2.5.5. Conserveerder

Op 1 januari 1860 begint Carl als bewaarder bij de Magazijnen. Bij ’s Konings Besluit van 29 juli 1860 nr. 64 wordt hij benoemd en per 1 augustus aangesteld tot Conserveerder van eiken- en andere houtwaren. Zijn jaarwedde bedraagt 1.000 gulden. In zijn eedaflegging zweert hij getrouwheid aan de koning, gehoorzaamheid aan de wetten, dat hij voor deze functie geen giften kreeg of zal aannemen, enz. Hij staat onder het directe bevel van de Magazijnmeester en is speciaal belast met de sortering, conservatie en afgifte van de verschillende houtwaren, waarbij hij van een eigen waarmerk gebruik maakt. Het gaat niet alleen om het aangevoerde en onder zijn beheer in de molen of op de werf te zagen ruwe hout, maar ook om het bij de scheepsbouw vrijkomende afvalhout, dat hij in bruikbaar, wrak en onbruikbaar moet sorteren. (1)

Ook Hendrik maakt dat jaar een bevordering mee. Hij wordt op 8 augustus 1860 Commies der Tweede Klasse. Zijn nieuwe standplaats per 16 september is de grensgemeente Delfshaven. Hij hoeft daarvoor niet te verhuizen, maar vier jaar later gaan zij binnen Rotterdam op het Weenaplein, wijk 17, nummer 317 wonen.

In Amsterdam worden in het gezin van Carl en Nel nog een negende en tiende kind geboren: Pieter op 2 januari 1862 en Hendrik Diederich op 16 juni 1864. Het hele gezin verhuist in 1866 voor langere tijd naar de Kattenburgergracht 530 (nu nummer 13).


Kattenburgergracht 13, gebouwd 1663, Rijksmonument 2203
Gevel met houten pui, klokvormige rollagentop (XIX), twee oeils-de-boeuf

Hendrik en Naatje verhuizen in 1866 naar Dordrecht vanwege een zoveelste overplaatsing. Zij betrekken daar op 30 april voor langere tijd een woning aan de (Lange) Kromhout 61. De volgende dag begint de nieuwe baan. Dochter Anna is bijna 15 jaar oud en verhuist mee, maar keert drie maanden later toch naar Rotterdam terug. Zij gaat een opleiding tot modiste (kleermaakster, naaister) volgen. Onder de vleugels van de bijna 30-jarige Wilhelmina de Haas woont zij vanaf 17 juli in de Westewagenstraat. Om toegelaten te worden levert zij een proeve van bekwaamheid in: een naailap als ode aan haar acht jaar eerder overleden grootmoeder. (3)

Stop en merk lap van de fam A.H. von Meyerfeld, fam van fam W.F. de Haas
‡ AHVM      OUD 14 JAAR      ‡ 1784

Linnen naailap 50 x 50 cm, stopvlakken in effen, keper en satijn bindingen,
geborduurd met goud, zilver, rood, blauw en groen garen
Origineel Familiearchief

Nu moet zij het moeilijkste deel onder de knie krijgen: het stoppen van wit linnen met wit zijdegaren. De gegoede burgerij heeft geen geld voor nieuwe jurken of tafellakens, maar wil wel dat reparaties er netjes uitzien of liefst onzichtbaar zijn. Op 24 augustus 1868 rondt Anna haar opleiding succesvol af en keert terug naar haar ouders in Dordrecht.

Intussen laat de koning de religieuze teugels wat vieren, waardoor groepen afgescheidenen zich beginnen te bundelen. Voor Carl is dat het signaal om zich aan te sluiten bij de Amsterdamse Afscheiding. Rond 25 september 1867 maakt hij samen met Nel een afspraak met dominee Pieter van der Sluijs in het huis van ouderling Swagerman. De dominee neemt hen aan tot lid van de gemeente. Op zondag 6 oktober doopt hij hun jongste vier kinderen in de kerk aan de Keizerskracht 489, dicht bij de Leidschestraat, die na de instorting van één van de twee pakhuizen door de architecten H. Springer en J.A. Roosenboom was gebouwd ter opvolging van de huiskerk aan Bloemgracht 90. (2)


Christelijk Gereformeerde ‘Nieuwe Kerk’

Carl heeft acht jaar als Conserveerder in Amsterdam achter de rug als hij opeens het bericht krijgt dat zijn betrekking bij Koninklijk Besluit van 1868 is opgeheven. Hij is pas 53 jaar oud en heeft nog een heel gezin met een jongste van vier jaar oud. Toch krijgt hij geen andere functie maar wordt eervol ontslagen, terwijl zijn pensioen nog 12 jaar weg ligt. Gelukkig wordt hij op wachtgeld gezet, maar dat betekent wel halvering van zijn jaarinkomen naar 500 gulden. (4)

Terug   ***   Verder

1. Aanstelling, eedformulier en instructie tot Conserveerder 05-08-1860, Familiearchief N.5, nr. 61-62.
2. Doopboek
Gereformeerde Afgescheiden Gemeente
, Stadsarchief Amsterdam PA 743A, Inv 11,  blad 196 en Inv 43, blad 35.
3. Regionaal Archief Dordrecht 256, Inv 424, blad 41, Inv 279, akte 22.
4. Besluiten eerste helft 1868 inzake staat van dienst, eervol ontslag en wachtgeld. Bijlagen van het Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1873-1874, bijlage L, pag. 409 en elk jaar daarna tot en met 1893-1894, pag. 683.