Augusta Juliana treedt een jaar later opnieuw in het huwelijk, opnieuw in de kerk van Medrow, opnieuw met een Thilo en opnieuw met een inspecteur op landgoederen. Naast vier overeenkomsten zijn er vier verschillen. De datum is meer dan vijf jaar later 10 mei 1791, haar titel luidt niet Jungfr maar verwittwete Inspectorin, de voornamen van de bruidegom zijn Theodosius (Theodor) Bernhard Christoffer en diens leeftijd ligt een stuk dichter bij die van de bruid: hij is op 19 augustus 1760 geboren in Groβ Teetzleben, 50 km zuidelijker.
De nieuwe bruidegom is in rechte lijn zoon van een reeks pastors met de voornaam August in het aangrenzende Pruisisch-Pommerse district Demmin. Zijn overgrootvader (1653-1713) staat in Liepen. Zijn grootvader (1688-1748) wordt beroepen om hem op te volgen en neemt daartoe afscheid van koning Karel XII in Turkije, waar hij baron Johann August von Meijerfeldt sr tweemaal kon ontmoeten. Zijn vader (1728-1804) staat in Groβ Teetzleben en later 10 km noordelijker in Klatzow. Zijn moeder sterft als hij vier is bij de geboorte van zijn zusje en zijn vader hertrouwt datzelfde jaar. (1)
Van de tien broers en zussen van Theodor zijn twee pastor en twee inspecteur of pachter. Ook de broer van zijn vader is pastor, namelijk Johann Thomas in Stolpe. Diens 34-jarige dochter Sophie Elisabeth Thilo kon wel eens de koppelaarster zijn. Zij was in 1785 namelijk doopgetuige bij het eerste kind van Augusta Juliana. Toen werd zij aangeduid met “de vrouw van opperhoutvester Meijer in Pruisen”, omdat zij eind 1779 trouwde met Meijer, opperhoutvester in Rothemühl in Pruisisch-Pommeren. De achternaam Meijer roept een vraagteken op.
Zweeds-Pommeren, zuidwestelijke hoek, 1783-1793
In de zomer van 1791 komt de Zweedse graaf over naar Stralsund omdat hij eigenaar van alle Pommerse familiebezittingen is geworden. Hij is veldmaarschalk, maar heeft ontslag uit het leger genomen. Bovendien heeft hij net een serie begrafenissen achter de rug: van zijn oudste zoon, van zijn broer en van zijn nicht Brita Horn. De graaf ontmoet Augusta Juliana. Vermoedelijk is hij degene die regelt dat haar nieuwe man Gutspächter wordt op het domein Wolfsdorf, ruim 20 km naar het noorden, vlak onder Franzburg. In plaats van een inspecteurssalaris moet Thilo een inkomen vergaren uit de opbrengsten van het land, waaruit hij ook de keuterboeren en dagloners en de pachtsom moet betalen.
Juliana Augusta is zwanger als zij met haar man en twee kinderen naar Wolfsdorf verhuist. Daar wordt op 13 december 1791 een tweeling gedoopt. Pastor Johan Conrad Erichson zet in de kantlijn dat het eerste kind Ernst August Wilhelm op dinsdag 6 december om 18:00 uur is geboren en het tweede kind Johan Carl Ulrich op vrijdag 9 december om 6:00 uur. Een verschil van maar liefst 60 uur. Mogelijk worden de zoontjes vroeg geboren, want het huwelijk is pas zeven maanden oud. De oudste zoon krijgt zijn grootvader August Thilo, oom Ernst en tante Wilgohs als peetouder. De jongste zoon krijgt drie andere peetouders, waaronder vrouwe Bamberg van het zuidelijk aangrenzende landgoed Hohen-Barnekow. Zij is de enige die werkelijk aanwezig is, de anderen hebben lokale plaatsvervangers. (2)
In de laatste dagen van dat jaar lukt het eindelijk het testament van de overleden eerste echtgenoot Thilo af te wikkelen. Op 24 en 25 mei 1791 was al een nader protocol met de twee voogden van haar kinderen gesloten en waren de meubels precies verdeeld, maar op het huis in Loitz bleek nog geen bod gedaan. Koopmansweduwe Jael Voss doet een bod van 600 rijksdaalder en dat accepteren zij. De opbrengst vloeit in de boedel.
In 1792 raakt Augusta Juliana weer zwanger en baart op 5 december haar vierde zoon. Bij de doop op 11 december krijgt hij de namen Friedrich Christopher Ludwig. Peetouders zijn raadsheer Springhorn in het aangrenzende Franzburg, pachter Stuht op het aangrenzende Buchholz en madam Hofman uit Loitz.
1. M. Thilo, “Mitteilungen zus Geschichte des (pommerschen) Geschlecht Thilo“, Stolp 1930, nummer 55.
2. Ev.-Luth. Landeskirchliches Archiv Greifswald, KG Franzburg-Land, Kirchenbuch oder Verzeichnis aller der Wolfsdorffer 1763-1815, fol. 51-55.