Max Meyerfeld is de bekendste telg van de Meyerfelds uit Treysa. Hij studeert in Giessen, Straatsburg en Berlijn Engelse letterkunde, wint in 1896 een prijs van 253 Rijksmark met een scriptie over Robert Burns, promoveert 30 juli 1898 op dezelfde auteur. Vanaf 1899 schrijft hij boeken, artikelen, recensies, vertalingen (Burns, Galsworthy, Moore, Synge en Wilde) en krantenartikelen (Neue Zürcher Zeitung).
In 1902 verhuist Max van zijn studentenflat aan de Charlottenstrasse 81 naar een huis aan de Lützowufer 29 in Berlijn om zich in de mondaine stad te storten. Hij verwerft van een aantal Britse schrijvers de rechten om te vertalen, uit te geven en in theaters op te voeren. Omdat er in Engeland moralistische problemen zijn, krijgen deze schrijvers soms meer inkomsten uit Duitsland, zoals Oscar Wilde. Max heeft een uitvoerige correspondentie met al deze Britse schrijvers en bezoekt hen elke zomer in Londen. (1)
Max is inmiddels een bekende schrijver als hij op één van zijn bezoeken aan Londen aan executeur-testamentair Ross (die hij in 1904 in Dresden voor het eerst ontmoet had) vraagt naar Wilde’s in gevangenschap geschreven apologie. Na aanvankelijke weigering en een enkele jaren durende correspondentie, krijgt hij de wereldprimeur. In 1905 verschijnt in het januari- en februarinummer van de Neue Rundschau de Duitse vertaling van het door Ross samengestelde excerpt van het manuscript, getiteld “De Profundis, Aufzeichnungen und Briefe aus dem Zuchthaus in Reading“. Spoedig verschijnt het in boekvorm en volgen vertalingen in vele wereldtalen in een voor die tijd onvoorstelbaar hoge oplage van een miljoen exemplaren. In 1909 verzorgt Max een nieuwe Duitse editie.
In 1914 wordt Max vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in dienst opgeroepen. Hij krijgt een schrijversbaan. Als hij het voorstel doet het mogelijk Duits-kritische werk “Britling sees it through” van H.G.Wells te vertalen, leidt dat uiteindelijk tot zijn ontslag in 1915 wegens duurzame ongeschiktheid.
In 1924 overhandigt de zoon van Oscar Wilde het originele manuscript aan Max, onder voorwaarde dat hij het na vertaling zal teruggeven. Zo heeft hij opnieuw een wereldprimeur met de Duitse uitgave van de volledige tekst van “De profundis, Epistola in carcere et vinculis”, terwijl het originele Engels pas in 1960 mag worden gepubliceerd. Op de voorpagina van de New York Times Book Review van 21 december 1924 doet hij zelf uitgebreid verslag van de gang van zaken. (2)
Deze primeur komt voort uit de belangrijke plaats die Max geleidelijk in de Engelse literatuur heeft verworven. Hij hoopt ook de Duitse literatuur onder de Engelse aandacht te brengen, maar vraagt zich wel af “whether any notice had been taken in Oxford of Gerhart Hauptman’s 60th birthday”. (3)
Osbert and Sacheverell Sitwell en Siegfried Sassoon zijn de Engelse vrienden die Max heeft in de jaren ’20. Op 8 september 1927 komen de drie mannen vanwege Sassoon’s 41ste verjaardag samen met Nellie Burton, de legendarische huishoudster in Londen, naar Berlijn en de foto van hun bijeenkomst bestaat nog.
In 1933 krijgt Max een Berufsverbot van de Nazi’s. Hij denkt door overgang naar het protestantisme de problemen op te lossen, maar vergeefs. In de gedachte dat Hitler slechts een voorbijgaand kwaad is, wuift hij zijn nicht Edith Mosenthal-Meyerfeld met dochters Ellen en Alice uit naar Engeland in 1938. Op 3 oktober 1940 sterft hij een natuurlijke dood in de Bavariakliniek in Berlijn-Schöneberg en een dag later wordt hij begraven op Berlijn-Wilmersdorf, oorlogsbegraafplaats Güterfelde (blok J, rij UR, graf 151).
Genealogie
Jt.4. Susmann, * Treysa, lid Bürgergarde 1832-1849, ∞ Telzchen, kinderen:
Jt.41. Isaac, * Treysa 03-10-1834.
Jt.42. Elkan, * Treysa 11-08-1837, voorganger Joodse gemeente Treysa 1871-1882, ∞ Jettchen, zes kinderen:
Jt.421. Sarah, * Treysa 25-10-1866.
Jt.422. Rosa, * Treysa 08-11-1868.
Jt.423. Hedwig, * Treysa 20-03-1871, † Nazikamp, ∞ Ludwig Marx, * 10-04-1857, † 03-09-1936.
Jt.424. Frieda, * Treysa 28-08-1873.
Jt.425. Paula, * Treysa 09-07-1875, † Nazikamp, ∞ Kahn, * Treysa 1871.
Jt.426. Jenny, * Treysa 17-09-1877.
Jt.43. Jacob / John, * Treysa 01-01-1839, † Jakoby Institut, Bendorf-Sayn, Koblenz 25-03-1908.# Nieuw-Zuid-Wales, Australië 1865, naturalisatie 1874, # Berlijn 1882, ∞ 1886 Jenny Lippmann, † Berlijn 01-03/06-1925, kinderen:
Jt.431. Kurt, * 1888 / 1890, † 1912.
In de Telegraaf van 23 juni 1912 staat een verhaal onder het kopje “Een liefdesdrama”:
Enige dagen geleden werd te Berlijn de 24-jarige student Kurt Meyerfeld dood in zijn kamer gevonden. Door een revolverschot had hij een einde aan zijn leven gemaakt. Uit door den jongen man achtergelaten brieven bleek, dat hij tengevolge van een ongelukkige liefde in een oogenblik van vertwijfeling de hand aan zichzelf geslagen had. De jonge Kurt Meyerfeld, die tot een zeer aanzienlijke familie behoort, had het plan gevorm zich aan de architectuur te wijden en legde zich met hart en ziel op de voorbereidende studiën toe. Ongeveer een half jaar geleden leerde hij echter op een bal een schoone Poolsche kennen, die nog slechts korten tijd in Berlijn woonachtig was. Deze Poolsche, die voor een buitengewone schoonheid doorging en door haar verschijning in de salons te Berlijn veel opzien verwekte, was met een onbemiddeld man gehuwd geweest. Op aandringen van haar vader, een bankier, had zij zich tenslotte van haar man laten scheiden en zich met haar dochtertje te Berlijn gevestigd. De jonge Meyerfeld werd hartstochtelijk op haar verliefd en vormde het vaste plan met haar te huwen zoodra zijn maatschappelijke positie dit zou veroorloven. Ook de dame zag den knappen, jonge student niet ongaarne, maar verklaarde tevens, dat aan een huwelijk den eersten tijd niet te denken viel, daar zij eerst definitief van haar man gescheiden moest zijn.”
Het verhaal gaat verder: Zij komt in aanraking met een architect en door haar bemiddeling kan Kurt bij hem geplaatst worden. Deze architect raakt ook verliefd, biedt haar een betere positie en die accepteert zij. Kurt merkt dat zijn liefde niet meer beantwoord wordt. Hij gaat naar het Duitsch Theater, soupeert alleen, bezoekt om één uur nog een danslokaal, keert terug naar zijn kamer, trekt zijn rokkostuum met bloem aan, schrijft een reeks brieven aan zijn familie en zijn beminde, steekt vier grote kaarsen aan, pakt zijn revolver, staat voor de spiegel bij haar portret en schiet zich in de borst. Als men de kamer binnendringt vindt men het lijk.
Jt. 432. Alice, * 1892.
Jt. 433. Edith, * Berlijn 29-03-1894, † Engeland 02-1973, ∞ Albert James/Julius Mosenthal, * Gauteng, Zuid-Afrika 1876, # 1942 ontsnappen naar Engeland, Middlesex, dochters Ellen Alice ∞ Chamberlain (1920-) en Alice Renata ∞ Salfield (1922-2001).
Jt.44. Halena, * Treysa 15-12-1840.
Jt.45. Maximilian (Max), * Treysa 31-01-1842, † Aken 10-03-1904, textielfabrikant, ∞ Charlotte Weiler, * Marburg a/L 13-03-1845, † Aken 15-12-1910, dochter van doekhandelaar M. Weiler en Berta Weiler uit Heilbronn, # Aken, twee kinderen.
Max verhuist naar Aken en richt daar met Julius Levy de textielfabriek Meyerfeld & Levy op. Zij noemen het ook wel “Tuch- und Buckskin en gros”. Het bedrijf staat eerst aan de Bahnhofstraβe 12 (1868) en daarna aan de Wilhelmstraβe 62 (1877).
Jt.451. Otto, * Aken 10-01-1869, † Aken 11-11-1934, textielfabrikant, ∞ Aken 1897 Toni Goldschmidt, * Aken 31-01-1877, † Nazikamp Minsk, Wit-Rusland, dochter van Ludwig en Sophia Goldschmidt, lid Joodse Alpinevereniging 1908, # Aken, Rolandstraβe 26, twee kinderen.
Otto maakt in 1897 een doorstart met de textielfabriek samen met Louis Herz en Rudolf Wolf onder de naam ‘Tuchfabrik Meyerfeld & Herz’ aan de Kirberichshoferweg 6a en daarna de Roermonderstraβe 6a, 7 en 19 in Aken.
Jt.4511. Hans, * Aken 13-07/08-1901, † Nazikamp Izbica, Polen, ongehuwd, op transport gesteld vanuit Düsseldorf 22-04-1942.
Jt.4512. Lilly, * Aken 19-01-1903, † Bradford, VK 06-01-1986, ∞ Bernhard Tisch, * Bieltz, Boven-Silezië 26-11-1897, mede-eigenaren ‘Tuchfabrik Meyerfeld & Herz’, ausgebürgert 14-02-1941, uitgeweken naar VK, een dochter.
Jt.452. Julius, * Aken 28-03-1870, † Frankfurt a/M 21-10-1927, ∞ Frankfurt a/M 01-03-1907 Caroline Schiele, * Frankfurt a/M 14-04-1880, † 24-04-1939, dochter van machinefabrikant Joh. Georg Remigius Schiele (1837-1896) en Anna Johanna Schilling of Quilling (1840-1908), twee kinderen.
Elementarschule Burtscheid. 1879-1888 Kaiser-Karls-Gymnasium Aken, 2 semesters Technische Hogeschool Aken, 1889-1890 Technische Hogeschool Bonn, Amanuensis Mineralogisch Instituut, dissertatie chemie Bonn 1893 (4), hoogleraar chemie Bonn, van Joodse naar Evangelische kerk overgestapt. Zijn vrouw Caroline krijgt vanaf 1927 privéles viool.
Jt.4521. Friedrich (Fritz) Ludwig, * Frankfurt a/M 28-03-1908, † Schwalbach, Frankfurt a/M 26-03-1967, textielfabrikant, ∞ Aken 06-10-1934 Else Gerhards, * Aken 06-04-1903, drie kinderen.
Fritz zet ‘Tuchfabrik Meyerfeld & Herz’ voort. Zijn grootmoeder Toni Goldschmidt, nicht Lilly en haar man Tisch en de nakomelingen van Herz en Wolf zijn eigenaar. Vanaf 1933 weet Fritz aan de anti-Joodse maatregelen aardig het hoofd te bieden met andere stoffen en export, maar op 1 juni 1938 wordt de firma “arisiert”: de firma ter waarde van 382.600 Reichsmark wordt gedwongen voor een appel en een ei verkocht aan de firma Rummeny. In 1950 wordt met die firma een vergelijk getroffen om nabetalingen te doen, onder andere DM 81.012 voor Lilly Meyerfeld-Tisch en DM 149.269 voor Bernhard Tisch.
Jt.45211. Gisela, * Aken 15-08-1935, ∞ Leverkusen (?) Eberhard Marx, * Breslau (Wroclaw) 21-01-1928, twee kinderen.
Jt.45212. Rosemarie.
Jt.45213. Wolfgang (Wolf), * Aken 29-01-1938, ∞ Montreal 03-02-1967 Johanna Kovakz, verhuisd naar Vancouver 1973, scheiding 03-09-1976, twee kinderen.
Geëmigreerd naar Montreal, Canada 1957, 9 jaar Pratt and Whitney, 1987 president/director Esstra Industries, Republic Aircraft Manufacturing Inc, 2002 Powers Technology,
Jt.452131. Kimberly, * Montreal 26-11-1967, † CA 26-07-1968.
Jt.452132. Sean, * Edmonton 31-10-1971, buitenechtelijk, geadopteerd, na scheiding bij moeder met achternaam Smith.
Jt.4522 Emilie Charlotte (Emmy), * Frankfurt (?) 01-01-1910, Erzieherin, # Aken.
Jt.46. Levi, * Treysa 12-04-1844, † begin 1887, handelaar in meel en landbouwproducten, ∞ Auguste Friedberger, * Treysa, † Gieβen 18-09-1877, # 1874 Gieβen, Vormundschaft über deren minderjährigen Kinder Emil und Max:
Jt.461. Emil, * Treysa 30-06-1870, kaufman, 1907 Vormundschaft.
Jt.4611. Alice (Liss) Hedwige, * Berlijn 05-09-1888, † New York 1977, ∞ Berlijn 19-09-1911 Hugo Stokvis, * Rotterdam 15-07-1877, † Genève 02-05-1959, directeur handelsmaatschappij, zoon van Samuel Raphaël Stokvis (1827-1908) en Rosaline den Hartog (1840-1909), # Brussel, Av. Tervueren 35, 1921-1950 kasteel “Viola Cornuta”, Van Beverlaan 19, twee zoons Edward (1912-1971) en John (1916-2004).
De Rotterdammer Hugo Stokvis heeft een opleiding tot werktuigkundig ingenieur. Hij wordt directeur van de Nederlandse handelsmaatschappij Stokvis. Zij wonen in Brussel in het kasteel “Viola Cornuta”. Kunnen dankzij een Portugees visum in september 1940 met het vliegtuig The Atlantic Clipper naar New York uitwijken.
Jt.462. Max (Israel/Oskar), * Gieβen 26-02-1875, † Berlijn-Schöneberg 03-10-1940 (2), schrijver/vertaler, # Berlijn.
Max is pas 12 jaar oud als zijn vader en moeder overleden zijn. Hij wordt warm opgenomen in het gezin van zijn vader’s jongere zus Sarchen en moeder’s broer Max met de familienaam Friedberger. Zie het uitgebreide verhaal hierboven.
Jt.47? Julius.
Jt.48. Moses, * Treysa 06-09-1848.
Jt.49. Sara (Sarchen), * Treysa 03-03-1850, † Frankfurt a/M 1929, ∞ Max Friedberger, * 1850 (broer van Auguste, de echtgenote van haar broer Levi).
Jt.40. Hermann, * Treysa 24-02-1852.
Jt.4!. Betty, * Treysa 15-02-1854, † Darmstadt 16-12-1885, ∞ 15-10-1884 Zacharias Kassel, * 16-03-1855, zoon van Judel Kassel en Zerline, zoon Julius * 21-11-1885.
1. Bijvoorbeeld met J.M. Synge, The Library of Trinity College Dublin, Max Meyerfeld.
2. FA Kranteknipsels Jt.462.
3. Brief 28-12-1922 van Lilian Sauter (1864-1924) aan Mrs. Fiedler.
4. “Ein Beitrag zur Kenntnis der Einwirkung von Phosphorpentachlorid auf Anile zweibasischer Säuren”, Inaugural-Dissertation zur Erlangung der Doctorwürde bei den hohen philisophische Fakultät der Rheinischen Friedricht-Wilhelms Universität zu Bonn, 16-06-1893, 48 blz.