Andreas Meijer is de zoon van Johann Meijer en Dorotea von Taube. In dit hoofdstuk wordt hij als sleutelpersoon tussen de Lijflandse Meijers en het Zweedse geslacht Von Meijerfeldt behandeld. De beschrijving van zijn leven komt in het volgende hoofdstuk.
Een eerste reden om hem sleutelpersoon te noemen is dat koning Karel XI van Zweden Andreas Meijer in 1674 in de adelstand verheft met de naam Von Meijerfeldt. Hij draagt dus beide namen.
Als reden voor de uitbreiding van de naam Meijer tot Meijerfelt geeft de schildbrief op “till en åtskilnad aff andre familier i Rijket” (ter onderscheiding van andere families in het Rijk). Families waar het mogelijk om gaat verdienen aandacht om verwarring te voorkomen: Meijer(crantz), Meijer Duhrenhof, Meijerhelm, Meijer Güldenfeld en andere Meijers.
De geslachten Meijer en Von Meijerfeldt zijn tevens verbonden omdat ze beide in Lijfland leven en in Zweedse dienst staan. De eerste is de overgrootvader van Andreas, Heinrich Meijer, die de Duitse Orde in 1561 inruilt voor de Zweedse koning, die hertog van Estland is geworden. Zijn grootvader Wolmar en vader Johann voeren beiden het commando over zich daar bevindende Zweedse vestingen. De laatste komt met de zuidelijke veldtocht van koning Gustaaf II Adolf in 1621 in de omgeving van Riga. Andreas treedt al vroeg in Zweedse militaire dienst en maakt als officier het laatste jaar van de Dertigjarige Oorlog in Duitse vorstendommen mee onder veldmaarschalk Von Wrangel, in wiens dienst hij de rest van zijn leven blijft. Zijn kinderen en kleinkinderen staan allemaal in Zweedse dienst en leven daar ook nadat Lijfland in 1710 door Peter de Grote wordt veroverd.
De sterkste verbinding tussen het Lijflandse en Zweedse geslacht maakt historicus en tijdgenoot Stiernman met één genealogische stamboom. Zijn werk vindt veel navolging en bevestiging, maar er is ook een criticus. Verwarring ontstaat daarnaast door de alternatieve voornaam Hendrich. De oudste Duitse handboeken van Gauhe en Ranft volgen de Zweedse bronnen, maar gooien soms te veel op één hoop.