Nieuwsbrief XIIIc

Aan de leden van de familiegroep Von Meijenfeldt

CH-667


Bilthoven, 6 december 2018
Johan Meijer, de slotvoogd van Riga uit 1510, leefde al in 1480. Op zich heel aannemelijk, maar dat staat nu vast dankzij een handgeschreven Zweedse bron uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Het is zelfs mogelijk dat bedoeld wordt dat hij tussen beide jaartallen, dus 30 jaar lang, hoofdman van het slot van de Duitse Orde was.
In het Familieboek en op de Familiewebsite zijn Johan Meijer en Gertrud Farensbach als eerste voorouder genoemd. Johan voert een witte sikkel op een blauw schild. Daarna volgt een reeks van vader op zoon in de Baltische gebieden tot aan de verheffing in de Zweedse adelstand. Een mooi ridderverhaal als basis van een Europese familie.
In de Zweedse naslagwerken is deze oude Baltische reeks niet zo lang opgenomen geweest, alleen tussen 1860 en 1986. Anrep introduceert de reeks en noemt zijn bronnen niet. Gillingstam schrap de reeks, omdat hij de voorvaderen van Anders Meijerfeldt niet in geschriften uit die tijd zegt te kunnen terugvinden.
Hoe goed heeft Gillingstam gezocht? Hij geeft een hoop bronnen op, maar die gaan niet verder terug dan de tijd van Anders Meijerfeldt. In een boek over het geslacht Wrangel staan wel bronnen van vóór die tijd. Daarin is een bevestiging te vinden dat Magdalena Wrangel en Henric Meijer, overgrootvader van Anders Meijerfeldt, getrouwd waren.
Gillingstam verwijst niet naar Anrep, maar naar Von Stiernman. In diens recent voor het FamilieArchief verworven adelsboek uit 1745 staat de reeks inderdaad  niet. Er staat echter een andere titel: Svecia Illustris. In boekwinkels en bibliotheken is deze niet te vinden en via de index van archieven komt er maar op één plaats uit de bus: de verzameling oude documenten van de Universiteitsbibliotheek van Uppsala.

De archivaris meldt desgevraagd dat het unieke handgeschreven aantekeningen van Von Stiernman zijn, waaronder 4 bladzijden over de Meijerfeldts. Een scan is snel geregeld. Het ontcijferen van het oude handschrift in oud-Zweeds is monnikenwerk. De scan en de transcriptie staan op http://meijenfeldt.nl/?page_id=12369

Er staan gegevens tot vlak voor Von Stiernman’s dood in 1765, zoals over het huwelijk tussen Johan August Meijerfeldt jr. en Louise Sparre in 1763. Hij was niet alleen een tijdgenoot van de graven Meijerfeldt sr en jr, maar ging als Kanselarijraad regelmatig om met de Rijksraden. Een bron met enige statuur, kun je wel zeggen.
Von Stiernman blijkt de bron voor Anrep geweest te zijn. Bij hem staat de hele reeks zelfs twee keer, eerst met veel doorhalingen en enkele afwijkende namen, dan op een nieuw blad in netschrift de precieze lijst. Bij enkele Meijers staan twee jaartallen, waarvan Anrep steeds de tweede kiest. Zodoende had hij bij Johan het jaar 1480 niet genoemd.
Natuurlijk is het noemen van een eerder aanvangsjaar mooi, maar het is ook een historisch jaar. De Duitse Orde van Johan Meijer bevindt zich dan in Lijfland op zijn hoogtepunt: de vijandige aartsbisschop is gestorven en de meester van de Orde heeft de onbetwiste hegemonie. Meteen daarna wordt het minder: vijandigheden met Pskov en Moskovië breken uit, de paus in Rome wil afwijken van de voorgedragen aartsbisschop en de burgers van Riga komen in opstand tegen de vrijheidsbeperkingen. Het duurt tot 1515 voordat op deze drie fronten de rust hersteld en het slot herbouwd is.