3.1.5. Titels en geld

Medio december 1816 wordt Wilhelm August von Meyerfeld in Rinteln bezocht door een koerier uit Kassel met een dépeche van de Keurvorst. Hij wordt benoemd tot president van de nieuwgevormde drie regeringskamers en justitie in het groothertogdom Fulda tegen een jaarwedde van 3.500 fl. Vanwege zijn belasting- en zegelrecht krijgt hij de titel Geheimraad. Met zijn oudste zoon van 10 jaar rijdt Wilhelm August eerst naar Kassel, waar de Keurvorst door een aanval van jicht aan zijn hand geen officiële documenten kan tekenen. Enige dagen geduldig wachten brengt hem niet alleen de vereiste handtekeningen, maar onverwacht ook de persoonlijk door de vorst opgespelde onderscheiding Commandeur Eerste Klasse in de Hessische Huisorde van de Gouden Leeuw. In 1817 wordt hij president en directeur van het leenhof van Fulda.

In Fulda vinden twee heugelijke gebeurtenissen plaats voor Wilhelm August. Zijn dochters Johanna Carolina en Friederike Therese trouwen in 1818 respectievelijk 1819 met edellieden uit de geslachten Von Blumenstein en Von Lengerke.

In 1823 sterft Keurvorst Wilhelm I. Zijn zoon Wilhelm II plaatst Wilhelm August kort daarop over naar Franfurt om daar afgevaardigde in de Duitse Bondsdag te zijn tegen een jaarwedde van 10.000 fl. Hoewel hij zelf beweert daarop te moeten toeleggen, ziet hij het ook als een eer. Hij reist eerst naar Kassel om de nieuwe Keurvorst zijn dankbaarheid te tonen en vervolgens naar Frankfurt om zijn volmacht over te leggen, juist op tijd voor de aanvang van het zittingsjaar op 23 november 1823.

In 1824 wordt Wilhelm August geaccrediteerd als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister aan het hof van de koning van Württemberg in Stuttgart, van de groothertog van Hessen in Darmstadt (gelegen ten zuidwesten van zijn keurvorstendom Hessen-Kassel) en bij de vrije stad Frankfurt. Op 28 juli van dat jaar schuift zijn titel Geheimraad een klasse omhoog, waardoor zijn aanspreektitel “Excellentie” is.

In 1825 trouwt Amalie Juliane von Meyerfeld met militair officier D’Orville. Haar vader Wilhelm August dient de belangen van zijn land zo goed, dat hij op 1 januari 1828 in Kassel van de Keurvorst de insignes van het Grootkruis van de Hessische Huisorde krijgt opgespeld. Friedrich August wordt in Marburg op 28 juli 1829 bevorderd tot kolonel. Anderhalf jaar later overlijdt hij daar op 68-jarige leeftijd.

In 1830 woedt een revolutie in het keurvorstendom Hessen-Kassel ten gevolge van financiële lasten en voedselgebrek bij de bevolking ten gevolge van een handelsoorlog tussen groepen Duitse staten. Wilhelm August onderdrukt in Hanau onlusten, waarop de Keurvorst hem 28 maart 1831 tot minister van Staatszaken en Financiën benoemt. Hij bedankt voor deze eer omdat zijn capaciteiten daar niet liggen en omdat zijn salaris bijna wordt gehalveerd. De Keurvorst dwingt hem niet, laat hem in zijn functie en wijst hem zelfs een leengoed toe.

Uiteindelijk komt er in 1831 een eind aan de autoritaire leiding van de Keurvorst. De Landdag wordt hersteld en een grondwet aanvaard. De keurvorst ontbiedt Wilhelm August naar Hanau, dat hij tot zijn residentie heeft gekozen, om hem te adviseren hoe om te gaan met een delegatie uit de Landdag uit Kassel die hem wil laten terugkeren. Wilhelm August adviseert de vorst daaraan gevolg te geven en ondersteunt de delegatie nadrukkelijk bij het mondelinge en schriftelijke verzoek. Eenmaal terug in Frankfurt hoort hij tot zijn ontsteltenis dat de Keurvorst in Hanau blijft en zijn zoon tot co-regent in Kassel heeft benoemd. Op zijn verzoek krijgt hij bij brief van 22 september 1831 wel het leengoed in de mannelijke lijn Hundsrück bij Steinau, onderdeel van Schlüchtern. In 1823 had hij over het leenhof al een proces gevoerd met bezitter Von Spener.

Wilhelm August wordt in 1831 door de Keurvorst ontheven van zijn taken en op een wachtgeld van 3.500 fl. gezet. Hij vertrekt met zijn gezin van Frankfurt naar Hanau. Daar zet hij zich aan zijn autobiografie, in een optimistisch gevoel dat het om een tijdelijke afbreking van zijn loopbaan gaat, terwijl hij meer dan 70 jaar oud is.  Hij beklaagt zich er over nog voor drie ongetrouwde dochters en drie zoons met onbezoldigde banen levensonderhoud te moeten betalen. Friedrich August heeft boswetenschappen gestudeerd en is na een korte militaire dienst bij het bosschap van Melsingen aan de slag gegaan. Ferdinand Alexander Ludwig is sinds 1825 luitenant bij het lijfregiment te Kassel. Wilhelm Ludwig is na zijn rechtenstudie als jurist werkzaam bij het Landesgericht.

Wilhelm August krijgt toch nog gelijk als hij februari 1834 tot Presi­dent van het Gerechtshof te Marburg wordt benoemd. Hij overlijdt daar op 1 januari 1838 op 78-jarige leeftijd.