Schout-bij-nacht Pieter Hartsinck gaat niet verder op de Brutus. Hij commandeert de eerste helft van het jaar 1803 een volgende eskader, ditmaal naar Oost-Indië. Na een dienst van bijna tien jaar en twee grote reizen naar West-Indië volgt Johan August hem niet. Hij wordt dat jaar niet opgeroepen, ook niet als Engeland en Frankrijk de vijandelijkheden hervatten. Op 19 januari 1804 krijgt hij alsnog de last om met de meeste spoed naar de Brutus terug te keren. De daar aangestelde konstabel-majoor Hendrik Brugmeijer bevindt zich in het hospitaal vanwege een ernstige blessure aan zijn gezicht. Vanwege langdurige indispositie (ziekte) wordt hij in hetzelfde besluit op deze rol ontslagen.
Johan August haast zich naar de Brutus, die nog in het Nieuwe Diep ligt. Hij komt 26 februari 1804 aan boord. Daar stelt hij zich onder schout-bij-nacht Albert Kikkert, die de vloot ter dekking van IJ, Texel, Delfzijl en Eems commandeert. Op 2 maart raakt het schip op drift door harde wind, loopt vast en breekt de boegspriet. (1)
In april 1804 overlijdt Maria de Ruijt in de Bloemstraat op 30-jarige leeftijd. Daarmee verliezen Matthijs de Ruijt en Rosina Swart hun nog enig levende dochter. Haar lichaam wordt op 24 april 1804 met een koets naar het Westerkerkhof gebracht en daar begraven. Bij Maria staat nog eens uitdrukkelijk ‘ongehuwd’. (2)
Dochter Wilhelmina Augusta is nog niet eens drie jaar oud. Bij haar naam staat vaak ‘onegt’. Haar 65-jarige oma besluit haar als wees in te schrijven bij het Aalmoezeniersweeshuis. (3)
Dit betekent niet dat zij van de Bloemstraat naar het weeshuis moet verhuizen, want haar oma slaagt in haar opzet om als “min” te worden aangewezen. Zodoende voedt zij haar op, maar kan daarvoor elk kwartaal een vergoeding van 15 gulden ophalen en zo nu en dan kousen, schoenen, een hemd, muts, japon en/of jakkie meekrijgen. (4)
Johan August is tijdens al deze gebeurtenissen op de Wadden. Zelfs als hij aan wal was geweest moet worden betwijfeld of hij iets van zich zou hebben laten horen. Anders was hij na de geboorte wel met Maria getrouwd en had hij zijn dochter wel erkend. Toch was hij – anders dan gebruikelijk voor zeemannen – tijdens de zwangerschap in de buurt gebleven en had hij voor de doop zorggedragen met een dominee van zijn eigen Hersteld-Evangelische geloof. Hoe dan ook, Wilhelmina Augusta is haar moeder kwijt en blijft betekenis hechten aan haar vader. De rest van haar leven draagt ze zijn achternaam en tot haar dood houdt zij vast aan de bijzondere religie van haar doop, hoewel iedereen in haar omgeving Nederduits Hervormd is.
Dat hele jaar en het volgende jaar blijft Johan August dienst doen op de Brutus onder Kikkert. In oktober 1805 verliezen de Frans-Spaanse bondgenoten de Slag bij Trafalgar van Nelson bij hun poging tot invasie in Engeland, waardoor de tochten van Kikkert beperkt blijven tot de kust.
Bataafsche Staats-Courant 14-10-1805
In de krant staat het bericht dat in Den Haag op 19 oktober 1805 eindelijk het soldij van de reis naar St Domingo gaat worden uitbetaald. De scheepsrol bevat de volgende kostenopstelling:
BEGIN | EIND | PERIODE | BEREKENING |
26-11-1801 | 11-09-1802 | 9 mnd + 16 dag | à f 30 = f 286.- |
Brutus – Hartsinck | Voorschotten en betalingen |
– f 92,2 = f 193.8 |
Naast het doorlopende traktement kan Johan August f 193.8 (laten) incasseren. (5)
1. Verbaal Commissaris-Directeur Amsterdam 1804, Nationaal Archief 2.01.29.01, Inv 711, fol 28. Rangschikking van het Corps Zee-Officieren, NA 2.01.29.03, Inv 180, fol 235. Confereer-Rolle Brutus 1803, NA 2.01.30, Inv 280, fol 10.
2. Wester Kerkhof 1798-1805, Stadsarchief Amsterdam 5001, Inv 1120 , fol 241v.
3. Inneemboek Aalmoezeniersweeshuis, SA PA 343, fol 190.
4. Minnenlonen en Uitbesteedboek Aalmoezeniersweeshuis, SA PA 343, Inv 300, fol 10 resp. Inv 273, N 2217.
5. Confereer-Rolle Brutus 1799, NA 2.01.30, Inv 183, fol 11.