F.J.G. ten Raa, “Het Staatsche Leger”, deel 7 “Van de verheffing van Prins Willem III en zijn gemalin tot Koning en Koningin van Groot-Brittannië tot het overlijden van den Koning-Stadhouder (1688-1702)”, Koninklijke Militaire Academie Breda, ‘s-Gravenhage 1950.
Pag. 29
Het Staatse leger marcheert na de Slag bij Fleurus op 1 augustus 1690 van Dieghem over Leefdael naar Wavre, waar de Brandenburgers zouden komen. Waldeck vestigt zijn hoofdkwartier te Limbeek bij Halle. Kort daarna gaan alle troepen het winterkwartier in.
Het Haagse Congres van 1689 had besloten dat er aan de Neder-Rijn een legercorps moest komen van onder andere 16.000 Brandenburgers en 6.000 Zweden. De Zweden steken in oktober 1790 ook werkelijk de Main over, maar dat is door de invallende winter te laat. Ze keren terug naar Bremen.
Pag. 75-76
Willem III verlangde eind 1693 dat nog 15.000 man waarvan één regiment te werven Zweden van graaf Ewald van Hastfer, 12 compagnieën ad 71 man. De Raad van State maakte een petitie voor de provincies op voor de betaling van soldij, £ 25 p.p. en 2 maanden soldij voor mars- en transport.
Pag. 100
De Brandenburgse generaal-veldmaarschalk Heino Heinrich von Flemming neemt deel aan de herovering van Namen.
Pag. 337 e.v.
Van de Zweedse subsidietroepen verdient een kapitein £ 150, een luitenant en een vaandrig £ 40. Daar kot £ 7.500 reiskosten en £ 10.000 wagendiensten voor het regiment bij. Voedsel en verblijf komen daar nog naast.
Pag. 345
Friesland is achterstallig met betaling voor het regiment Bielke. Daardoor dreigt aansluiting met het grote veldleger te mislukken. Gelukkig brengt Banér (Bannier) geld uit Holland mee.
Pag. 368
Volgt indirect uit de tekst: In het regiment van Krassow wordt Georg Johan Lohde (Jürgen Johan von Lode) in 1695 majoor en in 1697 luitenant-kolonel. Johann August volgt hem op.
In het regiment van Nils graaf van Bielke is Johan Gabriel baron van Bannier (Banér) en Magnus graaf Stenbock majoor, vanaf 23-01-1691 commandant.
Pag. 371 e.v.
De volgende Zweedse regimenten zijn in de Republiek, de eerste 8 infanterie, de laatste cavalerie:
Regiment chef | Bijzonderheid | Ten laste van provincie |
1688 Lewenhaupt, Gustaf Mauritz 1691 Sparre, Carl Wilhelm |
Bestaande Zweedse regimenten per schip uit Göteborg | Holland |
1688 Putbus, Ernst Ludwig 1694 Brahe, Abraham 1697 Lewenhaupt, Adam Ludwig |
Duitse regimenten uit Bremen en Pommeren | Friesland/Groningen |
1688 Bielke, Nils de facto Banér, Johan Gabriel 1691 Magnus Stenbock |
Duitse regimenten uit Bremen en Pommeren. 1690 Carl Friedrich, vaandrig |
Friesland |
1688 Erskine, Carl Gustaf 1690 Knorring, Jöran 1696 Krassau, Ernst Detlof |
Duitse regimenten uit Bremen en Pommeren. 1697 Johann August, majoor |
Holland |
1688 Tiesenhausen, Magn Gabriel 1694 Buddenbrook, Henr Gotharé |
Overijssel | |
1688 Nieroth, Magnus Wilhelm 1691 Oxenstierna, Bengt |
1691 Lewenhaupt, Adam Ludwig, majoor | Zeeland |
1693 Sparfelt, Anders 1697 Gyldenstierna, George |
Samengesteld uit 2 compagnieën van elk iets te grote 6 oude regimenten | Zeeland |
1694 Hastfer, Evald 1695 Wangersheim, Conrad Axel |
Geworven regiment. Hastfer is 10-11-1693 benoemd en start 12-06-1694. 1694-1697 Johann August, kapitein |
Zeeland |
1694 Barnekow, Kjell Christoffer | Cavalerie | Zeeland |