De vier kinderen en het nageslacht van Hendrik Diederich en Anna Pieternella Augustijn zijn gebundeld in de tak Augustijn. Dat geslacht is vermaard om de pottenbakkerskunst, die in de gemeente Bergen op Zoom bedreven werd. Over de stamboom en de pottenpakkerij bestaat een fraaie website. De vier kinderen zijn Carl (1899), Ella (1900), Maria (1901, die op jonge leeftijd overlijdt) en Govert (1908).
Carl studeert theologie aan de Vrije Universiteit. Na zijn studie trouwt hij in 1924 met Willie Minderaa. Zij is in hetzelfde jaar en dezelfde stad geboren als Carl. Carl wordt in 1924 op zijn eerste post voor de Gereformeerde Kerk beroepen in Vrouwenpolder-Gapinge, Zeeland. In 1928 gaat hij naar Rotterdam-Feijenoord en in 1931 naar Alkmaar, waar hij tot zijn emeritaat zal blijven.
Carl von Meijenfeldt |
Carl von Meijenfeldt en Willy Minderaa |
Govert behaalt cum laude zijn doctoraalexamen Klassieke Talen. Tijdens zijn studie bekleedt hij menig bestuursfunctie in de oratorische vereniging Forum en regisseert de toneelvoorstellingen. Hij is thuis strak opgevoed:
Zwemmen bijvoorbeeld kan hij niet: vroeger mocht je niet zwemmen. Misschien dat hij daarom nu wat soepeler is, omdat hij zelf zo streng is opgevoed. Je ging vroeger ook niet naar een toneelstuk. Soms kwam er een oude oom op bezoek en die nam ze dan stiekem mee naar een toneelstuk, maar van zijn ouders mocht dat niet. En dat terwijl hij er dol op is.
Govert wordt in de crisisjaren gasruiker bij het gemeentelijke gasbedrijf. In die jaren doet hij aan familie-onderzoek en leert hij Zweeds. Hij vertaalt twee boeken van het Zweeds in het Nederlands: “Orjan van Boda” van Albin Widén en “Het huis bij Solviken” van Paul Michael Ingel. (2) Hij probeert docent te worden en dat lukt enkele keren op tijdelijke basis op zijn oude school, het Gereformeerd Gymnasium, en op het Nieuwe Lyceum in Hilversum (inval voor de gemobiliseerde docent Reitsma, een studiegenoot en later zijn conrector in Amersfoort).
Vader Hendrik overlijdt in 1931 en moeder Anna Augustijn in 1939. Gelet op alle onderlinge briefwisselingen en rouwadvertenties bij hun dood is er in de derde generatie nog echt sprake van één familie, waarin alle leden contact met elkaar hebben. In de vierde generatie versnippert het, omdat de omvang toeneemt en de meerderheid niet langer in Amsterdam woont. Sommigen vertrekken naar het buitenland, zoals Ella en Govert. Ella wordt gouvernante in Londen.
Ella von Meijenfeldt
Govert is van 1939 tot 1950 leraar aan het Prinses Beatrix Lyceum in Zwitserland. Na zijn terugkomst aanvaardt Govert een functie als conrector in Heerlen aan het Grotius College en gaat aan het Tempsplein 25 wonen. In 1952 trouwt hij met de administratrice van die school, Elly Woldringh.
Woldringh is een geslacht uit Groningen. Elly’s eerst bekende voorvader is Cornelis Woldringh (1623-1698), die na zijn studie theologie in Groningen beroepen werd in Saaxumhuizen. De reeks van vader op zoon luidt vervolgens Johan (1660-1711), vele jaren Gezworene van de stad Groningen, Gerard (1684-1764), luitenant-kolonel bij de infanterie, Jan Gerard (1717-1783), idem, Gerard Gilles (1756-1832), rechter en raadslid, Jacob (1794-1878), raadsheer Gerechtshof, Gerard Gilles, (1825-1896), kapitein schutterij, Jacobus (1856-1936), commies strafgevangenis, en Gerard Gilles (1891-1963), bouwtechnisch tekenaar.
Govert en Elly gaan aan de Kemmerlingstraat wonen. In 1954 kan Govert aan die school rector worden, maar kiest voor een gelijke functie in Amersfoort. Op zijn voorstel wordt het Christelijk Lyceum gedoopt tot Corderius Lyceum, later College. Aan deze school is hij bijna 20 jaar rector, in welke periode het leerlingtal groeit van een kleine 100 naar 2000. Aanvankelijk woont het gezin met drie kinderen aan de Pasteurstraat, maar betrekt in 1958 een nieuwbouwhuis aan de Daam Fockemalaan.
In 1960 overlijdt Willy Minderaa, de echtgenote van Carl op 60-jarige leeftijd in Alkmaar. Carl gaat daar met emeritaat en besluit bij zijn oudste zoon Henk en diens vrouw te gaan wonen als buurman in Nunspeet. In 1970 verhuist hij mee naar Leerdam.
Ella komt in 1965 terug uit Engeland vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en kiest er voor in dezelfde stad Amersfoort (aan de Stadsring) als haar broer Govert te gaan wonen. Deze is van 1966 tot 1970 ouderling van de vrijzinnig protestante Bergkerk in Amersfoort. Daarnaast is hij in die stad bestuurslid van de Openbare Bibliotheek en Pro Juventute. Ook is hij bestuurslid van de Vereniging van rectoren van Nederlandse Lycea, Algemene Vereniging Schoolleiders en de Kring Rectoren Midden-Zuid. Hij is lid van de Staatscommissie VWO-HAVO-MAVO en het bestuur van de Stichting Vrije Leergangen Vrije Universiteit. In 1973 gaat hij met pensioen en wordt in aanwezigheid van gezin, broer en zus tijdens het afscheid onderscheiden tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. (1)
Govert von Meijenfeldt |
Elly Woldringh |
In 1975 overlijdt Carl in Utrecht op 76-jarige leeftijd. Dat jaar wordt Govert voorzitter van de Stichting Dagverblijven schoolgaande jeugd Amersfoort (Boddaert-tehuis), docent aan het Instituut Blankensteijn te Utrecht en lid van de Staatscommissie Open School. Hij overlijdt in 1978 te Amersfoort op 69-jarige leeftijd. In 1983 overlijdt Ella te Amersfoort (op 83-jarige leeftijd). Zoals Naatje Kennedij als enige weduwe van de tweede generatie de eeuwwisseling meemaakt, overkomt Elly Woldringh, de weduwe van Govert, dat in de vierde generatie. Zij overlijdt in 2006 op 86-jarige leeftijd, als laatste van de vierde generatie van de familie Von Meijenfeldt.
1. Kanselarij der Nederlandse Orden, Staatscourant 1973, 131, Gedecoreerden.