2.3.8. Afzwaaien

Per 30 april 1809 moet Johan August na bijna negen jaar dienst het Vaste Corps ter Zee verlaten. Hij verliest zijn vast traktement, maar blijft beschikbaar voor losse opdrachten van de marine. Op 11 augustus 1809 wordt hij al aangenomen bij ’s Konings Armada voor Amsterdam. Zijn functie is commandeur, dat wil zeggen chef van de soldaten aan boord. Zijn maandsoldij wordt opgehoogd naar 40 gulden, maar zonder traktement. Commandant is schout bij nacht Gerrit Verdooren, degene die in 1801 door ziekte plaats had gemaakt voor Hartsinck op de Brutus. De armada is een samenballing van de hele noordelijke marinevloot rondom de oude Stelling van Amsterdam, waar koning Lodewijk Napoleon een Engelse invasie verwacht, net als in 1799. (1)

In zijn nieuwe functie wordt Johan August niet aan boord gecommandeerd, omdat de invasie op Walcheren plaatsvindt. De invasie mislukt deze keer niet door Frans-Hollandse tegenstand, maar door de Zeeuwse koorts. Deze combinatie van malaria, vlektyfus, buiktyfus en dysenterie schakelt een kwart van de Engelsen uit. Aan Franse zijde is het een komen en gaan van bevelhebbers: Lodewijk Napoleon moet aan het begin van de strijd het veld ruimen voor maarschalk Bernadotte, die net als bij de recente overwinning op de Oostenrijkers ook nu de overwinning voor zich opeist. De keizer trekt Walcheren, later Zeeland, Brabant en Limburg en na een jaar Holland bij het Franse keizerrijk. Bernadotte valt bij hem in ongenade en komt in Zweden terecht. 

Is Hendrik Pieploo met zijn 62 jaar nog wel schipper? Wel volgens de kranten die melden dat zijn kofschip de Twee Gezusters op 7 september 1809 vanuit het Noorse Bergen op Texel aankomt en dat de advocaat-fiscaal-generaal des Konings beslag legt op de aanwezige 196 vaten traan aan boord. Rond de jaarwisseling dagvaardt hij alle betrokken Amsterdamse handelaren en dan blijkt de voornaam van de schipper wel correct, maar zijn achternaam niet: die luidt Tonnings. Terug op zee wordt het kopfschip door het Engelse oorlogsschip Disirée onder Arthur Farquhar genomen en op 27 januari 1810 in Yarmouht opgebracht. Opnieuw staat de naam Pieploo foutief als schipper in het register van de Britse Admiraliteit. (2)

In 1810 en de overige jaren van de Franse bezetting en na de bevrijding eind 1813 staat Johan August niet meer op de scheepsrollen van de Nederlandse marine. Daarmee komt een einde aan zijn periode van 17 jaar dienst op de Nederlandse oorlogsvloot als konstabel-majoor. Hij ondernam twee Atlantische tochten, een lange naar Paramaribo en een korte naar St Domingo en Hampton. Daarna bleef het bij manoeuvres voor de kust. In al die jaren loste hij veel kanonschoten, maar slechts als groet of sein, nooit in een gevecht met kogels gericht op de vijand. Logisch dat hij geen onderscheidingen op zijn borst krijgt gespeld.

Terug   ***   Verder

1. Armade voor Amsterdam, Nationaal Archief  2.01.30, Inv 401, fol 733. Oude Stelling van Amsterdam of Posten van Krayenhoff.
2. Koninklijke Courant, 29 december 1809. The London Gazette, 21 augustus 1810.