat hij waarschijnlijk hun lot verlichtte.
¹ ) Het is duidelijk dat dit [dubbele] woord per ongeluk aan het manuscript is toegevoegd.

Pag. 294

Grefve Meyerfelt och Ribbing voro hela tiden förbjudne hofvet.

Graaf Meyerfelt en Ribbing werden voor altijd van het Hof verbannen.

Pag. 307

Uppå utrikes orter underhölls af hofvet en noga correspondance, för att se och nyttja alla sig företeende utvägar till förändring. Grefve Meyerfelt var mest i Tyskland, och vid detta året, såsom volontaire, vid allierade arméen. Han gick hofvet, med hvarjehanda underrättelser, tillhanda.

Op buitenlandse locaties voerde het Hof een zorgvuldige correspondentie om alle mogelijkheden voor verandering te zien en te benutten. Graaf Meyerfelt was voornamelijk in Duitsland en dit jaar als vrijwilliger bij het geallieerde leger. Hij stapte naar het Hof met allerlei informatie.